In de tuin en rond de woning probeer ik nogal praktisch en pragmatisch te zijn. Het mag mooi zijn, maar graag ook eetbaar. De esdoorn in de voortuin heb ik aan een liefhebster gegeven (hoewel de bladeren kunnen gefrituurd worden) om er een mooi bloeiende kerselaar in de plaats te zetten. Daar heb ik nog geen moment spijt van gehad.
Sierstruiken zijn grotendeels vervangen door een krentenboompje, een laagstam kriekenboompje, doornloze bramen en stekelbessen.
De lavendel mag blijven. Ik heb er ook wat boerenwormkruid tussen gezet. Een deel van de pachysandra is vervangen door klaver (ook eetbaar, en in Ierland gebruikt in brooddeeg), maar die blijft niet weelderig staan dus daar komen andere (on)kruiden door. En een deel van de maagdenpalm is vervangen door bosaardbei. Daartussen plant ik jaarlijks nog wat zonnebloem en maïs. Allemaal bruik- en/of eetbaar.
|
Schijnaardbei (Potentilla indica, synoniem: Duchesnea indica ) |
Bosaardbei (Fragaria vesca) |
Bloem |
Geel |
Wit |
Kroontje (blaadjes) |
5 kleine + 5 grote |
5 kleine puntige |
Schijnvrucht |
Bolrond. Staat |
Kleiner, spitser. Hangt |
Niet giftig, niet lekker |
Geurig, lekker |
|
Pitjes |
Rood als de vrucht, uitstulpend |
Groen, liggend |
Blad |
Ronde kartels |
Scherpe kartels |
Uitlopers |
Kort en dik, groen |
Lang en dun, bruinachtig |
Herkomst |
Exoot (Azië) |
Inheems |
Voorbeelden van andere eetbare bijna vaste of zichzelf uitzaaiende planten zijn:
Anthemis arvensis (Kamille)
Bellis Perennis (Madeliefje)
Borago officinalis (Komkommerkruid)
Calendula (Goudsbloem)
Hemerocallis (Daglelie)
Monarda didyma (Bergamot)
Stellaria media (Vogelmuur)
Tagetes (tenuifolia “Lemon Gem” (Afrikaantje)
Taraxacum officinale (Paardenbloem)
Tropaeolum majus (Oost-Indische Kers)
Viola odorata (Maarts viooltje)
Interessante bodembedekkers die iets eetbaars opleveren zijn postelein, peterselie, aardappelen… Maar net als klaver blijven die niet permanent de bodem afdekken om te verhinderen dat er (veel) andere planten opkomen.
Goede bodembedekkers beschermen de bodem zo veel mogelijk tegen hitte, zonlicht, wind, felle regen, koude en onkruiden. Ze voorkomen erosie en uitdrogen van de bodem, en houden de bodem en het leven daarin gezond.
Ze zijn laag, meerjarig (of zelf doorzaaiend) en dicht bebladerd. Net als klassieke bodembedekkers hebben ze enkele jaren nodig om te domineren. En daarna wordt het weer snel te veel, of zelfs een plaag.
Als ze dan daarbij ook nog eetbaar zijn is dat toch mooi meegenomen? Voorbeelden van eetbare bodembedekkers:
Fragaria vesca (Bosaardbei)
Galium odoratum (Lievevrouwebedstro)
Pulmonaria officinalis (Longkruid)
Sedum acre (Muurpeper)
Thymus vulgaris (Tijm)
Daslook (Allium ursinum)
Ook meerdere soorten klokjes (Campanula) hebben eetbare bloemen: C. glomerata (kluwenklokje), C. rapunculoides (akkerklokje), C. cochleariifolia, C. versicolor, C. fenestrellata, C. punctata, C. takesimana en C. porscharsyana.
Hondsdraf (Glechoma hederacea) kan erg woekeren. Probeer die maar liever wat in toom te houden. Het werd vroeger ook (i.p.v. hop, ook eetbare scheuten) als bitterstof gebruikt om bier te brouwen. Maar het kan ook in salades, op brood en in soepen en hartige gerechten.
Ik zaai of plant een beetje van wat ik er graag bij wil hebben, verder is het een kwestie van selectief wieden, en gewoon te laten staan wat je wil houden. Of plukken wat je wil serveren.