De kievit (Vanellus Vanellus) is een weidevogel uit de familie der plevieren. Hij is 28 tot 31 cm groot, heeft een spanwijdte van 67 tot 76 cm en een gewicht van 150 tot 300 gram.
Zijn bovenzijde is zwart met een paarse of groene glans. De onderzijde is wit, de borst 's zomers zwart en in de winter bruin. Aan het uiteinde heeft de vleugel die van boven groen-zwart en van onder zwart wit is, een witte rand. Vanaf daar tot een derde van de vleugel zijn de veren zwart gekleurd. Op de wang heeft de kievit een witte vlek. De staart heeft een zwarte eindband.
De poten zijn rood. Hij heeft een duidelijke kenmerkende zwarte puntkuif boven op zijn kop.
Typerend zijn de brede vleugels en de relatief langzame, flappende vlucht. Kieviten zijn ware stuntvliegers, die in bochtige vluchten over hun territorium vliegen en daarbij duikvluchten en buitelingen maken en zelfs over de kop gaan.
De kievit herkent men ook aan zijn roep.
Kieviten eten bodemdieren. Zij trekken 's winters alleen maar weg als die door vorst in de bodem niet meer bereikbaar zijn.
Het is een typische weidevogel die zich ook heel goed thuis voelt op akkerland.
Het mannetje bewaakt het territorium. In de broedtijd bouwt hij enkele onopvallende nesten, waarvan het vrouwtje er één uitkiest om er ongeveer vier eieren in te leggen. Zowel het mannetje als het vrouwtje bebroeden de eieren gedurende 26 à 28 dagen en verzorgen de jongen.
Het is in de Europese Unie verboden kievitseieren te rapen. Friesland heeft echter een uitzondering op cultuurhistorische gronden.
Het is er een traditie om het eerste kievitsei aan te bieden aan (de Commissaris van) de Koningin. Het eerste kievitsei staat symbool voor het begin van het voorjaar. Het wordt gevonden in de eerste helft van maart.
Sinds 2006 is het weer toegestaan om tussen 1 maart en 9 april ca. 6.000 kievitseieren te rapen. Je moet als je gaat zoeken een mobieltje meenemen en een SMS sturen om te checken of het quotum al is bereikt.
Zoeken is een kwestie van rustig (langer dan 10 minuten) te kijken waar kieviten vliegen en landen. Ze landen nooit direct bij het nest, maar lopen er naartoe.
Kievitseieren worden beschouwd als een delicatesse. Er zijn ook mensen die ze rauw leegslurpen.
De kievit zelf kun je ook eten.
De Belgische Jef van Soen, duidelijk een vogelliefhebber en kenner, in zijn Groot Keukenboek
over de kievit 'is zeer lekker om te eten. Hij wordt aan het spit of in den oven gebraden.'
over de pluvier: 'Er zijn verscheidene soorten; de vergulde is de lekkerste.'
(Misschien bedoelde hij de gevulde…)
Sjoerd H. liet me weten dat met vergulde plevier de goudplevier (Pluvialis apricaria) bedoeld werd: bij zijn grootvader die met veel kinderen aan boord van een skûtsje (Fries voor 'schuitje') leefde werd meerkoet, kievit en goudplevier gegeten.
Een kievit is een vogel die dure eieren legt.
(Paul Van Ostaijen)