Pauwen zijn sociale, schuwe maar ook intelligente en nieuwsgierige fazantachtige (Phasianidae) siervogels. Meest voorkomend is de blauwe pauw (Pavo cristatus, Indisch). De groene pauw (Pavo muticus, afkomstig van Maleisië, Indochina en Java.) is niet ‘winterhard’. Er zijn ook kruisingen. Daarnaast is er ook het Afrikaanse pauwengeslacht Afropavo met één soort: de Congopauw (Afropavo congensis).

pauwDe haan kan erg hard schreeuwen. Hij meet 180 - 230 cm. waarvan de sleep 140 tot 160 cm uitmaakt. De sleep bestaat uit zo'n 150 kleurige veren. De staart onder de sleep telt 20 onopvallende veren van ca. 50 cm. Hij gebruikt zijn veren met pauwenoog om andere hanen af te schrikken en dames te versieren. Dames gebruiken ze om hoeden te versieren, ook als 'droogboeket', waaier, helmversieringen.. Een sleep krijgen de hanen pas na het derde jaar, hij wordt tot het 6de jaar nog langer. Bij de rui (juli-augustus) verliest hij zijn pluimen, die tegen februari weer aangroeien.

Zowel de hanen als de hennen hebben een kroontje op hun kop. Een mannetje heeft twee tot vijf wijfjes. De veel minder opvallende hen meet 90 - 100 cm. Ze legt vier tot acht crèmewitte eieren (maart-april) in een kuiltje die ze  28 dagen bebroedt.

Om pauwen te houden heb je veel ruimte en tolerante buren nodig.  Ze vliegen goed en slapen hoog in bomen of op de nok. Bij aanschaf kan je ze dus best leewieken en het terrein leren kennen. Bij naderende storm zoeken ze beschutting. Ze kunnen in gevangenschap 20 tot 30 jaar oud worden.

Ze eten zaden, onkruiden, fruit en groenten, insecten en wormen, soms muisjes of een slangetje.

Darwin vroeg zich ook al af hoe het kon dat zo'n relatief traag, luidruchtig en opvallend (prooi)dier tot nu kon blijven overleven.

Gebraden pauw was in de middeleeuwen een pronkgerecht en een culinair statussymbool (net als zwaan). Hij werd dan bij het serveren ook opnieuw gedrapeerd met zijn indrukwekkend verenkleed. Het vlees zou nogal droog en niet geweldig smakelijk zijn.

Culinair verhaal uit ‘Als kok in Frankrijk’ van Bart van Loo
Als het beest gaar gebraden is, trekken de koks hem zijn staatsiemantel weer aan, vergulden snavel en poten, en knutselen zijn staartveren opnieuw tot een waaier. Als klap op de vuurpijl propt een kok de parmantige vogel een in brandewijn gedrenkte lap stof in de bek, die hij in brand steekt. Onder begeleiding van toeterende blazers wordt de vuurspuwende pauw ten slotte triomfantelijk de eetzaal binnengedragen.