Schoffelen (en/of mulchen) is onontbeerlijk in bioland- en tuinbouw. En zeer tijdrovend. Voor een tuin lukt het nog wel, maar voor een veld (maïs, bieten) levert geschikt materiaal veel tijdwinst.
Ik heb een (hand)schoffelmachine gemaakt van het voorwiel + vork + stuur van een kinderfietsje. Tussen de vork en het stuur heb ik een halve-duimse buis van ca. 130 cm gelast. Zo kan ik het wiel ca. 2 meter voor me uit sturen. 40 cm achter het wiel is verticaal richting aarde een rechthoekige buis met een moer op (een gat) gelast. Van een oud zaagblad heb ik schoffels gesmeed van verschillende breedte: 12, 20 en 30 cm. De stelen hiervan kan ik in de rechthoekige buis vastschroeven.
Hiermee kan ik tussen de plantrijen rijden. Minstens 10 x sneller dan handmatig schoffelen.
Mijn zaai- en plantafstanden zijn aangepast aan de schoffels, ongeveer 4 cm meer dan hun breedte. Zodat je niet té nauwkeurig moet mikken. Anders ben je door de snelheid je gewassen ook mee aan het wegdoen.
Het wiel moet minstens 30 cm doormeter hebben, anders loopt het zwaar en zelfs vast in rulle grond, en blokkeert het op dikkere kluiten.
Als je de verbinding tussen stuur en as op ca 40 cm. van de as een knik laat maken, zodat het korte stuk naar het wiel ongeveer evenwijdig aan de aarde staat, werkt het makkelijker.
Zal wel iets met de richting van de uitgeoefende kracht te maken hebben vermoed ik.
Vroeger werden er ook al wielschoffels gemaakt, meestal met 2 ijzeren wielen, waar de plantrij tussen bleef. Achter ieder wiel was er een mes. Die konden verder of dichter bij elkaar gemonteerd worden (meestal lichte V-vorm, punt naar de ‘bestuurder’). Ieder wiel had een houten stang. Naar boven werden die alle twee dan twee maal met elkaar verbonden.
Ik had voor mijn fietsschoffel of krui-schoffel (met 1 wiel en 2 handvaten lijkt het ook wat op een kruiwagen) ook nog
een cultivator of trektand: achter elkaar 1, 2 en 3 naar voor geplooide tanden, en een aanaarder, om aardappelen aan te aarden: een puntige, ca. 15 cm hoge V die ik met de punt naar voor tussen de rijen reed. (Als 2 met de punt aan elkaar gemaakte ploegschelpen. Met ronde schijven kan het ook. Zelfs een klein ploegje is mogelijk.)