houten rijfOm vee (grazers) de winter door te helpen heb je (bergen) hooi nodig. Gras drogen kan je vergelijken met kruiden drogen. Het is een hels en eindeloos werk om het te maaien, te drogen en te verzamelen. Het lijkt misschien romantisch, en met moderne tractoren en machines kan je hectaren per dag verwerken. Maar als je er met eenvoudige middelen aan begint is het zwaar labeur. En alle hens aan dek: familie, buren…. Het hooi moet binnen zijn voor er weer een bui komt. Dat geeft in ons landje dus weinig tijd en veel druk.

Gazonmaaisel is niet geschikt. Het is te kort, ligt daardoor in plakken vast op elkaar en gaat schimmelen. Let goed op de weerberichten om op een geschikt moment te beginnen.

Maai geen droog gras. De zeis wordt er sneller bot op. Maai nat, ‘s morgens vroeg als het gras fris en stevig rechtop staat. Een houten steel en/of handvatten zijn dan wel prettiger dan koude metalen delen. Om te hooien mag je wel droger maaien, zodat het gras niet nat op elkaar blijft liggen.

zeisMaai hoog gras, liefst niet te oud. Keer en schud het dagelijks (2x) zodat het door en door kan drogen door wind en zon. Het moet frisgeel en geurig zijn. ’s Morgens moet je nog niet beginnen, alles is dan nog té nat. Laat eerst de dauw wat drogen. Afhankelijk van het weer en het keren zijn er 2 tot 5 dagen nodig. Het vochtgehalte zou dan nog slechts ca 15-20 % mogen zijn.
Om het hooi makkelijk en snel te kunnen keren leg je het gemaaide gras op rijen. Met een langs 2 zijden getande hooihark die je in de gewenste stand schuin t.a.v. de steel kan vastzetten werk je het snelst. Ook een riek, gaffel, hooivork (2 of 3 tanden) en mestvork zijn bruikbaar, vooral om oppers te maken. 

Hooi moet altijd minimaal 48 uur liggen om af te sterven hoe warm het ook is. Na zes tot acht weken kun je beginnen met het voeren van het nieuwe hooi, maar laat deze overgang geleidelijk verlopen.

Afhankelijk van het weer (temperatuur, vochtigheid, wind) krijg je het droog in 3 (natuurgebied) tot 6 dagen (bemest land).

Een gaffel is een tweetandige vork. (Van de gaffel in de greep vallen: van de tweetand in de drietand vallen, dus van kwaad tot erger). Ze worden gebruikt als hooivork en katapult. De term "gaffel" slaat ook op een tweejarig ree of hert dat in zijn tweede levensjaar een gaffelgewei krijgen met twee uiteinden.


Hooi dat nat werd kan je opnieuw drogen, maar de waarde gaat zeer sterk achteruit. In plaats van goed voer krijg je al snel strooiselkwaliteit.
Vochtig gestapeld hooi kan gaan broeien (als compost). Het wordt daardoor zo warm, dat een hele hooiberg spontaan kan ontbranden.

Op het land kan het tijdelijk opgetast worden in oppers of hooiruiters. Dek ze af, eventueel met een gekamde hooilaag die het water als over een strooien of rieten dak naar beneden laat lopen. Maak best een staketsel (driehoekige ruiter van staken) zodat het hooi de grond niet raakt. Het stapelen van het hooi hierop moet voorzichtig gebeuren, zodat het stevig blijft liggen, maar ook luchtig van onder en binnenuit droogt. Je kan er ook een rieten of strooien dak op maken.
Gebruik een droge plek (hooizolder, afdak) om de wintervoorraad op te slaan. Je kan een parapludak maken, of een dak dat langs de hoekpalen hoger en lager kan getakeld worden. Hooibergen of zolders zijn ideale schuilplaatsen voor muizen. Katten vinden het ook wel knus.

Door het lage vochtgehalte is het lang te bewaren (meer dan een jaar) omdat het ongevoeliger is geworden voor schimmels en andere micro-organismen. Het geeft niet als er andere kruiden en netels tussen zitten. Gedroogd lusten veel dieren ze wel. Na meer dan een jaar gaat de voedingswaarde van hooi snel achteruit. Het is goed, zolang het fris en kruidig ruikt.

MaaimachineHalf droog gewas (gras, maïs, ca. 20-50 % vocht) kan je inkuilen, een beetje zoals zuurkool maken. Stapel het zeer vast opeen zodat alle lucht er uit is. Druk het stevig aan. Dek het af met plastiek. Je hebt dus al een zware tractor en flinke lappen stevig plastiek nodig. De inhoud zal verzuren, maar levert goed voer. Zorg dat er weinig lucht bij kan, ook als je er voer uithaalt. Enkele kleine kuilen kunnen handiger zijn dan 1 grote. Hangt er natuurlijk ook van af hoeveel vee je hebt, en hoeveel voer je dagelijks nodig hebt.

Hooi was eeuwen lang het verpakkingsmateriaal bij uitstek. (Ook zowat het enige, naast stro en mos.)

Een hooiduivel is een kleine wervelwind waarbij hooi in een spiralende luchtstroom wordt gebracht. Het werd ook "een olde heks" genoemd.

Er zijn aanwijzingen dat boomhooi of bladvoer al minstens 3000 jaar gelden gemaakt werd, allicht vóór weidehooi. Het bladvoer werd vooral in berggebieden opgeslagen om de winter en droge perioden te overbruggen. Later ook als backup voor hooigewas dat makkelijk kan mislukken in natte zomers. Dieper wortelende bomen met schimmeldraadverbanden vinden ook in droge perioden en tijden vocht en voedingsstoffen.

Jonge stammen (tot max. 19cm) worden op 2,3 m tot 3,5 m geknot. Het spinthout zal dan meestal nog volledig overgroeien tot een vuistvorm of sterke 'bolling'. Met een tussentijd van 3 tot 4 jaar worden vanaf eind juni en tot juli (en zelfs september) takken (duimdik, of kleiner) met bladeren gesnoeid en strak gebundeld (zonder drogen) met gedraaide touwen van wilgen of hazelaar twijgen. Ze drogen gestapeld. Es (Fraxinus excelsior) en iep (Ulmus minor) lijken destijds de voorkeur te hebben gehad. (En in noodgevallen zelfs hulst (Ilex aquifolium) en klimop (Hedera helix)?) 

In ‘De agriciltura’ laat Cato (Romein, +- 150 AC) de boeren ook klimop en steeneikenloof als hooi voor runderen verzamelen.


Het is vaak heerlijk rusten in gras dat je ergens over hebt laten groeien.
 (C. Buddingh)
De boer lag zalig op de hooimeid.

 

 

hooien