Als je een boom gaat vellen kan je vooraf de hoogte bepalen, zodat je weet hoe ver de top komt als hij valt. En wat hij eventueel onderweg kan vernielen.
Steek een stok in de grond. Als de schaduw van die stok even lang is als de stok, dan is ook de schaduw van de boom even lang als de hoogte van de boom. Je meet de schaduw en je weet hoe hoog de boom is.
Zijn schaduw en stok niet even lang, dan hebben ze wel dezelfde onderlinge verhouding als de boom en zijn schaduw. Met de regel van drie kan je dan de hoogte uitrekenen.
Lengte boom/schaduw boom = je eigen lengte/eigen schaduw, dus
lengte boom = schaduw boom X eigen lengte / eigen schaduw
Een andere correcte methode is gebaseerd op driehoeksmeetkunde. In een driehoek met een rechte hoek en een hoek van 45°, is de derde hoek ook 45°, en zijn beide korte zijden even lang. We gaan er van uit dat boom en grond een rechte hoek vormen. Stap vanaf de stam achteruit tot je de top van de boom op 45° ziet. Zonder gereedschap kan je de hoek makkelijker schatten door een soort Hitlergroet te maken. De hoogte van de boom is nu gelijk aan je afstand tot de boom (plus je ooghoogte, ca 160 cm van grond tot oog).
Je kan de hoekmeting verbeteren door vooraf een driehoek te maken met één rechte hoek en twee gelijke zijden, en zelfs een buisje of 2 richtoogjes op de lange zijde te monteren. Die kan je als vizier gebruiken om op de top te mikken. En helemaal afwerken met een schietloodje langs de verticale kant (of op de onderkant een 2de vizier dat je op ooghoogte op de stam richt). Je hebt nu een clinometer of hoogtemeter gemaakt.
(Er bestaan natuurlijk ook professionelere helling- en hoogtemeters.)
Eventueel moet je corrigeren voor hellingen in het terrein.
Je kan het ook nog als volgt benaderen: neem een stokje, verticaal, met horizontaal gestrekte arm. Loop van de boom weg tot de lengte van de boom overeenkomt met die van het stokje. Draai dan het stokje horizontaal en meet diezelfde lengte vanaf de voet van de boom in het landschap af.
Meten = weten. Een beetje meten kan je veel narigheid besparen.
Omwille van watertransport naar de top kunnen bomen niet hoger worden dan 120m.