Romeinse wegen

De Tabula Peutingeriana (Nat. Bib. Wenen) is een rol perkament van 12 bladen (ca. 38 cm hoog en 59 tot 65 cm lang, = 6,82 m). Het eerste blad met het Iberisch Schiereiland en de Britse eilanden ging verloren. Het routeschema (430-400BC)van het wegennet met 500 steden en 3500 halteplaatsen voor koeriers reikt van Portugal in het westen tot India in het oosten.

Romeinse wegen hebben een solide reputatie. De kortste en snelste verbinding is een rechte lijn, die met veel medewerkers en de groma werd uitgezet. De heirbanen tussen grote steden gingen eeuwen mee. De Via Appia Antiqua is na 2. 000 jaar nog steeds.

De uitgegraven bedding (onderlaag) werd gevuld met steen(slag) en puin, gestabiliseerd en afgedekt met zand en/of leem, en soms cement, aangestampt en betegeld met zware platte stenen. De randen kregen een opstaande boord (rechtop gezette stenen), en waterafvoergoten of grachten. Het wegdek lag wat bol.

Als wegdek kan je ook gebruikmaken van tegels, flagstone (& stapsteen, gekloofde natuurstenen platen), (rol)kei (& door erosie in rivieren of branding afgeronde steen), kassei (& in vorm gehakte natuursteen,(i.v.m. afmeting ook wel kinderkopjes genoemd). En recenter beton en asfalt (waarin warm bitumen die van nature in aardolie voorkomen het bindmiddel is)..

Als je enkel een pad nodig hebt maak je dat zo smal mogelijk. Het blijft dan onkruidvrij door het gebruik (zoals je ziet in natuurgebieden).

De Kelten hadden al een uitgebreid wegennet. Ze plantten er bomen langs om die droog te houden. Weg is 'dref' in het Keltisch. Vandaar onze dreef?

In is Maastricht een kleine archeologische Museumkelder (Derlon 2004 beschermd als rijksmonument) waar je naast een Romeinse weg ook een met Maaskeien geplaveid waarschijnlijk Keltisch weggetje van vóór onze jaartelling kan zien.

De Keltische 6m brede eikenhouten brug van Étival-Clairefontaine is van 56 tot 6 voor onze jaartelling.

 

De Porta Marina is de toegangspoort tot Pompeï. Ze illustreert een slim idee. In de kruisvoeg tussen 3 of 4 kasseien sloegen de Romeinen op sommige drukke punten zogenaamde "kattenogen"&:  wit marmeren stenen die oplichten in het donker. Een fakkel of wat maanlicht volstaan om de weg te kunnen volgen.