De wasbeerhond ((marterhond) Nyctereutes procyonoides) is een roofdier uit Oost-Azië. Het is een hondachtige, zo groot als een vos, maar lager, met kortere poten.
In de jaren 30 ontsnapten er een aantal uit pelsdierfokkerijen in Oost-Europa. In de jaren vijftig werden ze als jachtdier uitgezet in West-Rusland. In delen van Duitsland rukken ze snel op. In 2000 is de eerste met zekerheid in Nederland gevonden. De eerste waarneming in België dateert van in 2010.
Hij dankt zijn naam aan de gelijkenis met de gewone wasbeer. Maar hij is groter en heeft kortere oren.
Een volwassen dier wordt 50 tot 55 cm met een staart van 15 cm. De vacht heeft een geelachtig bruine grondkleur. De kop is zwart met wit, met een zwart masker rond de ogen. De poten en een deel van de staart zijn donker. In de winter krijgt hij een dikkere vacht.
Dit nachtdier is een omnivore opportunist die zowel dierlijk als plantaardig voedsel eet: knaagdieren, amfibieën, hagedissen, vissen, insecten, vogels, vruchten, noten en knollen, afval en aas.
De wasbeerhond is in de winter niet actief, maar zijn lichaamstemperatuur daalt niet. In koude streken houdt hij vermoedelijk een winterslaap. Het is de enige hondachtige waarvan dit gedrag bekend is.
Wasbeerhonden leven monogaam in een hol, meestal in een dassenhol, soms zelfs samen met dassen.