Het verschil in gasgehalte van steenkool maakt het onderscheid tussen de varianten.
Antraciet bevat het minste gas en vetkool het meest. Antraciet en magere kolen zijn gasarm en geschikt voor de huisbrand vanwege de stabiele brandeigenschappen en de geringe stofverspreiding.
Cokeskolen: vetkool worden na ontgassing door verhitting tot 1.200°C als cokes gebruikt in hoogovens als koolstof- en energiebron bij de productie van ijzer. Hier wordt steenkool gebruikt als reductiemiddel. Bij de ontleding ontwijken vluchtige componenten en ontstaat een poreuze structuur.
De veredeling van vetkool tot cokes is vergelijkbaar met die van hout tot houtskool, ook bedoeld om hogere temperaturen te kunnen bereiken om ijzer te smelten.
Vetkool wordt ook gebruikt voor het smidsvuur.
Voor de vorming van een steenkoollaag van 1 meter dikte is een laag van 25 meter vegetatieresten nodig.