roekDe roek (Corvus frugilegus) is ongeveer 41-49 cm lang. Het verenkleed is zwart met een blauwige metaalglans. De snavel is grijzig zwart, iets naar beneden gebogen en wat slanker dan die van de kraai. De snavelbasis is vanaf 8 maanden kaal en grijzig. Het bovendeel van de poten is, anders dan bij kraaien, met losse veren bekleed. Roeken lopen met pasje en sprongetjes.

Roeken leven in groepen in open akker- en weideland, afgewisseld met bomen.
Roeken nestelen in kolonies, in boomtoppen dicht bij elkaar. Ze vormen een paar voor het leven. Nesten worden jaarlijks hersteld. Ze leggen 3 tot 7 gevlekte eieren. Het mannetje voedt het broedende vrouwtje.

Voedsel:
Roeken eten alles, vooral insecten, maar ook (ontkiemende e.a.) zaden. Ze stelen ook wel eieren uit nesten. In steden foerageren ze (in groep) zonder schrik voor mensen op straat.


Wie iets wil doen vindt een middel,
wie niets wil doen een excuus.