Een eenvoudig kleinood: een schroef. Hoe werd die vroeger, voor de industrialisering, met de hand gemaakt? Een gekke vraag? Bij iemand die (in Vlaanderen) een vijs kwijt is, zit er (in Nederland) een schroefje los: die is niet goed snik. Maar ik ben wat zot gedraaid, en ging dus toch op zoek…
De geschiedenis van de schroef staat op losse schroeven (=onzeker).
Uit hout gesneden schroefdraad werd voor het eerst in Egypte (rond 2500 v. Chr.) gebruikt voor (olijfolie en wijn-) persen. Archytas van Tarentum (428 v.Chr. - 347 v.Chr.) zou er de Griekse (her)uitvinder van zijn. Archimedes (287 v.Chr. - 212 v. Chr.) gebruikte het schroefprincipe in zijn beroemde spiraal om water op te vijzelen. Mogelijk bestond ze al vroeger in Egypte. Ze werd gebruikt voor landirrigatie en om lenswater van schepen te verwijderen. De Romeinen gebruikten de schroef van Archimedes om mijnen te draineren. Ze werd in de eerste eeuw na Christus in ‘Mechanica’ van Heron uit Alexandria beschreven.
Bij de Romeinen werd ook een schroef als slot gebruikt om een grendel of deurbalk vast te zetten.
De moer was in de deur bevestigd. De sleutel (balanagra) paste nauwkeurig op het schroefhoofd.
Ons woord ‘schroef’ komt via het oud Franse escroue van het Latijnse scrofa, net als het Engelse screw. Een geschrift uit 1477 vermeldt al een schruyve. In 1567 werd geschreven dat ‘De persse [is] ... van bouen vast gemaect met spien, sluetelen, vysen, oft scroeuen.’
De klassiek Latijnse betekenis van scrōfa is (wijfjes)varken. Later ook (varkens)vagina en gat. Een vroeger soms gemaakte link met de schroefdraadvormige varkensstaart is minder waarschijnlijk. Sinds de 18e eeuw spreekt men ook van moeder- of moerschroef, ‘schroefmoer’ en vader- of vaarschroef. Vandaar onze moer. Ook Toon Hermans vond het verband in zijn vertaling uit het Frans: L’ amour = het schroefje. ?
Als klemwerktuig is het woord een onderdeel van bankschroef en duimschroef. De schroefdraad wordt hier gebruikt om iets te verplaatsen en druk uit te oefenen.
In het Zuid-Nederlands spreekt men van vijs (oud Franse ‘vis’), herkenbaar in vijzel.
De vroegste schroeven werden met de hand gemaakt, geen twee schroeven waren gelijk. Het in vorm vijlen van de schroefdraden op een staafje was tijdrovend en maakte schroeven zeer duur. Van kop tot draad kenmerken vele vijlsporen dit oude handwerk. Spoed (de verplaatsing van de schroefdraad bij één omwenteling) en draadvorm waren onregelmatig.
Waarschijnlijk is de eerste metalen schroef uitgevonden door een Duitse klokkenmaker rond 1513.
De Duitse mijnbouwingenieur Agricola beschreef in 1556 hoe metalen schroeven werden toegepast als beter alternatief voor spijkers.
In 1586 maakte Jacques Besson, hofingenieur voor Charles IX van Frankrijk het eerste schroefsnijapparaat. Na makers van wetenschappelijke instrumenten zoals microscopen, ontwierpen ook klokkenmakers en wapensmeden schroefsnijmachines. Antoine Thiout introduceerde rond 1750 een draaibank met een schroefaandrijving. In 1760 dienden de Engelse broers Job en William Wyatt een patent in voor het eerste automatische schroefsnijapparaat. Hun machine kon 10 schroeven per minuut afsnijden.
In 1770 vond de Engelse instrumenten maker Jesse Ramsden (1735-1800) de eerste goedwerkende schroefdraad-snijdende draaibank uit. Landgenoot Henry Maudslay (1771-1831) vond in 1797 een grotere uit waarmee schroeven in massa konden gemaakt worden. In Amerika vond David Wilkinson in 1798 soortgelijke massaproductiemachines uit.
De Brit Sir Joseph Whitworth is de bedenker van een universele schroefdraad (1841) en standaard.
Ten noorden van het Bodenmeer in Duitsland ligt de burcht Wolfegg. In de bibliotheek ligt een 15e-eeuws boekwerk met de eerste beschrijving van de schroevendraaier. De schroeven waren vooral nodig voor harnassen, maar later ook voor mechanische onderdelen van schietwapens waarvoor wapensmeden de schroevendraaier rond 1740 verder ontwikkelden.
In de natuur komt een schroef-en-moer beenverbinding voor bij de Papua-kever, ze maakt een rotatiebeweging mogelijk. Schroeven zitten in ons DNA. Of tenminste de helixvorm.
Tips & trucs:
- Gebruik het juiste, goed passende formaat schroevendraaier.
- Wanneer een schroefgat door slijtage te groot werd kan je het gat groter boren en er een deuvel in slaan om hierin een nieuw gat te boren.
- Er bestaan one way (eentoerige) of veiligheidsschroeven die inbraakveilig zijn voor sloten en deuren. Je kan ze er in, maar niet er uit draaien.
- Vastzittende schroeven los krijgen:
- geef er een paar tikken op
- of gebruik een slagschroevendraaier
- verhit de kop met een soldeerbout. De schroef zal wat uitzetten en na afkoeling weer krimpen. En dan lukt het vaak wel.
Heb je ooit zo iets gezien?
Een zéér merkwaardig kleinood. Maar wel een heel eenvoudig en sterk ontwerp. Gaat het om een uniek concept, of om een toevallig probeersel dat in de plooien van de geschiedenis verloren ging, en toevallig in 2020 ontdekt werd?
Het fijne aan een websites en blog is dat je wereldwijd interessante vragen, contacten en ideeën krijgt. Van Alaska (over bomen ‘wateren’) over Indië (koolstofvoetafdruk) tot Brazilië (grondwaterputten). En recent (mei 2020) een mailtje van Jim Escobar, “‘Old Screw Found in NW USA (SW Idaho), near Oregon Trail”. Zijn 10-jarige zoon James (jr) trok er op uit met zijn metaaldetector, en keerde huiswaarts met een roestige spijker. Via zoekwerk op internet vonden ze in mijn Engelstalige site Surv’live’l (mijn vertaling van t-over-leven) het artikel dat ik schreef over de oudste gevonden schroeven. Want de gevonden ‘spijker’ had duidelijk één groef in de kop, en een gedraaide schroefdraad.
Als je het ziet lijkt het eenvoudig en duidelijk. Je smeedt een vierkante spijker en verdraait de vierkante schacht meer dan 360°. Ik vermoed dat dit met een wringijzer zelfs koud kan gedaan worden.
Alleen: in alle gekende oude schroeven werd de draad manueel uitgevijld. Een zeer tijdrovend en duur werk dat duidelijk leesbare sporen nalaat. Als het zo eenvoudig kan met smeedwerk, waarom kenden we dit systeem dan niet? Waarom zijn er (bij mijn weten) nooit dergelijke exemplaren gevonden? Een schroefnagel ‘avant la lettre’. Ik hoop dat onderzoek (bij Smithsonian en/of elders) meer licht op deze vondst kan werpen. Het lijkt me erg speciaal: zowel het product, als het feit dat er in onze geschiedenis blijkbaar niets over bekend is.