De wespendief (Pernis apivorus) meet 52-59 cm en heeft een spanwijdte van 113-135 cm. Het vrouwtje weegt gemiddeld 960 gram, het mannetjes 836 gram.
Wespendieven hebben een vrij kleine asgrijze kop, een geel oog en een lange, slanke hals. De zeer slanke zwart tot grijze haaksnavel heeft smalle nier- en spleetvormige neusgaten, een bescherming tegen zand tijdens het graven naar wespennesten. Bij jonge vogels is de washuid nog geel. De graafpoten en klauwen zijn kaal en leerachtig, geel.
De vleugels zijn in glijvlucht licht omlaag gebogen. De bovenzijde is variabel meestal licht tot donker bruin. De onderzijde is witachtig met bruine vlekken.
Onderscheid met de buizerd: de wespendief heeft 2 banden aan de basis en 1 bijna aan het einde van zijn staart. De buizerd heeft 8 à 10 banden op regelmatige afstand. De wespendief heeft een andere roep met hoge fluittonen en heeft in de vlucht bijna horizontaal gehouden vleugels. De buizerd houdt de vleugels tijdens het zweven meer in een ondiepe V-vorm.
Hij overwintert in West-Afrika (Nigeria). Ze zijn slechts vijf maanden, van begin mei tot eind september hier.
Hij broedt in bossen met open plekken, meestal aan de waterkant, in een horst op 15-20 meter hoogte, bij voorkeur in douglas- of fijnspar.
Het kleine nest is een losse constructie, die op enkele dagen wordt gemaakt. Hij is de enige roofvogelsoort die zo uitbundig loof op het nest aanbrengt. Oude nesten van andere roofvogels of kraaien worden ook gekraakt.
Wespendieven leggen twee geelwitte, bijna geheel met donker paars-rode of bruinrode, gewolkte, gevlekte of geveegde, met spatten bedekte eieren. De schaal is fijnkorrelig, niet glanzend. Vooral het vrouwtje maar ook het mannetje broeden 30 tot 35 dagen. Het mannetje blijft in de buurt van het nest.
De wespendief zit vaak in een boom roerloos te speuren naar de vliegbanen van wespen. Hij zoekt zijn voedsel in regel op afstanden van 1 tot 3, maximaal 7 km van het nest. Het verenkleed beschermt hem tegen steken.
Bij het uitgraven van wespen- en hommelnesten verdwijnt de wespendief soms helemaal in de grond. En ja, soms wordt hij zo door een havik verrast en geslagen.
Naast larven en insecten lust hij ook wel reptielen, amfibieën en wormen.