Teer is een donkere, stroperige, taaie substantie met een karakteristieke geur. Houtteer werd gebruikt als lijm, en om touw, leer en hout te verduurzamen en te beschermen tegen rot.
Houtteer
Houtteer wordt verkregen door het (droog) verhitten van plantaardig materiaal zoals hout, kolen,.. zonder lucht toe te laten. De vluchtige gassen die hierbij ontstaan condenseren door afkoeling tot teer. Het gedeelte van het hout dat na deze bewerking achterblijft is houtskool.
Houtteer bedraagt ongeveer 1/8 van de hoeveelheid hout waaruit ze wordt gewonnen. In Finland winnen ze die uit stronken van naaldbomen.
Houtteer ( bruine teer) is nu weer toegestaan omdat hij nauwelijks PAK’s bevat.
De meeste Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen zijn zeer schadelijk: ze zijn giftig, kankerverwekkend en/of slecht afbreekbaar.
Neem een kleine pot om teer op te vangen. Zet daarop een grote pot met gaten in de boden. Vul die met hout. Zet ze in een kuil. Smeer het deksel en de verbinding tussen de potten dicht met wat leem. Stook rond de bovenste pot gedurende 3 uur een vuur. Voor de droge destillatie is 700⁰C nodig. De gassen condenseren in de koude onderste pot als houtteer. Je kan ook met een leeg olievat werken.
In het noorden worden grote trechters in of tegen een heuvel met leem bekleed en compact volgetast op een houten rooster en afgesloten. Onderaan wordt via een buis teer opgevangen, 25 à 35 kg per ton droog hout.
Geschikte houtsoorten zijn vooral harshoudend pijnbomenhout (Pinus Sylvestrus), ceder, maar ook berk(enbast).
Bruin teer wordt ook gebruikt om hoefstraal (rotstraal) te behandelen.
Teer van je handen verwijderen kan door er met kleefkruid over te wrijven.