Als schapen niet geschoren worden, zullen ze geregeld wol verliezen of afschuren. Je zal dus zelden wolvezels van 30 cm vinden. Om wol te verzamelen (en te verwerken) is het natuurlijk handiger om schapen te scheren. Eén volwassen schaap levert 3,5 tot 4 kg wol.
Wol bestaat uit zachte, dunne haren van de vacht.
In tegenstelling tot haar heeft wol schubben, waardoor er zaden en takjes in blijven hangen.
Wol is ook gekroesd. Het heeft tot 20 bochten per 2,5 centimeter. Dit houdt de lucht goed vast, waardoor wol een goede warmte-isolator is. De schubben en de kroes maken dat wol kan gesponnen worden. De vezels haken daarbij in elkaar en blijven zo vastzitten.
Wolvezels variëren in dikte, van 10 micrometer voor fijne wol in de binnenvacht van Merino schapen tot 40 micrometer in de buitenvacht van Shetlandschapen. De dunste vezels geven het minste irritatie op de huid. De meeste mensen krijgen last van kriebelen als wolvezels dikker zijn dan 28 micrometer. (Dit heet het jeukpunt.)
Wol kan veel vocht (tot 40% in gewicht) uit de lucht opnemen zonder zelf vochtig aan te voelen.
Andere gekende wolleveranciers zijn
- het angorakonijn: de wol is heel zacht en heel licht. Om hem sterker te maken wordt angorawol gemengd met schapenwol of andere vezels.
- de Kasjmirgeit uit Midden Azië,
- de Alpaca, die leeft in de Andes in Zuid-Amerika.
Wolvarkens (Mangalitsas, mangalica) zijn (Hongaarse) varkens met een vacht die lijkt op (plukjes) wol, licht tot donker gekleurd, van bijna kaal tot flink bewold. Ze worden echter –voor zover me bekend- enkel (op beperkte schaal) voor het vlees gekweekt.
(Wolvet: zie <Zalf-creme-vaseline>
Verschil haar – wol - vacht – pels - bont
Haar is een uitgroeisel van de opperhuid.
Vacht of pels is de dichtbehaarde huid van een zoogdier. Gelooid wordt het bont (of ook pels) genoemd.
Een vacht bestaat vaak uit twee lagen. De ondervacht (of onderwol) heeft fijne, isolerende (onder)haartjes, maar is niet altijd aanwezig. De dekvacht heeft langere bovenharen die dakpansgewijs hangen, waardoor hij waterafstotend is.
De newfoundlander heeft een dubbele vacht. de poedel heeft enkel haar.
Diverse schapen hebben ook een dubbele vacht, met zachte onderwol, en daarboven een buitenvacht met lange haren.
Wol en haar bestaan vooral uit het vezeleiwit keratine. Bij haar zijn er zo’n zeventig follikels per cm². Uit de secundaire follikel groeit uitsluitend wol. Het wolras Merino heeft zeer veel secundaire follikels: liefst 7000 per cm²!. Hun fijne wolvezel heeft geen medulla (centrale kern van harde cellen) maar een hol centrum.
Wol |
haar |
|
Medulla (merg) |
Bijna afwezig |
Sterk aanwezig |
Cuticula (buitenkant) |
Onregelmatig |
Regelmatig en zacht |
Buitenkant |
Ruwe dakpannetjes, openstaande schubben |
Zacht, gladde, meer gesloten schubben |
Doormeter |
Klein |
Dikker, sterker |
Groei |
Permanent, te scheren |
Stopt op bepaalde lengte, valt uit |
Zachtheid |
Zacht |
Stugger |
Elastisch |
Elastisch door kroezelige structuur (tot 8 bochten/ cm, ‘crimp’) |
Minder |
Dichtheid |
Haarzakjes zeer dicht bij elkaar |
Minder haarzakjes |
Vorm |
Gekroesd |
Recht(er) |
Isolerend |
Goed |
Minder |
Vocht vasthouden |
Meer (12-17%) |
Minder (7-12%) |
Kleuring vasthouden |
Permanent |
Tijdelijk |
Glans |
Meer |
Minder |
Ontvlambaar |
Amper |
Wel |
Mensen zijn schapen. TV is de herder.
( Jess C. Scott )