Energie halen via verbranding (biologische oxidatie) uit koolhydraten en vetten, soms uit eiwitten. Daarvoor moeten we die lange ketens verteren: ontbinden in kleine moleculen (meestal glucose). We leggen een voorraad(je) reserves aan in ons lichaam van suikers (in spieren en lever, glucogeen) en vetten (onderhuids).

Spieren en hersenen werken enkel met glucose. Glucose wordt ook druivensuiker, bloedsuiker en dextrose genoemd.

Alleen verteerbare voeding levert calorieën. Vezels (= koolhydraten) verteren niet.

Vetten leveren het meeste energie, dubbel zoveel als de koolhydraten en eiwitten, nl. 9 kilocalorieën (kcal) per gram. Eiwitten leveren net als koolhydraten 4 kcal per gram. ≡

  • 1 gram vet levert 37 kJ (= 9,3 kcal, dus 9.300 calorieën)
  • 1 gram alcohol levert 29 kJ (= 7,1 kcal)
  • 1 gram koolhydraat (suiker of zetmeel) 17 kJ (= 4,1 kcal)
  • 1 gram eiwit levert 17 kJ (= 4,1 kcal)

Om één biertje (ongeveer 500 ml, 245 calorieën) te verbranden moet een vrouw gemiddeld 25 minuten aan cardiotraining of 34 minuten aan krachttraining doen. En een man gemiddeld 21 minuten cardio- of 28 minuten krachttraining.

Een kleine (of halve) pizza Margherita van 682 calorieën kost een vrouw gemiddeld 71 minuten cardio- of 94 minuten krachttraining. Een man gemiddeld 59 minuten cardio- of 79 minuten krachttraining.

Ons lichaam heeft energie nodig om op temperatuur te blijven, levensprocessen (ademen, hartritme) te onderhouden, te bewegen (spiercontracties), te groeien en weefsel (dode cellen, wondjes) te herstellen. Die energie halen we uit voeding. De hoeveelheid energie die een lichaam in volledige rust per dag verbruikt (‘basaal metabolisme’ of BMR: Body Metabolism Rate) is ongeveer 70 kcal/h, of één kcal/h per kilogram lichaamsgewicht.

Hoe zwaarder de inspanning, hoe hoger het calorieverbruik (afhankelijk van conditie, geslacht e.d.). Het calorieverbruik is dus afhankelijk van de activiteit, bij benadering:

Actie ≡                                          kcal/h

 Liggen                                            68

 Ontspannen zitten:                        71

 Ontspannen staan:                        75

 In de houding staan:                      78

 Wandelen aan 3,6 km per uur:    210

 Wandelen aan 6 km per uur:       350

 Fietsen aan 15 km/h:                   380

 Zwemmen:                                  640

 Joggen:                                        750

Onze hersenen maken slechts 2% van ons lichaamsgewicht uit, maar consumeren tot 500 van de 2.000 dagelijks nodige calorieën, dus ongeveer 25%. (Bij een aap minder dan 10%, onze hersenen hebben meer volume en meer verbindingen.) De hersenen gebruiken glucose als brandstof maar ook melkzuur en zuurstof als energiebron voor het aan en uitschakelen van hersencellen en het aanmaken van signaalstoffen (neurotransmitters).

De werkingen van andere organen (hart, longen, lever, nieren) meegerekend verbruiken je organen 60% van deze dagelijkse calorieën. Spijsvertering (incl. kauwen, slikken…) verbruikt ook nog 10%.

Een volwassen man van 70 kilogram heeft 161.000 kilocalorieën in de vorm van koolhydraten, vetten en eiwitten opgeslagen in zijn weefsels. Om niet te vermageren heeft hij bij gemiddelde activiteit ca. 2.600 kilocalorieën per dag nodig, en een vrouw 2.000. Theoretisch heeft hij voldoende voorraad voor twee maanden zonder eten (wel drinken).

Na een maand beginnen organen één voor één uit te vallen. Eerst de darmen, lever en nieren. Daarna hart en zenuwstelsel (met een hartstilstand bij gebrek aan energie om te pompen).

Artsen zien bij anorexiepatiënten dat het hart begeeft als de body mass index (BMI) tot 12,5 zakt. Uit concentratiekampen (WO II) weten we dat mensen met weinig calorieën per dag nog maanden of zelfs jaren kunnen blijven leven.

Energie kan gemeten worden in joules of in calorieën.

 Mijn vrouw en ik willen geen kinderen. Bij het avondeten vertellen we het hun.

Een joule is de energie nodig om een gewicht van 1 kilogram (kg) over een afstand van 1 meter (m) te verplaatsen met een kracht van 1 newton (N). Elektrische energie wordt meestal gemeten in kilowattuur (kWh). 1 kWh is 3.600.000 J of 3,6 MJ ( MJ is megajoule). Een joule is een wattseconde. Een lamp met een elektrisch vermogen van 1 watt verbruikt in 1 seconde 1 joule elektrische energie. Een calorie (cal) is de (verouderde maat voor de) energie nodig om 1 gram water op te warmen van 14,5 graden Celsius tot 15,5 graden Celsius. Een calorie is equivalent aan 4.184 joule.

 

‘De enige manier om gezond te blijven is eten wat je niet wilt,

drinken wat je niet lust en doen waar je geen zin in hebt.’ Joey Adams

‘Diëtist: lijnrechter.’ Hugo Olaerts

Telefonisch advies van de diëtiste: “Blijf aan de lijn…”