Wateren is het in het water leggen van vers gekapt hout, meestal negen maanden tot drie à vijf jaar. Hierdoor worden de in het hout aanwezige mineralen, voedingsstoffen en zetmeel opgelost en uitgespoeld, en zou het veel minder aantrekkelijk zijn voor insecten en bacteriën. De verhoogde duurzaamheid komt vooral doordat gewaterd hout bij het drogen minder haarscheurtjes krijgt.
Door langdurige watering raakt het hout ook uitgewerkt, waardoor balken en planken recht blijven.
Harde houtsoorten worden langer gewaterd. Appelen en peren zijn beter en bruikbaarder, maar moeten zeker 2 jaar wateren. Eik heeft 5 tot 10 jaar nodig.
Ontwateren gebeurt in zuiver water, met schors. De onderkant van de stam ligt tegen de stroom in.
Gewaterd hout is makkelijk te ontschorsen en beter te zagen.
Gezien hout duur is komt de praktijk neer op geld in het water gooien. Het rendeert niet en raakte dus in onbruik.
Er zijn twee technieken om harshoudend hout te conserveren en alle suikers eruit te halen een jaar voor het wordt gekapt. Eén of beide kunnen op groeiende naaldbomen worden toegepast.
De eerste is de "Ringbarking in Norwegian" -techniek. Bij het ringen wordt 25 cm schors onder aan rond de boom verwijderd, op ongeveer 30-50cm van de grond. Zoals alle vaatplanten gebruiken bomen twee vasculaire weefsels voor het transport van water en voedingsstoffen: het xyleem (hout) en het floëem (de binnenste laag van de schors). Het ringen verwijdert deze twee vaatweefsels en kan permanent verder transport van suikers en water stoppen. Hierdoor zal de boom langzaam doodgaan, waarbij alle suiker verwijderd en de boom gedroogd wordt voordat hij geveld wordt. Het resultaat is een gebruiksklare stam die stabieler is, minder kraakt en krimpt, en vele eeuwen meegaat.
De andere is de "Blæking in Norwegian" (verwonden) -techniek. De schors wordt op veel plekken willekeurig afgehakt waardoor de boom zichzelf tracht te helen en alle suikers uit het spinthout perst en dit vervangt door hars en ontsmettingsmiddelen. Dit maakt houtblokken (al duizenden jaren in heel Noord-Europa) sterker en veerkrachtiger. Het hout wordt soms "Amberwood" genoemd.
Het duurt een hele cyclus van 4 seizoenen voor de boom gekapt kan worden na het verwonden of ringen.
Hij zal aan het einde van de volgende zomer beginnen te sterven (als je hem in de winter verwondt) en is dan tegen de volgende winter klaar. Volgens de oude timmerliedenkalender moet hij worden geveld wanneer de wortels bevroren zijn en wanneer de nieuwe maan nadert.
