Al duizenden jaren geleden zijn we begonnen dieren die we nuttig vonden bij ons te houden. Dat is veel makkelijker dan ze telkens in het wild te moeten opsporen en vangen. Door geschikte soorten te selecteren, domesticeren en kweken verhogen we de productie per hectare van misschien 0,1 naar 90%. Dieren zorgden daarbij voor vlees, melk, mest, leder, wol, beenderen, arbeid en gezelschap. (En verhoogde overdracht van ziektekiemen, en enorme afname en verschraling van de biodiversiteit.)

Of een diersoort geschikt was om te domesticeren hing o.m. af van het voedsel dat er voor nodig was, de groeisnelheid, voortplantingsmogelijkheden in gevangenschap, groepsgedrag en verdraagzaamheid, territoriumgedrag, aard en sociaal gedrag en stressgevoeligheid. Veel predatoren e.a. werden ook wel getemd (olifant, beer, hyena, valk…) maar niet gedomesticeerd (gekweekt in gevangenschap).

lammerenVaak dienden ze eenvoudig als voedsel: konijn, varken e.a.
Of hun producten waren interessant.
Hoenders hebben het voordeel dat ze ook nog eieren leggen. En dons leveren.
Koeien, schapen en geiten leverden ook nog melk.
Schapen daarnaast nog wol.
Ezel en paard, maar ook koeien, ossen, kamelen… konden ook lasten dragen of karren trekken.
En bijen produceren geweldige honing. Zijderupsen maken zijde.
Ook honden droegen lasten. En spoorden wild op. En waarschuwden bij gevaar, hielpen jagen of prooi ophalen. En waren fijn gezelschap.
En de kat zorgde ervoor dat onze wintervoorraad niet door knagers werd opgepeuzeld.

Door domesticatie verloren konijnen het grootste deel van hun vluchtreactie, en daardoor ook een deel van hun hersenvolume (tav wilde versies). Ook bij andere tamme dieren werd dit vastgesteld.

De huismuis heeft zichzelf als 15.000 jaar geleden, dus nog voor we graan gingen verbouwen gedomesticeerd. Ze kreeg ook een kortere snuit.

Soort

Jr v.Chr.

Locatie

Hond

15000 +

Diverse plaatsen

Geit

10000

Azië en Midden-Oosten

Schaap

8000

Azië en Midden-Oosten

Varken

8000

China

Koe

8000

India, Midden-Oosten, en Sub-Sahara

Kat

7000

Middellandse Zee

Kip

6000

Zuidoost-Azië

Ezel

5000

Egypte

Paard

4000

Oekraïne

 

Er zijn prehistorische babyflesjes gevonden in Beierse kindergraven. Ze verschenen rond 5000 voor Christus op het Europese continent, en werden tijdens de Bronstijd en IJzertijd steeds populairder. De diameter is vijf tot tien centimeter, en ze zijn uitgerust met een smalle tuit. Ze zijn versierd, sommige hebben de vorm van denkbeeldige dieren meegekregen. Volgens onderzoek kregen de baby’s waarschijnlijk veelal runder-, geiten-, of schapenmelk.

Een definitie voor het verschil tussen wilde en tamme dieren is moeilijk te bepalen. Vaak betekent tam dat de mens voeding en bescherming geeft en vlees, eieren, wol, pels, leder, honing, arbeid of gezelschap neemt. Uiteindelijk hebben gedomesticeerde soorten ook andere genen, nl. de best aangepaste in hun situatie.

Dieren die zich lieten domesticeren zullen we allicht, in tegenstelling tot veel andere soorten, nooit uitroeien. Misschien is het ook een overlevingsstrategie: aanpassen of opkrassen?
Hoewel: ratten, muizen, kakkerlakken, mieren, vliegen… Ze zullen ons wel overleven.

Het (of de) jachtluipaard (cheeta, Acinonyx jubatus, Afrika en Iran) is het snelste landdier ter wereld. Egyptenaren probeerden in de oudheid cheeta's te domesticeren als huisdieren. Ze werden ook voor de jacht getemd tot in de 15e eeuw.


Ik wil later trouwen met een vrouw die veel houdt van beesten zoals ik.

De Rus Dmitri Belyaev begon in 1958 met het domesticeren van Siberische vossen. Hij selecteerde de minst agressieve dieren. Al na 12 generaties traden er belangrijke gedrags- en psychologische veranderingen, en morfologische, neurochemische en genetische verschillen op. De dieren werden vriendelijker, als gewone hondjes, en begonnen te kwispelen en te blaffen. Ze kregen een witte vlek op hun kop, oortjes werden flapoortjes en de typische musk-reuk nam af. Ze werden kleiner en meer communicatief t.a.v. mensen. Gelijkaardige processen hebben zich zeker ook voorgedaan bij het tam maken van alle andere vee en huisdieren.


Dieren houden

De neerhof is het onbebouwd stuk grond tussen de gebouwen van een boerderij (het erf) of kasteel (de binnenplaats, soms ook met een opperhof). Hierop werden neerhofdieren: pluimvee, konijnen en huisdieren gehouden. Pluimvee of hoenders zijn op de grond levende vogels die niet ver en hoog vliegen. De meestal tamme huisvogel worden gehouden voor de eieren of het vlees, of voor de sier.

‘Wonderchicken’ is een vroege vogel: een in de Sint-Pietersberg (Maastricht, Nederland)  in 2000 gevonden fossiel schedeltje van 66,7 miljoen jaar oud is het oudste fossiel van een moderne vogel, een voorouder van ons pluimvee (Galloanserae, kippen en gansachtigen). Deze  Asteriornis maastrichtensis moet rond 390 gram gewogen hebben.

Onder kleinvee worden schapen, geiten en varkens gerekend. Runderen en paarden worden vee genoemd.
De laatste oeros zou in 1627 in Polen gedood zijn.

Onze bekende en oude regionale rassen

Veerassen werden gekweekt en aangepast aan de plaatselijke omstandigheden en omgeving, vaak in functie van de productie van vlees, maar ook van eieren, melk, wol, leer; en ook altijd mest en/of arbeid (paard, ezel, hond, os). Als er naast vleesproductie ook op melk werd gefocust, werden de dieren als ‘dubbeldoel’ omschreven.

Veel rassen worden levend gehouden door hobbykwekers en kinderboerderijen en stamboekorganisaties, gesteund door Stichtingen en Levend erfgoed.

Een tot export ‘product’ uitgegroeide lokale teelt is het kolossale "Vlaams Paard", een benaming die door de toenmalige stamboekjury’s vanaf 1886 werd vervangen door Brabants (Brabander) en Belgische trekpaard, door de Amish  Belgians genoemd. Ze dienden in oorlogen, transporten, mijnen, bedrijven.

Sinds 1994 worden ze ook weer teruggefokt als Vlaams Paard.

Runderen waren vaak dubbeldoeltypes: Belgisch witblauw, Kempens Roodbont, West-Vlaams rood ras, Charolais;  Groninger Blaarkop, Lakenvelder rund, de Witrik, het Fries Roodbont vee en het Brandrode Rund en de Holland Dexter. Velen werden vervangen door subsidie melkkoeien.

De Nederlandse landgeit (voorheen Veluwse) is het enige nog bestaande van oorsprong Nederlandse geitenras.

Ander populaire streekrassen zijn de Nederlandse witte geit, Vlaamse geit en Belgische hertegeit.

Schapen werden vooral op schrale heidegrond populair: Vlaams schaap, Kempisch heideschaap, houtlandschaap, Texelaar, Drentsch heideschaap, Veluws heideschaap.

De Kelten maakten van Vlaanderen tot Rome het  Menapisch varken  beroemd. Tussen 1920 en 1950 werd het wit-zwarte varkensras Piétrain (rond Petrem) bij Geldenaken gefokt en bekend als Belgisch varkensras. In Nederland scoren vooral de Bonte Bentheimer en het Nederlandse landvarken.

Al in 1825  weegt ons oude konijnenras Vlaamse reus 6 tot +7,5 kg.

Enkele nog bekende oude vlees- en legkippen zijn de Campine (Kempen), Ardenner  Brakel hoen, Goud- en Zilverbrakel en de Mechelse (koekoek of) hoen; de Nederlandse Uilebaard, Groninger Meeuw en het Fries, Twents en Drents hoen.

Koen Vanmechelen is vooral bekend van zijn artistiek Cosmopolitan Chicken Project (CCP waarin de kip en het kruisen van nationale kippenrassen tot ‘kosmopolitische kippen’ al kippengeneraties centraal staat.

Schaapjes: de meest rendabele dieren. Als je ze op het droge krijgt.