Een koe (Bos taurus) geeft gemiddeld 25 liter melk per dag op 315 dagen per jaar. Dit komt neer op 7.875 liter.
In 1900 was dat zo'n 2.500 liter melk, en in 2006 is dat al tot 7.800 of zelfs 12.000 liter per jaar.
Een koe kan 20 jaar worden, maar gaat in de melkerij gemiddeld maar 5 à 6 jaar mee.
Er zijn wereldwijd meer dan 1.000 verschillende runderrassen.
Een pasgeboren kalf weegt ca. 40 kg en wordt bij een vetmester op een jaar tijd nog 160 kg zwaarder. 

koeIn de melkblaasjes van de uier wordt melk gevormd door melkvormende cellen die de nodige bestanddelen uit het bloed halen. Er moet 300 tot 400 liter bloed circuleren om 1 liter melk te maken.
Uit een Nederlands onderzoek blijkt dat bijna de helft van de ondervraagden niet weet dat een koe alleen melk geeft als ze is bevallen van een kalf. In principe wordt een koe in de eerste 10 maanden nadat een kalfje geboren is twee keer per dag gemolken. Ze moet dus jaarlijks naar de stier (of geïnsemineerd) en een kalfje krijgen om melk te geven.

Een koe eet ca. 13 tot 16 kg droge stof (DS) of 2 à 2,5% van haar lichaamsgewicht per dag (afhankelijk van leeftijd, kwaliteit, melkgift..). Afhankelijk van extra voeder is dit 40 tot 80 kilo gras/dag. Ze drinkt 50 l water (en meer). Als ze melk geeft, en het is heet en droog, loopt dit op tot meer dan 200 liter/dag. Melkgevende dieren hebben een grotere waterbehoefte: een melkkoe heeft 4 liter water extra nodig voor elke geproduceerde liter melk.
Een koe die haar eigen dag indeelt graast acht uren in drie rondes: bij zonsopgang, in de late namiddag en rond middernacht (vooral bij volle maan). In een loopstal eten ze 2 uur minder dan buiten.
Mestplekken worden niet begraasd. Zo mijden ze ook herbesmetting met maagdarmwormen.


Zij klemt het gras tussen de tong en de snijtanden van de onderkaak, trekt het met een korte hoofdbewegingen van de grond en maalt het tussen de onderste tanden en de kaken. De koe is een herkauwer met vier magen.
Als de pens (eerste maag) vol is, komt het gefermenteerde gras terug in de mond en wordt het fijngekauwd. De tweede maag, de netmaag, geeft het door aan de boekmaag. In deze derde maag wordt het vocht uit het verteerde voedsel gehaald. De vierde maag, de lebmaag lijkt het meest op de maag van niet herkauwende zoogdieren en maalt alles zeer fijn. Hier wordt het voedsel verteerd door spijsverteringssappen en doorgegeven naar de dunne darm.

Holstein-Friesians zijn zeer populaire melkkoeien. Dieren van het dubbeldoeltype (melk geven en vlees produceren) zijn momenteel zeldzaam. De vleestypes krijgen extreme spieren: men noemt ze dikbillen. Het percentage keizersneden loopt op tot 100% voor deze extreme bodybuilding kweeksels.


Stieren krijgen een ring door (het tussenschot van) de neus om ze onder controle te houden en hanteerbaar te maken. De neus is zeer gevoelig. Soms werd er een leidtouw van een hoorn naar de neusring gemaakt.
Er bestaan ook tangen of nepen om een hengst of stier bij de neus te nemen.


Omdat ze zo duur waren gebruikten kleine boertjes ook huurkoeien. In ruil voor verzorging, onderdak en voeding kregen ze belangrijke mest, melk en spierkracht. De dieren werden ook ingespannen om te ploegen en karren te trekken. De koe bleef bezit van de eigenaar. Bij verkoop werd de meerwaarde, het verschil tussen de aankoop en de verkoopprijs, gedeeld tussen de huurder en de eigenaar, die dus ieder de helft van die meeropbrengst kregen.

Een fabrieksboerderij met 1,25 miljoen melkkoeien produceert evenveel mest als 90 miljoen mensen. Na drie jaar zijn ze uitgemolken en klaar voor het slachthuis.

Koeien loeien volgens een Brits onderzoek uit 2006 met een eigen lokaal dialect, gebaseerd op dat van hun eigenaar / verzorger. Koeien groeten bekenden en maken oogcontact op 1,5 meter afstand. Dichterbij gaan ze waarschijnlijk slechter zien. Als hun geloei snel in toonhoogte omhoog gaan, betekent dat: ik heb iets nodig. Leonie Cornips, NL-Lab/Meertens Instituut. Koeien zijn net zo sociaal als honden.

Door de bouw van hun knieën en hun gewichtsverdeling kunnen koeien wel een trap op, maar niet af. 

Herkauwers (Ruminantia, onder de Artiodactyla, evenhoevigen) zijn herbivoren: geit, schaap, rund, gazelle, hert en giraf. Ze hebben vier magen: pens, netmaag, boekmaag en lebmaag. Nadat hun eten in de maag is geweest wordt het nogmaals in de mond herkauwd. digestie – truc -5 -

Kamelen herkauwen ook, maar vallen niet onder deze groep omdat ze 'maar' drie magen hebben.

In de netmaag/pens krijgt het voedsel tijd om voor te verteren. Symbiotische bacteriën breken het voor zoogdieren niet goed verteerbare cellulose in de celwanden van planten af tot glucose.

Bij jonge dieren worden de eerste drie magen nog niet gebruikt en zijn die nog niet uitgegroeid. Ze drinken enkel melk en hebben een grote lebmaag. Enzymen uit deze maag worden gebruikt om melk te stremmen (klonteren) tot kaas.

gallowayrunderen'Fantastisch, die koe wil ik hebben!' 'Wat staat er?'
'Te koop: koe die iedere dag kan kalven.'
 (JW van Besouw)
Koe:’Boe!’ Andere koe: ' Je neemt me de woorden uit de mond!'
Een paartje ziet een stier bezig. 'Ellen, mag ik ook een keertje?'
 'Tja, die koe zal daar wel niets tegen hebben?'
(Theo Persman)
'Hoeveel melk geeft die koe?' 'Twintig liter per dag!'
 'Hoeveel verkoop je daarvan?' 'Zesendertig liter!'
 (Max Tailleer)

(foto: Galloway runderen)