wolspinnenDoor te spinnen worden de wolvezels in elkaar gedraaid tot een sterkere draad. Het aantal draaiingen waarmee het garen gesponnen wordt, noemt men de hoeveelheid twist. Je kan gewoon met je vingers de wol samendraaien. Zo maak je meestal een startlont. Daarna ga je verder met een hulpmiddel.

 

Een spintol is een houten naald, verzwaard met een schijfje (hout, klei, steen).

De klos is eigenlijk een vliegwiel, het gewicht geeft ook de nodige spanning. Draaiing (twist) geeft stevigheid, toevoer geeft dikte. Een haakje op de top is handig. Maak de startlont aan de kruising vast en hang ze naar beneden. Neem een pluk wol, pluis er wat van ongeveer de gewenste dikte uit, en draai het rond de lont. Geef nu telkens de tol een zetje om rond te draaien, en pluis tussen het draaien telkens wat wol los om de draad te voeden. Als de tol de grond gaat raken, wind je de wol er rond en gaat weer verder met spinnen. Mits wat oefening kan je hiermee dunne en gelijkmatige draden spinnen. De draaiende tol twist het garen.

Een woldraad verlengen kan zonder knopen: breek een stuk af (niet knippen!), maak beide einden los en pluis ze wat uit.  Die rafels kan je in elkaar zetten en tussen je handen (met wat speeksel) samenrollen.

 

SpinnenwielMet een spinnewiel gaat het nog makkelijker, beter en sneller. Met een trapper houd je het aandrijfwiel draaiend. Het verbindend aandrijfsnoer laat de klos draaien. Aan de klos wordt een startlont geknoopt en door het spingat gehaald. Hier maak je weer de wol aan vast. Het spinnenwiel zou rond 700 in Indië uitgevonden zijn.

Met een rem kunnen we de spanning groter of kleiner maken, zodat de klos sneller of trager draait. De dikte van de draad wordt bepaald door de hoeveelheid wol die je toevoert door het spingat. Na wat oefening krijg je hier de nodige feeling voor.

Toen Brigitte haar breiwinkel opende gaf ik haar een groot bokaal cadeau met 3 wolvissen (Cetacea lane). Het past prima bij haar zaak. Nu moet ze die natuurlijk wel iedere maand scheren. Maar na jaren levert het nog steeds een interessante babbel op met de klanten. Een wolvis is niet alledaags. En er zijn- hoewel hij in de etalage staat, nog steeds klanten die niet geloven dat een wolvis echt bestaat.