BoomzaagenaksEen zaag is een dun en vlak, meestal metalen gereedschap met tanden om groeven weg te schrapen uit zachter materiaal (hout, steen, metaal…).Het zaagblad kan vlak zijn, maar ook lintvormig, klok- of cirkelvormig. Voor harder materiaal zijn de tanden meestal kleiner.

ZettangenDe tanden worden gezet of gesteld: even tanden naar links, oneven tanden naar rechts geplooid. (Soms maar één zijde.) Hiervoor bestaan speciale tangen waarvan de hoek kan ingesteld worden, zodat die steeds gelijk is. De tanden moeten zo breed uit elkaar staan dat de zaag niet kan vastlopen in het te zagen materiaal. Voor nog ‘werkend’ groen hout is dat breder dan voor droog materiaal. Ze mogen niet zo breed openstaan dat er tussen links en rechts een opening zou zijn, de snijvlakken van de tanden moeten elkaar blijven overlappen.
De tanden zelf worden allemaal in dezelfde hoek scherp gevijld, zowel voor de stoot- als voor de trekrichting.

De eerste, primitieve zagen werden al in de steentijd gebruikt, waarschijnlijk waren het dierenkaken.

Draadzagen zijn al eeuwen oud.

Spaanse veroveraars zagen in Costa Rica tot hun verwondering dat inboorlingen in korte tijd een stalen zwaard doorzaagden. De snoerzaag was een met hars bestreken bamboevezel die met harde steenslag was gepaneerd. Ook in het Amazonegebied slaagde oerwoudindianen er op die manier in om van een stalen bijl er twee te maken.

SpanzagenHouten spanzaag


Een dun metalen zaagblad heeft vaak te weinig stijfheid om praktisch bruikbaar te zijn. Het wordt dan in een beugel of boog gespannen. Vroeger was dit een houten lattenconstructie in H-vorm. De onderdelen konden wat scharnieren. De zaag werd er beneden tussen gezet. Bovenaan werd een lus rond de twee stijlen gespannen. In het midden kwam er tussen de twee touwen een latje, dat tot even voorbij de dwarsligger van de H kwam. Door dat rond het touw te draaien en te twijnen, kwam er bij iedere slag meer spanning op het zaagblad. Het latje werd tegen de dwarsligger van de H door de torsie van de touwen vastgehouden. Eenvoudige en efficiënte techniek.

Zeven vrouwen aan een ronde tafel: een cirkelzaag.


Steen zagen

In het paleis van Tyrins (Griekenland) heeft men een koperen zaagblad gevonden met 1,6 mm lange tanden van amril, om zachte steen te zagen.
(volgens ‘De verrassende kennis van onze voorouders’, Willem Sandermann).
Marmer werd door de Romeinen met ijzeren bladen en zand gezaagd. In Turkije gebeurde dat met zijden draad en zand.
Voor bouwprojecten in het oude Egypte zouden koperen zagen gebruikt zijn met een slijpmiddel van kwartszand om graniet te zagen (Denys A. artikel ‘Ancient Egyptian Granite-Working Methods in Aswan, Upper Egypt’ in het tijdschrift Antiquity). Bij zijn experimenten hadden werklieden 14 uur nodig om een gleuf van 3 cm diep en 95 cm lang uit te zagen, en het zaagblad was daarbij 7,5 mm afgesleten.
 (zie ook <Steen (bewerken)>)