Geschiedenis en evolutie van alternatieve landbouw
Biolandbouw bestond natuurlijk altijd al. Het werd herontdekken en onderzocht, waarbij werkwijzen die 1.000den jaren geleden al bestonden werden toegepast. Ah, ja, er was toen geen 'chimique'. Maar de hernieuwde ontdekking zorgde voor aandacht en onderbouwing, en voor een 'beweging', verandering in de bestaande aanpak van tuin- en landbouw met filosofische en biologisch-natuurkundige principes.
Het was o.m een reactie op schaalvergroting en industriële aanpak.
Maar het kreeg een naam, en aandacht.
De reformbeweging ontstond aan het eind van de 19de eeuw in Duitsland en beoogde hervorming van de samenleving als een reactie op industrialisatie, verstedelijking en materialisme. Gezond voedsel (zoals vegetarisme) en medicijnen (natuurgeneeswijze) waren belangrijke thema's. Maar daarnaast was er aandacht voor alternatieve kleding, alternatieve landbouw, reformpedagogiek en naturisme.
Biologische landbouw is een landbouwvorm die nadrukkelijk rekening wil houden met milieueffecten en dierenwelzijn. Zij gebruikt geen chemische bestrijdingsmiddelen, kunstmest en genetisch gemodificeerde organismen. Ze ontstond in de 20ste eeuw uit de reformbeweging.
Vanuit Steiners lezingen groeiden rond 1924 de principes van de biologisch-dynamische landbouw. Daarbij staat een bewuste omgang met de samenhang tussen bodem, planten, dieren, zon, maan en andere hemellichamen centraal . De term 'biodynamisch' kwam pas jaren later in gebruik.
Het legt extra normen op voor bemesting, dierenwelzijn en stoffen die toegelaten zijn in de verwerking.
Een buitenbeentje
Elektrocultuur & is de praktijk van het gebruik van elektriciteit in de land- of tuinbouw om de plantengroei te stimuleren via antennes en magneten en elektrische- of elektromagnetische velden of directe elektrische stromen. Het wordt sinds 1746 met wisselende interesse als een pseudowetenschap beschouwd.
Er zijn straffe claims en interessante verhalen, maar geen overtuigende experimenten. Het lijkt me ook duur uit te vallen qua materiaalkosten (koper e.a.). Bij experimenten worden verschillende materialen, vormen, gewassen, technieken e.d. gebruikt, zodat er geen eenduidige resultaten kunnen vergeleken worden.
Er is blijkbaar vooral interesse vanuit alternatieve hoeken, hoewel die doorgaans net huiveren van dingen als 'straling'.
Aanhangers opteren er vaak ook voor om geen ijzeren (stalen) gereedschap te gebruiken, maar koper of messing.
Nieuwe trends lijken te gaan in de richting van grootschalige verticale tuinen, computer gestuurde teelt, robots die wieden, lasers om onkruidjes en insecten uit te schakelen, doserende druppelsystemen, pluk en oogstrobots…
Vogels afschrikken
Natuurlijk hebben we graag vogels in de tuin voor de biodiversiteit en hun gefluit. En ze mogen vliegen vangen, en muggen, rupsen (maar geen vlinders?), wormen, slakken, (colorado)kevers maar geen lieveherenbeestjes.
Ze moeten wel wegblijven van het zaaigoed, de kiemplantjes en de sla. En van de bessen, de aardbeien en de kersen afblijven.
Zorgen we nu voor voederplankjes, nestkastjes, badje en vetbollen, of afschrikmiddelen?
Technieken om vogels te verjagen zijn het gebruik van licht, kleur en vorm, en beweging.
Licht weerkaatsende spullen: CD’s (nu vervangen door USB stick, maar dat werkt dus niet. CD’s zijn prima om vogels te verjagen, vooral Heavy Metal, smartlappen en Windows 98.), holografisch afschriklint, aluminium schaaltjes van vb. pizza, kerstballen en linten, lasers.
Vormen en kleuren die kunnen afschrikken: een kat, uil, roofvogels als valk: kite hawk (vlieger in vogelvorm aan een soepel stangetje op een paal), roofdierogen zoals op ballonnen, vogelverschrikker (heks, spook, een doos met ogen op getekend, en daaronder een kapstok met een hemd..)
Beweging: vlagjes, linten, CD’s, kleurrijk vliegengordijn, roterende spiralen (pegels), windmolentjes, lege flessen,
Akoestisch: elektronisch (ultrasoon) geluid (Mensen horen ultrasoon geluid (+20.000 hertz) niet, vogels wel.), radio, windorgel (lege blikken), (gas)kanon, geluiden van roofvogels. Voor niet elektr(on)isch geluid en bewegingen is er wind nodig,
Combineer best deze dingen. Bewegende reflecterende spullen dicht bij elkaar die geluid maken als de wind ze tegen elkaar blaast. (blik, alu schaaltjes …)
Om lichte flikkerdingen makkelijk en zonder ladder in en uit de boom te krijgen gebruik ik een (tot 10m) uitschuifbare ramenwasserssteel met bovenaan een gat in. Uit stevig metaaldraad plooi ik haken. Aan een kant krult die terug lichtjes omhoog, zodat de punt niet blijft haperen en gemakkelijker over verschillende maten van takken schuift. Aan de andere kant plooi ik een klein oogje (waardoor een touwtje met vb. een CD kan,) dat uitloopt in een lange rechte pen die losjes in het gat van de staak kan.
Vogels zijn niet dom. En ze hebben van bij het krieken van de dag tot na zonsondergang tijd om alles te observeren. De ladder in de boom zijn ze net als alle andere dingen na maximum 2 dagen gewoon. Ze komen zelfs de titels op de CD’s lezen. Dus je moet minstens dagelijks wijzigingen doorvoeren.
Je kan onder de boom gaan staan en in je handen klappen. Een tijdje. Maar na gewenning is het wat belachelijk als je onder een boom met kersen en vogels staat te applaudisseren. Tijd om de katapult te gebruiken, anders lachen ze je uit. (Schieten kan veilig met kersenpitten.)
Ook gewenning kan je gebruiken. Rood geverfde steentjes tussen de aardbeienstruiken lokken de vogels, maar als ze door hebben dat het geen vruchten zijn, zouden ze wegblijven. Ook als er later wel vruchten komen.
Wat in ieder geval werkt zijn fysieke barrières: duivenpin, net en kooi, draden.
Zie bessenkooi. Wegens vogelgriep is er jaarlijks een ophokplicht. Het loont de moeite om een grote afgeschermde kooi te maken voor de kippen, en daar kan je dan gelijk ook veilig een laagstam kerselaar in zetten. Een combinatie met dubbel voordeel. (En kippen eten ook de vliegjes die uit de grond opstijgen en voor wormpjes in de kersen kunnen zorgen.) Takken die door het daknet dreigen te gaan kan je tijdens het kersenplukken al afbreken om de vruchten te oogsten. Dat kan je daarbuiten trouwens ook doen met de zwaarbeladen takken die buiten bereik staan. Zo kan je die toch nog oogsten, en kan de boom zijn energie elders investeren, waar je wel aan kan.
Een aantal toepassingen vind je ook onder reiger, breedwerpig zaaien en fladry.
Veren van kippen of duiven in de tuin zou vogels afschrikken. Het lijkt dan of er daar roofvogels actief zijn.
Voorzie een vogelbadje: vogels eten vaak bessen of kersen omdat ze hun dorst willen lessen maar geen water vinden.
Plaats de juiste vogelkastjes (vorm en opening) voor gewenste insecteneters. (Maar vogels maken ook zonder kastjes als eeuwen hun eigen nest.)
‘Raamslachtoffers’ voorkomen
Doorkijk- en spiegeleffecten maken dat vogels tegen het glas botsen. Dat is in 50% van de gevallen fataal. Je kan dit risico sterk verminderen door dingen op het glas te plakken: vogelsilhouetten, maar belettering of kunstreproducties werken ook. Dat moet wel aan de buitenkant worden aangebracht, anders zien zangvogels het niet door de reflectie van glas.
Voedingsindustrie
Voedingsindustrie
Van mammoet tot Big Mac, lezenswaardig boek van Staf Hendrickx geeft hierin een verhelderend inzicht.
“De vier grootste agromultinationals (Cargill, Tyson Foods, Brf en Alltech) controleren ongeveer 42% van de wereldvoedselmarkt, 82% van het rundvlees, 63% van het varkensvlees en 53% van de braadkippen. De Amerikaanse vleesindustrie had in 2011 een omzet van 186 miljard dollar, meer dan het bnp van Hongarije of Oekraïne. De Amerikaanse grootwarenhuisketen Walmart staat met een jaaromzet van 482,1 miljard dollar op nummer 10, voor landen als Spanje, Nederland en Australië.
In 2011 verhandelde de beurs van Chicago voor meer dan 4.400 miljoen ton tarwe terwijl de totale wereldproductie slechts 1.850 miljoen ton was. Op één dag wordt in Wall Street evenveel geld verhandeld als de opbrengst van de hele Belgische economie in vier maanden.
In de geglobaliseerde wereld verhuist het voedsel naar waar het geld zit. Als jij in de supermarkt een ananas voor 2 euro koopt, dan gaat 41% daarvan naar de supermarkt, 38% naar de multinational, 17% naar de plantage-eigenaars en slechts 4% naar de landarbeiders.
Zelfs in de restaurantwereld veroveren multinationals de internationale markt met McDonalds als number one, gevolgd door Yum!Brands, de eigenaar van KFC en Pizza Hut, en verder Starbucks, Burger King en Subway.
Na de Amerikaanse supermarktketen Walmart met 2,2 mio werknemers is McDonald’s nummer 2 met 1,5 mio personeelsleden. De term ‘een McJob’ staat ondertussen voor een laag betaalde job zonder promotiekansen.
Gigantische hoeveelheden voedsel worden verwerkt tot veevoeder: 16% van alle tarwe, 68% van alle maïs, 68% van alle gerst, 77% van alle soja. Zo importeert de EU jaarlijks 40 mio ton soja, voornamelijk voor veevoeder. Daar heb je 15 mio ha landbouwgrond voor nodig in Amerika.
Grote hoeveelheden soja, maïs en palmolie worden ook verwerkt tot biobrandstof.
Tijdens de voedselproductie en -verwerking gaat in EU alleen al 30% of 89 mio ton verloren.”
In feite moeten we terugkeren naar het principe dat niemand eigenaar is van de aarde, zeker niet die 1% superrijken, maar dat we samen het tijdelijk vruchtgebruik hebben gekregen.
Bodem(leven) cultiveren
Recente inzichten maken steeds duidelijker dat een gezonde bodem de belangrijkste voorwaarde is om op langere termijn gewassen te kunnen oogsten. Dat betekent o.m. dat de bodem zo weinig mogelijk verstoord of bewerkt wordt, en het jaar rond zoveel mogelijk (bedekt of) begroeid blijft. En dat dinosaurus-zware machines die de bodem verdichten en het bodemleven versmachten en verzuren, vermeden worden. Vooral het (steeds) dieper ploegen (omwille van die verdichting) is erg schadelijk.
Waar ‘de bodem cultiveren’ voorheen betekende: omwoelen, verkruimelen met een cultivator (woeltanden en messen), betekent het nu steeds meer: het bodemleven verzorgen. Daarbij wordt dan vanzelfsprekend iedere verstoring en vergiftiging gemeden.
Een levende bodem slaat CO2 en water op, de belangrijkste basisbehoeften van planten. Stikstof producerende gewassen en tussengewassen die op het land blijven zorgen voor een levende aarde met veel organisch materiaal, verbindende schimmels en een enorme massa aan micro-leven, van bacteriën tot wormen. Bodemmicrobiologe Elaine Ingham is oprichter van Soil Foodweb Inc. Ze inspireert het cultiveren van een gezonde en levende bodem.
Landbouw zonder ploegen of grond omwoelen wordt no-till (farming) genoemd en is de basis van de Regenerative Agriculture of herstellende landbouw. Edward H. Faulkner is de vader van de no-till (geen grondbewerking) methode. Hij schreef Plowman’s Folly in 1943.
De FAO (Voedsel en Langbouw Organisatie van de VN, 2014) stelt: als de landdegradatie in het huidige tempo verdergaat kan de wereld misschien nog 60 jaar oogsten. Regen en wind zorgen dat de vastgereden en kapot geploegde kale, ooit vruchtbare bovenlaag definitief weggespoeld en geblazen wordt.
Prof. Jean Poesen stelt dat er per jaar wereldwijd 35 miljard ton goede aarde of bodemkapitaal volledig verdwijnt (door foute landbouw en overdreven ploegen).
De Dust Bowl (jaren ’30, vooral 34-36) heeft veel Amerikaanse boeren geleerd hoe het niét moet: ploegen, onbedekte grond, monocultuur zorgt voor uitdroging en erosie.
In de evolutie van het biologisch tuinieren zie we deze trend groeien. Het begon met het bannen van niet-biologische mest- en sproeistoffen, gebruik van aftreksels, bodembedekking met dood materiaal (mulch), combinatieteelt, permacultuur, hernieuwende landbouw en voedselbossen. Iedere verbetering in harmonie met de natuur is een vooruitgang. Waarbij ik wel wil stellen: ik vind dat iedereen die het ‘goed’ doet alle respect verdient. Ik erger me geregeld aan de heilige criticasters die vinden dat ze het zelf toch net wel nog wat béter doen.
Droogteresistente gewassen
Regulier gazon haalt water uit de bovenste 10 tot 15 cm, droogtegras wortelt 60 cm en dieper.
Rietzwenkgras is bijzonder sterk en wortelt diep, maar oogt ook grover en voelt iets stugger aan wanneer je er met je blote voeten op loopt.
Op erg droge zandgrond kun je kleimineralen (bentoniet, leem, klei) toevoegen.
Het succes van een grasmat die beter bestand is tegen droogte, schuilt in de bodem.
Droogtetolerantie is in de natuur vaak gekoppeld aan een lagere productiviteit, hetgeen een keuze ook moeilijk maakt.
Engels raaigras (Lolium perenne) heeft een goede voederkwaliteit, en kan ‘verbeterd’ worden naar droogtetolerantie. Rietzwenkgras (Festuca arundinacea) is droogtetoleranter maar moet dan veredeld worden tot een betere voederkwaliteit.
In de Vlaamse landbouw werd al flink geëxperimenteerd met droogtetolerante(re) gewassen als soja, kikkererwt, sorghum, luzerne.. Quinoa werd positief getest in Herent, en in West-Vlaanderen. Als je ziet hoe het inheemse neefje melganzenvoet hier succesvol blijft in hitte en droogte is dit zeker een goed spoor.
Er worden meer druiven, rode bonen, zoete aardappelen, kikkererwten en ook genetisch gemodificeerde droogteresistente graangewassen geteeld.
Dit zorgt voor risico- en financiële spreiding, meer diversiteit en rotatie en dus een betere beheersing van ziekten en plagen.
De droge en hete zomer van 2022 toont me enkele kandidaten die daar weinig problemen mee hebben. Tussen de voegen in de oprit groeit enthousiast postelein en lavendel. Droger en warmer is de trend, maar de zeer natte zomer van vorig jaar waarschuwt ook dat de afwisseling tussen hete droogte en wegspoelende regenbommen onvoorspelbaar is.
De Vlaamse monocultuur kweekt vooral veevoer: grasland (42%), voedermaïs (13%), wintertarwe (13%), aardappelen (7%), suikerbieten (4%) en korrelmaïs (4%).
Proef 2019 ILVO (Instituut voor Landbouw-, Visserij en Voedingsonderzoek): 2 percelen mais i.v.m. grondkwaliteit: op het perceel met 1,5% organisch koolstofgehalte was er geen bladverbranding, wel op het perceel met 1,1% organisch koolstofgehalte.
Veel boeren moeten nog veel leren over herstellende (regeneratieve) landbouw. Houdt de grond bedekt, en ploeg of bewerk niet of zo weinig mogelijk!
Door fotosynthese zetten planten kooldioxide en water om in suiker (glucose). Het tussenproduct bestaat bij 95% van alle planten uit een carbonzuur met 3 koolstofatomen. Ze worden C3-planten genoemd. Daarnaast zijn er nog 2 afwijkende vormen.
Een aantal grassen als mais, suikerriet, amarant, sorghum, rogge en gierst zijn C4-planten &. Zij gebruiken een tussenstap met een verbinding met vier koolstofatomen. Door verminderde fotorespiratie kunnen ze meer suikers produceren, en zijn ze beter bestand tegen droogte en hitte.
CAM-plant (& Crassulacean Acid Metabolism) slaan 's nachts CO2 op (als appelzuur) en kunnen daardoor overdag de huidmondjes gesloten houden, waardoor ze weinig vocht verliezen en in droge gebieden kunnen overleven. Vb. kaktussen, agaven en ananassen.
Postelein (Portulaca oleracea) combineert beide systemen.
Enkele zichtbare kenmerken van aanpassing aan droogte
dieper wortelstelsel, kleine blaadjes (denk aan naalden: cactus, den), vlezige bladen (zoals vetplantjes, rotsplanten, postelein), behaarde bladeren (geven schaduw, vangen dauw), wasachtige bedekking (weerkaatst licht, vermindert opwarming en verdamping).
Vaak kunnen ze hun huidmondjes sluiten om vochtverlies te beperken.
Droogteresistente groenten & zijn vaak soorten die snel volgroeid zijn. Dus ook miniatuurvariëteiten (zie Ä dwerggroenten) doen het goed. ≡
Sommige gewassen (zoals oude Franse bindsla- en bataviarassen, pastinaak, kliswortel, snijbiet,...) wortelen dieper en kunnen dus beter tegen droogte. Kerstomaten groeien en wortelen sterker dan vleestomaten.
Ook geschikt: amarant (graanachtige zaden); artisjok Jeruzalem, Globe; asperges (eenmaal opgezet); aubergine; boerenkool; ayote (Cucurbita argyrosperma, cushaw squash Groen gestreepte); boomspinazie; komkommer Armeense; (lavendel); maïs ‘Hopi Pink’, ‘Black Azteekse’; meloen 'Irokezen'; mierikswortel; mosterd; okra; paprika's; peulvruchten (eiwitgewassen): boon (Tepery, mottenboon), erwt Cowpea (zwartogige), kikkererwten (diepe wortels, kleine haartjes), limaboon ‘Jackson Wonder’, linzen (Lens culinaris), sperziebonen en stokbonen (kort groeiseizoen); peterselie; pistache; postelein; quinoa; rabarber (eenmaal rijp); rode biet; snijbiet; spinazie Nieuw-Zeelandse; tomaat, best kerstomaten; watermeloen Sugar Baby; wortelen; zoete aardappel.
Hulpmiddelen om met droogte en hitte om te gaan
Gebruik veel Ä mulch en bodembedekking (vogelmuur)
Zorg voor schaduw (-doek of planten, klimmers, maïs, hegje)
Plant in groepen i.p.v. rijen: efficiënter water te geven, minder uitdroging
Gebruik Ä olla's,
Pas het Ä doopselprincipe toe
De wortelschijf van veel bomen is -te zien na windworp- niet dikker dan 30cm. Door een overaanbod aan stikstof & moeten bomen niet diep wortelen, waardoor ze bij droogte problemen krijgen. Bovendien lossen calcium, magnesium, kalium en natrium door stikstof op en spoelen weg. De schimmelhuishouding verandert en 1.000-den bomen, veel eiken, vallen. (Natura 2000-gebied De Brabantse Wal. Nl) (Zie ook Ä Hellingbeplanting en Ä Doopselprincipe)
Op Lanzarote (wijngebied La Geria) worden druiven gekweekt in hoyos, trechtervormige kuilen (tot 3m diep en 8m doorsnede) in de zwarte vulkanische grond. In een halve cirkel met lavastenen daarrond gestapelde muurtjes (Abroyos) beschermen de plant tegen de wind, en vangen dauw en condenswater op.
Welwitschia mirabilis groeit in de kuststreken van Angola en Namibië en kan 500 tot 600 jaar, sommige zelfs tot 2.000 jaar oud zijn. De jaarlijkse regenval (1–100 mm) en condensatie van mist (50 mm equivalent) zijn onvoldoende om te overleven. De plant haalt haar water vooral uit ondergrondse waterbronnen en -stromen. In Namibië zijn er veel door verzamelaars weggeroofd. In Angola veel minder, met dank aan de landmijnen.