Rond 1900 hadden mensen  ca. 35 miljard ton beton, asfalt, metaal en plastic gemaakt, 3% van alle biomassa op aarde. Dit groeit met 30 miljard ton/jr. (82 kg/pp/week). Sinds 2020 is er meer antropogene dan biomassa. Tegen 2040 zal het 3x zoveel zijn.

Onze mentaliteit en industrieel consumentisme zadelt de wereld op met het verbruik van bergen grondstof en vruchtbare aarde, en produceert evenveel onnatuurlijk afval en gift dat steeds meer levensvormen aantast en uitroeit, en het klimaat in ijltempo op hol doet slaan.

Wie zich geriefelijkheid en een waardige positie kan veroorloven is niet geneigd de situatie te veranderen. We kennen de risico’s en gevaren, maar willen er geen verantwoordelijkheid voor nemen. De consequentie zou ons een heel andere manier van leven opleggen. We willen niet veranderen. Dus doen we verder, en cumuleren de problemen. CO2 gehalte in de lucht, temperatuur, verdroging en overstroming, bosbranden, gifstorten, vervuiling van grond, water en lucht zullen blijven toenemen. De invloed op dieper grondwater en oceanen zal blijven doorsijpelen.

Zwarte zwanen & zijn een term uit de economie om een gebeurtenis aan te geven die (bijna) niemand van tevoren heeft zien aankomen of voorspeld. Er komen elkaar versterkende en domino-effecten van problemen, onvoorziene (ketting)reacties, versnellingen en spiralen, tipping points (& omslagpunten) die een weg terug onmogelijk maken. Zoals de uit evenwicht hangende emmertjes in het zwembad, die langzaam vol lopen, maar voorbij hun kantelpunt plots helemaal omslaan en leeg zijn. Kunnen we de kraan nog dichtdraaien? Ons klimaat en ecosysteem nog redden?

Enkele kantelpunten & met zelfversterkende feedback (& terugkoppeling) zijn gekend: ontdooiende permafrost (lost nog meer broeikasgassen en oude virussen, bacteriën), smeltend ijs zal sneller smelten (door lagere ligging, hoger zeeniveau, minder licht reflectie), vertragende of veranderende oceaanstromingen (en straalstroom) veranderen klimaatzones, verdwenen regenwoud levert geen vocht meer om regen te vormen en droogt verder uit, de massa-uitsterving breekt levensketens in onze ecosystemen en vermindert de stabiliserende diversiteit, verstoring van de moesson en El Niño.

Er zijn verschillende cruciale grenzen, maar die kennen we vaak niet eens.

Als we morgen het verbranden van fossiele brandstoffen verbieden en alle maatregelen nemen om broeikasgassen te vermijden, dan zal de klimaattemperatuur toch nog enkele decennia blijven toenemen. Als je de thermostaat in de woonkamer uitschakelt, is het er ook niet meteen koud. Er zit een vertraging op. We hebben nu de gemiddelde temperaturen die we 40 jaar geleden veroorzaakten. En net zoals een of enkele tienden van een graad het verschil maken tussen een ziek of een gezond lichaam, is ook iedere fractie van een graad voor de aarde en al haar aangepaste bewoners belangrijk. We moeten dus blijven knokken om de schade te beperken.

Voorbeeld: vooruitgang (1PK) is verandering, met gevolgen

Er waren in 1898 al 300.000 paarden in New York. Druk verkeer dus.

De eerste stedelijke conventie van burgerlijk ingenieurs en architecten ging over De Grote Mestcrisis. Alle 1PK’s samen zorgden voor 1.134 ton mest en 227.125 liter paardenurine. Elke dag! Er waren stadsblokken waar mest bijna 30 meter hoog werd opgestapeld. In sommige straten moesten mensen tot over de enkels door mest en smurrie waden. De NY Times meldde dat er elke dag 3 miljard vliegen in het vuil werden gekweekt.

Eerst werd er nog mest verkocht aan boeren in de buurt. Daarna werd het over rivieren naar velden in het noorden gebracht. Het overaanbod werd te groot, binnenschepen gingen het in zee dumpen. Het spoelde overvloedig aan op de stranden van Long Island, en vormde mestbanken die schepen deden kapseizen en de scheepvaart blokkeerden. Waardoor constant gebaggerd moest worden.

Rijken betaalden de misdadige Tamanny Organization om hun straat 2x per week schoon te maken.

En er was nog geen riolering… Dus ook de output van onze soort (+3 mio) verrijkte diezelfde straten. Stank, ongevallen en lawaai liepen de spuigaten uit. (Sommige historici twijfelen aan de cijfers, maar niet aan het verhaal, dat zicht trouwens ook in Londen e.a. grote steden afspeelde. Er waren al kranten en fotografen.)

In 1908 was de helft van alle paarden in NYC vervangen door auto's. Het probleem werd zo onbedoeld vrij snel opgelost. (En vervangen door een ander.) De hoop, gesteld op (toekomstige) wetenschap en techniek, heeft niets opgelost.

Het probleem?

We beseffen niet dat dingen die banaal lijken, als paardenvijgen, door schaalvergroting een enorm probleem zijn.

¯Een plastieken drankrietje dumpen is geen ramp. Zeggen miljoenen mensen.

We produceren dingen en afval die niet meer in de natuurlijke kringlopen passen en daardoor een bedreiging zijn voor levensvormen. We overzien de gevolgen op lange termijn niet, en offeren die toekomst van anderen op aan onze korte termijn winst en comfort.

De veroorzakers van een probleem hebben er vaak veel minder last van dan de buurt.

Zij vinden het ongemak ‘normaal’. Zij zoeken of werken zelf niet aan oplossingen. Die worden geëxternaliseerd (& op de gemeenschap verhaald).

Het probleem uit het zicht verwijderen is geen oplossing. Dumpen verplaatst het probleem.

Er van uitgaan dat wetenschap en techniek alle problemen oplossen is eigen verantwoordelijkheid afschuiven op andere mensen en generaties.

Het ene probleem door een ander vervangen is niet de beste oplossing. Vooraf alle problemen (correct) inschatten is erg moeilijk. Voorkomen blijft beter dan genezen.

Voor gemak en comfort breiden we gebruik van veel dingen uit tot over de grenzen van wat de omgeving kan dragen: woningen, verharding en wegen, gif, kunststoffen, CO2, …

Energie-expert Ronnie Belmans (U Leuven, VITO, Eneryville) had het ooit over “de wet van het behoud van miserie”: ‘ Elk energiesysteem dat de mensheid al gekend heeft, had zo zijn nadelen. Open vuur, paard-en-kar, het olie en gas van vandaag: niets is perfect. Het is allemaal vervuilend, het ene natuurlijk al wat meer dan het andere.’

Vooral omdat we mateloos, op grote schaal overdrijven, en grondstoffen in onbalans veel sneller vervuilend opmaken dan de natuur ze kan regenereren.