In Vlaanderen noemt men serre wat in Nederland een (verwarmde) kas heet.
Nederlanders noemen een serre, wat in Vlaanderen een veranda is.
Een wintertuin of orangerie (van het Franse oranger: sinaasappelboom) diende om exotische planten te laten overwinteren.

serrekasEen glazen (tuin)huis(je) is een zalige aanwinst voor de (hobby)tuin.
Je kan er het zaai-, groei- en oogstseizoen behoorlijk mee vervroegen en langer rekken (aardbei, sla).
Je kan er planten in kweken die hier anders nauwelijks of niet zouden gedijen, zoals tomaat, meloen, komkommer, paprika.
Je kan er vorstgevoelige potplanten in laten overwinteren.
Ik heb de serre ook al gebruikt om bieten in te kuilen (extra neerslag- en vorstbescherming), of prei te laten overwinteren zodat die zelfs bij zware vrieskou nog kan geoogst worden.
Je kan al vroeg groenten voorzaaien in bakjes.
(Bij gebrek aan kas kan je ook doorzichtige PET verpakkingen van gebak op je vensterbank gebruiken als minikas. Je kan de lichtopbrengst voor de achterste plantjes verhogen door reflecterend wit karton of aluminiumfolie achter het zaaibakje te zetten.)
Zet de plantjes later niet zo maar buiten, je moet ze afharden: ze geleidelijk aan laten wennen aan lagere temperaturen. Anders kunnen ze door de koudeshock sterven.

Het belangrijkste onderdeel van de kas is een oude tuinstoel. Zeker weten. Zalig om in het voor- of najaar, en zelfs op heldere winterse dagen, in de zon te zitten. Nog een cappuccino en een tijdschrift erbij, en je krijgt een zuiders zomervakantiegevoel bij ieder zonnig moment. Een excuus nodig? Zeg dat je vitamine D moet opdoen.

Voor het dak is gewoon vensterglas een risico. Gebruik hier gelaagd glas of kunststofplaten. Polycarbonaat is een dubbelwandige plaat die tot 40 % warmte bespaart ten opzichte van enkelvoudig glas. Het is licht en quasi onbreekbaar. De lichtinval is wel wat minder, evenals het zelfreinigend vermogen (afregenen van vuil).

In de serre is het warm en vochtig, fijn voor planten, maar ook ideaal voor insecten en schimmels. Om schimmels te vermijden moet je vooral goed ventileren. Voorzie klapvenster(s) in dak en/of wand. Laat ook voldoende ruimte tussen de planten, snoei geregeld zodat de lucht vrij rond de struiken kan.

Omdat er meestal dezelfde groenten en vruchten steeds opnieuw geteeld worden, kan de grond voor bepaalde stoffen vlugger uitgeput raken. En blijven bacteriën en schimmels achter, die het volgend jaar weer sneller en meer zullen toeslaan. Doe dus zeker aan vruchtwisseling. De grond om de 7 jaar vervangen is ook een goed idee.

Door de kleine oppervlakte, en de goede grond met veel compost die je gebruikt kan je de vierkante meters intensief bebouwen.

Vang het regenwater van het dak op, in een regenwaterton IN de serre. Zo is het steeds op de goede temperatuur om te gebruiken. Voorzie wel een overloop waardoor het water bij veel regenval naar buiten kan weggevoerd worden. (Laat ze niet stukvriezen!)
Een watervat in de serre werkt ook als warmtebuffer. Een vijvertje is ook een esthetische warmteopslagtank en een zalige zithoek. De warmte die overdag wordt opgeslagen, wordt ’s nachts geleidelijk weer afgestaan.

Water geven (ook buiten, in de tuin) doe je bij voorkeur ’s avonds (of ’s nachts). Dan verdampt er minder door de hitte van de zon.
Ik heb meerdere jaren het onkruid in de kas wat in toom gehouden door enkel water te geven aan de planten (tomaat, paprika), soms zelfs door bodemloze flessen omgekeerd naast de plant in te graven om daar het water in te gieten. In de omliggende, droge grond ontkiemt dan effectief veel minder onkruid.
Maar: het bodemleven valt dan stil. Compost droogt uit en vergaat niet meer, regenwormen sterven. Dus toch niet zo een goed idee. Beter vogelmuur en klaver als bodembedekker laten groeien.
Gebruik je de serre niet in de winter, geef de grond dan toch geregeld voldoende water. Anders droogt die helemaal uit, en gaat zeer veel van het bodemleven dood. En dat heb je net nodig voor een goede, gezonde en vruchtbare bodem.

In de zomer kan de zon hard branden. Het wordt dan snel te heet in de kas. Laat dag en nacht de ramen open. Je kan de zon gedeeltelijk buitenhouden door het dak te kalken, of er rieten matten op te leggen, of een druivelaar langs het plafond te laten groeien. Houd er voor die laatste optie rekening mee dat je dan regelmatig en veel moet snoeien.

Schaduwrol

Het weer en het klimaat zijn wispelturig. Op een bewolkt of regenachtig dagdeel wil ik liever geen afscherming van de zon. Maar als het te warm en te zonnig wordt toch weer wel. Ik ben dat ook blij met mijn schaduwgordijn. Op een dikke PVC-afvoerbuis (12cm doormeter) heb ik aan een kant een deksel met een as gezet, en aan de andere kant een brede en grotere schijf met een diepe groef in de rand, waarin een touw kan op en afrollen. De as-pen kan ik aan die kant verwijderen om de rol tussen oktober en maart weer weg te nemen en op te bergen.

Het gordijn is een lap worteldoek, vastgemaakt aan de rol, met aan het andere eind een stevige alu buis (2 cm doormeter) om het doek gestrekt te houden. Daaraan zit ook een touw om het gordijn dicht te trekken. Het geheel ziet er dan uit en werkt als een horizontaal rolluik boven het dak van de kas. Op minder dan een halve minuut kan ik het op of afrollen, en dus altijd optimaal van de zon gebruikmaken, of die net weren, van dag tot dag en zelfs van uur tot uur.

Was in het najaar de ruiten grondig met een beetje biologisch afbreekbare zeep. Dat is goed tegen schimmels, en laat meer licht binnen in de donkere tijden van het jaar.

(In principe kan je een kas ook verwarmen, maar dat wordt een dure hobby die ecologisch niet bepaald verantwoord is.)
Rolkassen op rails of wielen zijn interessant om opeenvolgende teelten te vervroegen of verlaten, en de gebruikte grond in de tussenperioden te laten bekomen.

Een goedkope (deels) ondergrondse kas is gekend als een walipini: een put of helling bedekt met glas. Als je een kuil graaft, bewaar dan de bovengrond voor de bodem van de kas, waar de planten komen.

De Chinese zonnekas heeft slechts één transparante (eventueel dubbele) wand op de zuidkant, drie dikke muren van baksteen of klei die warmte opslaan en vasthouden, en een (droge!) isolerend deken die 's nachts over het gebouw wordt uitgerold. Ze past het principe van de passiefwoning toe op het groenten kweken, door overdag zonnewarmte op te slaan in de muren.

Wie in een glazen huis woont,
moet geen stenen gooien
 (op zijn buurmans dak).