Dolle kervel is slechts weinig giftig. Maar lijkt ook op gevlekte scheerling die dodelijk is. Ook op fluitekruid en peen. Het zijn allemaal schermbloemigen: de bloeiwijze ziet er uit als een groot, paraplu-achtig scherm. Dit bestaat uit kleine schermpjes van (meestal) witte, gesteelde bloempjes. Die hebben een vijftandige kelk, vijfbladige kroon, vijf meeldraden, één stamper met een onderstandig vruchtbeginsel en twee stijlen.
Om ze te herkennen let je op de omwindselblaadjes aan de voet van de kleine schermpjes en/of omwindselbladen aan de voet van het grote scherm.
Zijn de kroon(bloem)blaadjes allemaal even lang en gelijk van vorm, zijn ze hartvormig of eerder rond, krullen ze om?
Zijn de zaaddozen langwerpig of meer bolvormig, glad of met ribben en bobbeltjes/stekeltjes?
Is het blad breed of smal, ruw of glad, diep of weinig ingesneden; samengesteld of niet, enkel-, dubbel- of driedubbel gevind?
Een samengesteld blad heeft aan de bladsteel meerdere aparte blaadjes.
Bij een enkel gevind (geveerd) blad staan de samenstellende blaadjes tegenover elkaar op korte steeltjes.
Dubbel gevind (geveerd) betekent dat op een bladsteel weer aparte tegenover elkaar staande blaadjes op korte steeltjes staan.
Drievoudig gevind (geveerd) heeft nogmaals een afsplitsing met blaadjes.
Veerspletig: het blad heeft insnijdingen vanaf een kwart tot de helft van de zijnerf.
Veerdelig: insnijdingen vanaf de helft van de zijnerf tot bijna aan de hoofdnerf.
De dolle kervel (Chaerophyllum temulum) is een tweejarige plant en kreeg haar naam doordat koeien die er veel van eten zich gedragen alsof ze dronken zijn. Dolle kervel is dan ook (licht)giftig. In de literatuur worden geen vergiftigingsgevallen bij de mens beschreven.
De stengel is rechtopstaand, paarsrood met een overgangszone met rode vlekken en punten. Hij heeft vrij lange rechtopstaande haren, die voor een deel afstaan.
Daardoor is dolle kervel gemakkelijk te herkennen. Ook de forsere gevlekte scheerling (Conium maculatum) heeft die vlekken, maar mist de beharing.
De bladeren zijn donkergroen en worden later soms paarsig. Ze zijn twee- tot drievoudig geveerd en de deelblaadjes zijn eirond tot langwerpig, stomp en getand.
De witte bloemen zijn ongeveer 2 mm groot en vormen samengestelde schermen met vijf tot twaalf stralen. Als de bloemen nog in de knop zitten hangen ze. De kroonbladeren zijn niet behaard.
De schermen met nog ongeopende bloempjes hangen wat geknikt omlaag.
Socrates kwam om het leven door de Griekse gifbeker te drinken. Het gif hierin zou gemaakt kunnen zijn van de zaden van de gevlekte scheerling, een plant op de dolle kervel lijkt. We hebben hier dus een Dodelijke Onderscheiding.
Alle delen van de gevlekte scheerling (Conium maculatum) zijn giftig. De stengel is kaal en aan de voet roodbruin gevlekt. Bij kneuzing geeft de plant een muffe muisachtige geur.
De bloemen vormen een samengesteld scherm met een doorsnede van 2-5 cm. Ze zijn wit en hebben een doorsnede van circa 2 mm. Er zijn vijf kroonblaadjes met een gekrulde top.
Er zijn tien tot twintig schermstralen en omwindseltjes met drie tot vijf blaadjes die allen naar één kant gekeerd zijn. De plant bloeit van juni tot de herfst.
De bladeren zijn twee- of drievoudig geveerd en kunnen 30 cm lang worden.
De gevlekte scheerling heeft een eivormige tot ronde vrucht met vijf ribben, maar zonder oliestriemen.
De plant bevat het zenuwgif coniine waarvan meer dan 100 mg (ongeveer 6 tot 8 verse blaadjes, of een kleinere dosis zaden of wortel) voor een volwassene al dodelijk is. Er ontstaat een opgaande spierverlamming met eventuele verlamming van de ademhalingsspieren. De dood wordt veroorzaakt door een gebrek aan zuurstof voor het hart en de hersenen. De dood zou kunnen voorkomen worden door kunstmatige beademing totdat het effect zo'n 48-72 uur later wegebt.
Waterscheerling is minder, maar ook erg giftig.
Fluitenkruid (waarvan de holle stengel gebruikt wordt om fluitjes te maken) heeft een kruidig aroma. Uiteraard niet te verwarren met Gevlekte Scheerling!
Fluitenkruid heeft geen omwindsel bij de punt rond het grote scherm, of hooguit een met 1 tot 3 kleine blaadjes en wel gewimperde, niet gedeelde omwindselblaadjes bij de kleine schermen (vijfbladig).
Het samengestelde scherm heeft 1- tot 3-stralige basisschermen die ieder meer dan 6 kleinere schermen dragen. De vruchten hebben een korte snavel.
Het blad is drievoudig gevind.
De bladschede is op de ribben dicht behaard en aan de randen wollig gewimperd.
De stengel heeft enkel op de onderste helft op de ribben korte, teruggerichte haren.
Echte kervel (Anthriscus cerefolium) is een eenjarige met een gladde, holle stengel die alleen boven de knopen behaard is. De schermstralen zijn ook behaard.
De bloem is wit met een doorsnede van 3-4 mm. Ieder bloempje heeft een omwindseltje en vijf kroonblaadjes. De samengestelde schermen hebben acht tot vijftien schermstralen. Echte kervel heeft cilindrische, onbehaarde vruchtjes met een snavel die half zolang is als de vrucht. Alleen de verwilderde vorm heeft korte weerhaakjes op de vrucht. De vrucht is een tweedelige splitvrucht met eenzadige deelvruchtjes.
Peen, waarvan de wortel eetbaar is, hoort tot dezelfde familie en lijkt er dus ook op.
De stengel van de Engelwortel is hol, rond, gestreept, vertakt en berijpt. Hij heeft halfbolvormige schermpjes en schermen en een opgeblazen bladschede. Er is geen omwindsel, maar veel omwindselblaadjes.
Er zijn twee soorten: de gewone engelwortel (Angelica sylvestris) en de grote engelwortel (Angelica archangelica).
Volg een cursus natuurgids, en loop een jaar of 2 -in alle seizoenen- met ervaren kenners mee om planten correct te herkennen..