Mergel is een zacht afzettingsgesteente van klei en fijnverdeelde kalk.
Mergel is ontstaan door gezonken en samengeperste kleine diertjes met een kalkskelet.
Er worden blokken uit gezaagd om muren (kerken) te bouwen. Het wordt gebruikt om akkers te kalken, en gebrand om cement te maken.
In de Nederlands-Zuid-Limburgse Sint Pietersberg en de Belgisch-Zuid-Limburgse gemeenten Riemst, Kanne en Vroenhoven zijn mijnen, "mergelgrotten" waar de stenen als bouwmateriaal ontgonnen werden. Natte mergel kan kapotvriezen.
De ‘Limburgse mergel’ is eigenlijk kalksteen die +70% kalk bevat en als bouwmateriaal gebruikt werd.
Mergel bevat meer klei (e.a., fosfor,…) en werd ook eeuwenlang als ‘meststof’ voor de akkers ontgonnen.
Mergelblokken metselen
Je moet de steen gebruiken in de richting waarin hij gedolven werd. De blokken zijn best vochtig bij het metselen.
Om mergelblokken te metselen gebruik je bastaardmortel met 2 delen (portland)cement, minstens 1 deel poederkalk en 9 delen zand. Het drogen duurt minstens 6 dagen. Wegens vorstgevaar niet te gebruiken tussen oktober en april.
(Mergel neemt vocht op en vriest stuk.) Ook voegen in dunne kalkmortel (zonder cement) zijn gebruikelijk.
Mergel vormt van nature een harde calciethuid aan de buitenzijde van de steen die ontstaat door uitwatering van opgeloste kalkdeeltjes.