zaaienOm te zaaien strooi je wat verteerde compost in een geultje – als je die hebt. Daarna de zaadjes. Niet te dicht bij elkaar, iedere plant heeft voldoende ruimte nodig. Over het zaad strooi je grond, ongeveer drie maal de dikte van het zaad. Zorgt dat de grond en de zaadjes niet uitdrogen.
Houdt de afstand tussen de rijen zo groot dat de volwassen planten elkaar net raken (en zo licht wegnemen voor onkruid dat tussen de rijen wil groeien).
Wortelgewassen (wortel, pastinaak, peterselie, bietjes) mogen in de rij dicht bij elkaar staan,
Prei en kool worden ook zo gezaaid, en achteraf uitgeplant.

Planten die te dicht bij elkaar staan kan je voorzichtig uitgraven en herplanten. Zorg voor voldoende water, zeker in het begin. Veel fijne haarworteltjes zullen afgescheurd zijn, en de enkelen die overblijven moeten de plant in leven houden.

ZaaienschoffelMSommige planten hebben een gunstige invloed op elkaar, vb. doordat ze elkaars belagers weghouden. Ui en wortel zijn een bekende combinatie.
Afrikaantjes bestrijden het wortellesie aaltje (maar bevorderen andere soorten als Trichodoridae).
Raketblad (Solanum sisymbriifolium) bestrijdt het aardappelcystenaaltje.


Zorg voor veel afwisseling, zodat een aangetaste plant niet alle anderen aansteekt. Maak veel gevarieerde korte rijen i.p.v. een groot uniform veld.

De meeste teelten hebben vroege en late variëteiten. Je kan het zaaien, planten en oogsten dus beter spreiden voor vb. tomaten, aardbeien, prei, wortel, enz.


Ik leg meestal mijn hark op de grond om naast de steel een geultje te maken. De korte rijen zijn achteraf makkelijk vanaf het tussenliggende voetpad te wieden of te schoffelen. Voor langere rijen kan je een touw gebruiken.
Begin en einde van de rij markeer je best. Ik gebruik twee stokjes snoeihout of grof compost hiervoor, of enkele zaadjes radijs: dat kiemt en groeit zeer snel. Zo zie je nog voor er iets uitkomt waar de rijen lopen, en kan je het kiemende zaad vochtig houden. Als het volledig uitdroogt, gaat het uiteraard dood.
Je kan het kiemen wat versnellen door de zaadjes 24 uur in lauw water te weken. Het zaait wel minder makkelijk. Het zou nog sneller kiemen als je een mespuntje honing bij het water mengt. (Heb ik nooit getest.)
Zie ook <Serre of kas> i.v.m. voorzaaien, afharden en uitplanten.

houten walsEnkele wortels gaan de diepte in. Wortels groeien en vertakken voortdurend, opzoek naar vocht en geschikte voedingsstoffen. Er worden steeds nieuwe haarworteltjes gevormd, die ongeveer 1 week functioneren.

Voor grotere percelen met groenbemester, gras of graan kan je breedwerpig zaaien. Met handenvol probeer je het zaad zo gelijkmatig mogelijk over het hele stuk te strooien. Daarna even inharken zodat er wat grondbedekking is, en wat aandrukken met een rol (of overlopen met plankjes onder je voeten gebonden). Gezien veel zaad bloot blijft liggen kan je dan ook best nog een vogelverschrikker plaatsen, of wat staken schuin in de grond steken met dwarrelende linten en blikkerende aluminiumschaaltjes. Zorg dat het in de wind beweegt en geluid maakt, en dat het er niet iedere dag hetzelfde uitziet. Anders is mogelijk veel van je oogst weg nog voor het gekiemd is.

Breedwerpig zaaien kan je best vooraf wat oefenen met minder kostbaar kalk of compost. Ik ben rechtshandig, dus ik draag de emmer met zaad tegen mijn linker heup, de opening schuin naar mijn rechter schouder. Bij grote percelen gebruik ik een dik touw over mijn rechter schouder, onder mijn linker arm, en hang het hengsel aan een musketon. Want zo’n emmer wordt zwaar na een tijdje! (Een riem of band is comfortabeler, dun touw snijdt.)
broadcastingHet zaaien is een kwestie van cadans en fingerspitzengefühl. Ik begin met rechts, en iedere pas komt ook overeen met een armbeweging: zaad grijpen, kort naar rechts uitzwaaien en een deel van het zaad door je vingers laten glippen, breed naar links zwaaien en de rest uit strooien. En zo verder. Als je met kalk op gras oefent zie je goed waar alles terecht komt, en kan je de stap grootte en snelheid, en de werptechniek aanpassen tot je een goede dekking krijgt. Door in lange banen op en af te gaan kan je ook overlappen als dat nodig is.
Als je te veel kostbaar zaad verbruikt door het te dicht op elkaar te strooien, kan je het vooraf mengen met droog zand of kalk.
Daarna eggen om het zaad beter te verdelen en op rijen te krijgen, en te wat bedekken.

Een zaaiviool is een (op de buik gedragen) zaadreservoir met onderaan een met een schuifje verstelbare opening waardoor het zaad op een horizontaal schoepenrad valt. Dat draait door een stok heen en weer te trekken. Die beweging wordt via een touw of riem overgebracht op de as van het rad. Daardoor wordt het zaad breedwerpig en vrij regelmatig weggeslingerd.

Sommige vogels pikken zaailingen aan. Korte stokken rond het zaaibed met zwart garen kriskras over het zaaibed kan bescherming bieden. Of een net. Van blikken (en (kap)stokken)) kan je een vrolijk tinkelende en weerkaatsende mobile maken; 3 vliegen in 1 klap: geluid, beweging, lichtflitsen.


Doopsel principe
Heel wat tuiniers zweren bij het principe van niet-gieten. Bij het zaaien of planten geven ze één keer water, en laten de rest aan de natuur over. Dat dwingt de plant te investeren in een stevige wortelgroei, waardoor ze altijd water kan bereiken. Door water te blijven geven krijg je weinig en luie wortels, en planten die verdrogen als er weinig bevloeid wordt. Ze claimen zelfs in warme en droge zomers (met grondbedekking) stevige groenten en planten te behouden zonder water te geven.
Het klinkt logisch, in de natuur loopt het ook zo. Maar ik vind er niets mis mee de zaak goed in het oog te houden en indien nodig bij te sturen. (Zeker bij planten in potten en kratten.)

Ik vond half juli een mooi aardbeienveld waar niet meer geplukt werd. Lekker van gesmuld. Drie dagen later ging ik opnieuw kijken of er (eventueel mits toestemming) wat kon geoogst worden. Er hingen nog steeds veel aardbeien, maar waarschijnlijk waren ze de plukkosten niet meer waard. En helaas was daarom ook het (ondergronds) bevloeiingssysteem uitgeschakeld. Waardoor en nog enkel onsmakelijke, verdroogde vruchtjes waren. Terwijl mijn niet bevloeide struikjes thuis nog steeds fris groen in dezelfde zon stonden.