Het woord "atlatl" is van Azteekse oorsprong. (Een ander woord voor atl is aandrijfhout.)

atlatlDe lengte van een speerwerper is ongeveer de afstand tussen wijsvinger en oksel, dus 50 à 65 cm.

Door de hefboomwerking van de met bijna een halve meter verlengde werparm kan je speren met meer kracht en verder werpen. Ook de speersnelheid is hoger. Een lange werparm zorgt voor een hogere vlucht en een groter bereik. Maak hem van bijvoorbeeld hazelaar.

De effectieve jaagafstand ligt rond de 30 meter. Deze afstand zorgt voor voldoende penetratie en maakt dat het dier na verwonding nog snel bereikbaar is.

 Je vindt vorm en gebruik vandaag nog terug in enkele gadgets: ballenwerper om met de hond te spelen, visvoer werper.

De Romeinen vervingen de atlatl door de minder krachtige maar lichtere amentum, een lederen veter waarvan de lus rond vingertoppen van wijs-en middenvinger ging.

In Canada (zuiden van Yukon, 2018) werd een 6.000 jaar oude 2 m lange werppijl opgegraven. Hij had een stenen punt en 3 delen van berkenhout, met pezen verbonden (misschien hersteld?). Op de pezen werd castoreum (bevergeil) gevonden, mogelijk gebruikt als kleurstof, conserveer- of kleefmiddel.

Azteken hadden ook een versie van de atlatl waarbij de handgreep vervangen was door een schijf met 2 gaten waar wijs- en middenvinger doorgaan. De lichtgewicht speer (of lange pijl) rust er dan tussen. Een leren riempje was een alternatief voor de schijf.

Hun eigen (lancet- of) bootvormig model noemden de Aboriginals een Woomera &.


Waarschuwing bij gebruik van wapens:....PAS OP!"
Boemerang: hout met heimwee.
(Patrick De Witte)