Als je een dier wilt aankopen doe je dat best bij iemand die je kent en vertrouwt. Maar dat is niet altijd mogelijk. Kenners bekijken en betasten het beest, om te weten welk vlees ze in de kuip hebben. Dat vraagt veel kennis van zaken, en ervaring.

tooth-chartJe let uiteraard op uiterlijke tekenen en conditie. Maar er zijn legio verhalen van paarden die geverfd werden. Een verkoper laat zijn dier er zo goed mogelijk uitzien: wassen, roskammen, hoeven opblinken en verven, uier verven, schminken.. Net als bij een tweedehands auto.

De leeftijd van een mens schatten is makkelijker. We hebben er een heel leven ervaring in. We zien dagelijks allerhande exemplaren van diverse leeftijden, veel vergelijkingsmateriaal. En dan is er toch nog een groot verschil tussen rassen, geslacht, cultuur, voeding, belasting (in meerdere betekenissen)...
Indicaties krijgen we door lengte, omvang, rimpels (zonder botox of plastische chirurgie), haarkleur (ongeverfd), haaruitval, beharing (in de oren, neus), oorlellen en neus (het kraakbeen daarin blijft groeien), houding, kracht, gevoeligheid van zintuigen, reactiesnelheid, gewicht, (eigen en ongebleekt) gebit (tanden slijten, breken, worden geler, krijgen tandsteen).
Dit laatste geldt voor de meeste zoogdieren.

De leeftijd (en de levensverwachting) van het dier is een belangrijke factor.
Het gebit geeft bij veel diersoorten hierover een goede indicatie. Het wordt dagelijks tot wel 10 uur gebruikt. Een dier met een slecht gebit kan niet goed eten en de conditie zal achteruit gaan.

Bij mensen is dat ook zo. Na een tandloze geboorte komen er eerst (20) melktandjes, die later wisselen voor een definitief gebit (van 32 stuks). Ieder kwadrant heeft bij ons 2 snijtanden (vooraan), 1 hoektand en 5 kiezen. Eerst 2 premolaren (of valse kiezen) met een enkelvoudige knobbelstructuur, en daarachter 3 molaren of maaltanden met een dubbele knobbelstructuur.
De vier laatste en achterste tanden zijn –als je ze krijgt- verstandskiezen of wijsheidstanden.
De mate waarin het gebit volgroeid is geeft de leeftijd weer.
Later geeft de kleur en de hoeveelheid tandsteen op het glazuur een idee van de ouderdom.
En nog later zie je aan de slijtsporen en het verlies van tanden dat het gebit veel jaren gediend heeft.


De tandformule wordt gebruikt om de samenstelling van een gebit te omschrijven. Het is van het type I|C|P|M, waarbij I het aantal snijtanden (Incisivi) is in een gebitskwadrant, C het aantal hoektanden (Canini), en voor de kiezen: P het aantal Premolaren en M het aantal Molaren.

Mensen (en varkens) zijn omnivoor of alleseters. Het vee dat we houden is herbivoor of planteneter, meer bepaald grazer, en heeft daarvoor ook een aangepast gebit. (Ze hebben ook een lang verteringsstelsel, er zijn herkauwers bij, en de koe heeft zelfs 4 magen.)
Ons vee heeft 4 snijtanden (2 onder, 2 boven) en stevige, ruwe kiezen om groen te malen. Ze hebben geen hoektanden.
Onze runderen hebben zelfs geen bovengebit of enkel kiezen). Ze trekken het gras af met tong en ondertanden.


Een gekregen paard mag je niet in de bek kijken

Een volwassen paardengebit heeft 36 (merrie) tot 40 (hengst) tanden.
Paardentanden blijven doorgroeien, en blijven dus even lang omdat groei en slijtage elkaar in evenwicht houden.
De verschillende tanden en kiezen komen op verschillende leeftijden, het melkgebit wisselt in fases, en de tanden raken 'gevuld'. Pas op een leeftijd van 10, 11 jaar verandert er nog weinig aan het paardengebit.
Een veulen van een jaar heeft alle tanden en kiezen, maar de drie molaren ontbreken.
Veulentanden zijn in tegenstelling tot volwassen tanden witter, hebben een schopvorm en nog geen duidelijke groeven aan de lipvlakte van de tand.
Een pas doorgebroken snijtand heeft in de kroon een holte (het infundibulum of de kroonholte). Die verdwijnt langzaam door slijtage. Dan noemt men de tand ¨gevuld¨.
Als alle tanden gevuld zijn heet het paard ¨aftands¨. Je ziet dan het tandsterretje, het door sleet zichtbare geworden deel van de wortelholte.
Voeding en afwijkingen kunnen de schatting bemoeilijken. Alleen de hengst heeft haak- of hoektanden. Ieder kwadrant heeft 3 snijtanden, (1 hoektand bij de hengst), 4 premolaren en 3 molaren.


Tabel voor leeftijdschatting volgens gebit bij het paard (M=molaar, P= premolaar)
Vanaf het midden noemen we de snijtanden binnentand, middentand en buitentand.

Snijtanden

Leeftijd

Aanvullende kenmerken

Binnen-veulentanden
breken door

0-8 dagen

Melkkiezen reeds aanwezig

Midden-veulentanden

1 maand

breken door

Buiten-veulentanden

6 maanden

breken door

Opvullen van veulentanden

10-24 mnden

 

Binnen veulentanden
vallen uit

2,5 jaar

P2 gewisseld, M2 aanwezig

Binnentanden doorgegroeid

3 jaar

P3 gewisseld

Midden-veulentanden
vallen uit

3,5 jaar

 

Middentanden doorgegroeid

4 jaar

P4 gewisseld, M3 aanwezig

Buiten-veulentanden
vallen uit

4,5 jaar

Haaktanden breken door

Buitentanden doorgegroeid

5 jaar

 

Binnentanden gevuld

6 jaar

 

Middentanden gevuld

7 jaar

¨Tandsterretje¨ verschijnt

Buitentanden gevuld

8 jaar

 

Boven-binnentanden gevuld

9 jaar

Tanden langzaam driehoekiger

Boven-middentanden gevuld

10 jaar

'Haak' aan boven-buitentand, groeve

Boven-buitentanden gevuld

11 jaar

Galvayne groef zichtbaar

Binnentand kroonholte weg

13 jaar

 

Middentand kroonholte weg

14 jaar

 

Buitentand kroonholte weg

15 jaar

Snijtanden steeds ronder

 

De koe bij de hoorns vatten

Jaarlijks kalft een melkkoe. Er gaan dan meer kalk en andere voedingsstoffen naar de baarmoeder en minder naar de horens. Hierdoor ontstaat een tijdelijke versmalling in de horens. Elke ring in de horens staat dus voor een jaar dat de koe een kalf droeg. Je kan de leeftijd dus schatten met het aantal ringen in de horens plus twee jaar (vóór de eerste dracht).

Meestal heeft een kalf bij de geboorte al acht melksnijtanden in het ondergebit. Dat houden ze tot ze ongeveer anderhalf jaar oud zijn. Als de koe twee jaar oud is, heeft ze twee blijvende tanden (de voorste twee). Op tweeënhalf jaar heeft ze er aan weerszijden eentje bij gekregen, in totaal dus vier. Als ze drie is, heeft ze zes blijvende tanden en op vier jaar acht. Haar blijvend gebit is dan compleet. Bovenaan zijn er enkel kiezen, geen tanden. In tegenstelling tot een paardengebit slijten rundersnijtanden, zodat oude koeien heel korte tandjes hebben.
Daarna wordt de leeftijdsbepaling moeilijker. Het tandbeen wordt steeds beter zichtbaar en de tanden slijten steeds meer af. Er komt ook steeds meer ruimte tussen de tanden.


Schaapjes of tanden tellen

Schapen hebben 32 tanden en kiezen. Ze hebben geen hoektanden en bovenaan geen snijtanden. Boven en onder hebben ze 6 voorkiezen en 6 kiezen, en alleen in de onderkaak 8 snijtanden. Hiermee kunnen ze gras en groen afsnijden zoals met een tondeuse. Boven is er een verharde dentaalplaat, i.p.v. snijtanden is dit bovendeel van de mond verhard. Schapen grazen dagelijks acht à tien uur. Daarbij komt ook nog het herkauwen.

Eenmaal in hun leven wisselen de schapen hun gebit. De eerste snijtand (I1) wisselt rond de vijftiende maand, de 2de (I2) op 21 maanden, op 30 maanden (I3) en 3 tot 4 jaar voor de geïncisiveerde hoektand (hoektanden die als snijtanden werken, I4).
De premolaren wisselen rond de leeftijd van 18 tot 24 maanden.
De molaren breken in volgorde door rond 3 à 4 maanden, 9 maanden en 18 à 24 maanden.
Op hoge leeftijd verliest een schaap zijn tanden en kiezen waardoor het niet meer goed kan eten.


Bij een varken is de leeftijd vooral aan het gewicht te schatten. Maar er zijn veel verschillen per soort. Wacht voor het slachten in ieder geval niet tot het grijs haar krijgt.


Je kan ze ook doorzagen en de jaarringen tellen.
;0
Hoenders zijn slachtklaar als ze geen tanden meer hebben.



Leeftijd van een kip schatten

Vouw een vleugel open. Na de buitenste grote slagpennen komen de kleine. Tel (vanaf de romp) hoeveel kleine slagpennen korter zijn dan de rest, met de schacht meer in het midden, en een rondere top. Zo komt er eentje bij na iedere jaarlijkse rui. Dus dit aantal komt overeen met de leeftijd.
Ik weet niet of dit echt klopt, en ook niet of het voor andere hoenders opgaat.


Hond en kat

De definitieve hoektanden verschijnen rond de leeftijd van 5 maanden.
Ze hebben hun definitieve tanden vanaf 6 tot 7 maanden.
De slijtage op de uiteinden van de snijtanden kan bij oudere honden iets zeggen over hun leeftijd. Rond 18 maanden beginnen de onderste snijtanden namelijk al af te slijten. Vanaf 3,5 jaar beginnen ook de bovenste snijtanden te slijten.
Voor honden en katten kan de aanwezigheid van tandsteen ook informatief zijn m.b.t. hun leeftijd.