Terpentijn kwam oorspronkelijk uit Perzië en werd gewonnen uit de Terpentijnboom (Pistacia terebinthus). Die groeit op droge plaatsen in het hele Middellandse Zeegebied.
De hars die uit de wonde van een naaldboom vloeit levert na destillatie vluchtige terpentijnolie (een mengsel van koolwaterstoffen (vnl. diterpenen)) en niet-vluchtig colofoniumhars op.
Tegenwoordig komt het van naaldbomen (Pinaceae). De hars, Terpentijngom, wordt met waterdamp gedestilleerd tot een kleurloze vloeistof: terpentijnolie (Oleum terebinthinae). Dit kan ook door destilleren of rectificeren van het hout.
Terpentijnolie wordt gebruikt bij het schilderen om olieverf te verdunnen. Terpentijn is een prima oplosmiddel voor lijnolie en voor standolie (ingedikte en gekookte lijnolie). In de farmaceutische industrie vindt de olie toepassing in pijnstillende smeersels en hoestdranken.
Terpentijnolie is ten opzichte van het aardolieproduct terpentine vrij kostbaar. Beide zijn vergelijkbaar. De geur van terpentijn is harsachtig, die van terpentine lijkt meer op benzine. Kunstterpentijn is een andere naam voor solvent-nafta of White spirit.