Gebruik bij het maaien zo weinig mogelijk kracht (maar goed (afgesteld) materiaal). Maaien doe je door vanuit schouders en heupen brede cirkelvormige bewegingen te maken. Houdt de hiel van de zeis (achterkant) tegen de grond, en de punt wat omhoog. Zoek een cadans in het maaien: het gras in reepjes bij elkaar leggen, en kleine stapjes voorwaarts maken. Denk in centimeters, niet in meters.

De cirkelbeweging van de zeis gaat op een wijzerplaat, waarop je neus naar 12 u wijst, van ongeveer 2 uur tot 10 uur.

Enkel al doende ervaart en leert men. Maar ik probeer het concept, de theorie iets duidelijker te maken. Bij het maaien gebruiken we een combinatie van een complex samenspel van elementen.

De meeste bewegingen worden veel krachtiger als je ze een aanloopje geeft en de wet van actie en reactie gebruikt. (De derde wet van Newton.) Als je op een stoel wil springen, gaat dat veel makkelijker als je eerst door de knieën gaat. Om een spijker in te slaag, ga je eerst de hamer omhoog heffen voor meer kracht. Om een pijl weg te schieten span je de pees naar achter. Die aanloopjes maken telkens de volgende beweging -waar het eigenlijk om gaat- gemakkelijker en krachtiger. Trekken of duwen kan je vanuit stilstand. Steken eventueel ook nog. Maar een voorafgaande tegenbeweging geeft meer kracht, net als bij het slaan. De beweging krijgt meer vaart, of momentum &. Ik kopieer even van mijn website dansfans.cultu.be:

beweegkracht, geeft aan hoe moeilijk het zou zijn de beweging te stoppen.

Een combinatie van (massa X (snelheid en richting)): zwaar en traag, of licht en snel, zijn beide moeilijk te stoppen of te veranderen.

Een wagen vergroot zijn momentum als hij bergaf rolt. Een groter momentum is moeilijker te stoppen.

Je kan het een beetje vergelijken met de spanning die in een veer of elastiek wordt opgebouwd. Een Latijns gezegde vat de wet van Hooke zo samen: ut tensio, sic vis. Zoals rek, zo is kracht.

Zo kan je de energie uit de ene beweging, gebruiken voor de volgende beweging. Maaien bestaat ook uit telkens dezelfde, herhaalde bewegingen, net als schommelen. Als je de vaart (momentum) er in houdt door telkens een beetje kracht of snelheid toe te voegen,  kan de beweging met minder inspanning blijven doorgaan. Het lijkt op het ritme van een metronoom. Metrum of (vers)maat (Grieks) is de combinatie van beklemtoonde en onbeklemtoonde lettergrepen. Dit zorgt voor dynamiek, een combinatie van kracht en beweging, een afwisseling van hard en zacht, of traag en snel.

Dat maakt ook dat 10 sneden maaien minder inspannend is en minder energie kost dan 10 maal 1 snede maaien. Je coördineert automatisch je stappen, heup- en schouderbewegingen en ademhaling in een optimale cadans. Zo zijn we weer terug bij de dans… Net als bij sporten kan het tempo bij maaien zorgen voor een adrenalinekick. Maar ook voor blaren op je handen. Hun verschijnen kan je met handschoenen wat vertragen. Toen ik konijnen had en dagelijks wat gras ging maaien, had ik nooit last van blaren. Die regelmaat is dus een goede training. Als ik nu eens een stuk ga maaien heb ik binnen de 10 minuten een blaar. Dus je weet hoe je dit kan voorkomen…

De teruggaande beweging (waarbij de zeis niet snijdt) is ook belangrijk en nuttig, niet enkel i.v.m. actie-reactie en momentum, maar ook om het gras lichtjes naar je rechterkant te doen overhellen. De zeis snijdt dan makkelijker tegen de grasrichting in. In het tegengestelde geval zou ze makkelijk over het liggende gras vegen i.p.v. snijden.

Laat het gras niet te hoog worden. De kwaliteit is, net als bij jonge groenten, beter in een vroeg stadium. Ouder wordt het taaier, en de stengel wordt droger en harder, moeilijker te snijden.

  • Zie ook Gras maaien: sikkel, zeis, zicht voor het afstellen van de zeis e.d.