Teloorgang beschavingen
Oorzaken van teloorgang van vele vroegere beschavingen
Er is onderzoek gedaan naar de redenen waarom oude beschavingen ten onder gingen. Archeologische methoden werd de laatste decennia sterk uitgebreid via diverse wetenschapstakken die elkaar vinden en aanvullen om informatie uit microscopische gegevens als de inhoud van vb. een maag, of een kom te analyseren en zo regio’s van herkomst, gebruik en periodes tot 1 verhaal te reconstrueren. Vooral DNA onderzoek gaf veel inzicht in migraties en zelfs eetgewoonten. (Denk maar aan lactosetolerantie.)
Er is een opvallende eensgezindheid te vinden bij o.m. David Montgomery (Dirt: The Erosion of Civilizations), Jared Diamond (How Societies Choose to Fail or Survive) en David Graeber en David Wengrow (The Dawn of Everything).
De geschiedenis van de mensheid is veel gevarieerder en wispelturiger dan de nogal rechtlijnige visie zoals de Westerse Blanke Man die geboekstaafd had: Homo sapiens vertrekt uit Afrika, koloniseert gaandeweg de wereld, vindt de landbouw uit en verspreid die. En dit is dan het begin van de moderne beschaving.
Meerdere mensachtigen hebben hun genen en vaardigheden aan ons doorgegeven. De landbouw werd op verschillende tijdstippen en plaatsen uitgevonden. Men ging er op meerdere manieren mee om, al dan niet in combinatie met jagen en verzamelen.
Nieuw Guinea is 1 van de 9 onafhankelijke centra in de wereld waar wilde planten al 7.000 jaar geleden zijn veredeld tot landbouwgewassen. Op andere plaatsen leende het regionale aanbod van flora zicht tot domesticatie van taro, yamwortel, suikerriet, zoete aardappel….
Diverse culturen kenden een bloeiperiode, vaak met hoge toppen, soms met machtige heersers. Denk aan Egypte, Maya’s, Vikings. En vele minder of zelfs quasi onbekende beschavingen. Geen enkele bleef overeind, en van de meeste bleef er weinig meer dan wat puzzelstukjes over.
Een vaak weerkerend gegeven is dat diverse oude beschavingen ten onder gingen door bodemuitputting waarna droogte, erosie, overstroming, een storm of oorlog de genadeslag gaven. Het is niet moeilijk een parallel te zien met onze huidige situatie. Uitputtende monocultuur en diversiteitsarme weilanden, klimaatopwarming… We leerden niets uit de Dust Bowl of uit onze echte geschiedenis.
Het kappen van veel te veel bomen deden we in de oudheid al. Beuk en eik sneuvelden voor houtskool, nodig om ijzererts te smelten of te smeden. Cipressen (op Cyprus, Romeinen) en eiken (hier) gingen voor de bijl om vloten van machtige schepen te bouwen.
“De activiteiten waarmee culturen in het verleden zichzelf hebben ondermijnd door hun milieu te vernietigen vallen uiteen in 8 categorieën, waarvan het relatieve belang van geval tot geval verschilt: ontbossing en habitatvernietiging, bodemproblemen (erosie, verzilting en verlies van bodemvruchtbaarheid), problemen bij het waterbeheer, overbejaging, overbevissing, gevolgen van geïntroduceerde soorten op inheemse flora en fauna, toename van de menselijke bevolking en toenemende druk op de leefomgeving per hoofd van de bevolking.” Jared Diamond, en hij vult dit ook nog aan:
“De milieuproblemen waarmee we nu geconfronteerd worden zijn dezelfde… enkele nieuwe: de door de mens veroorzaakte klimaatverandering, accumulatie van giftige chemische stoffen in het milieu, energietekorten en de volledige consumptie door de mens van het fotosynthetisch vermogen van de aarde.”
Gift van katoenteelt verpest zelfs voedsel op omliggende velden. Katoen maakt winst, buren hebben verlies. PFAS, microplastics, glyfosaat komen overal voor. We hebben iedere uithoek van de wereld inclusief de lucht die we inademen, vergiftigd.
Diamond vond ook wel een positief voorbeeld. De Tikopiërs bewoonden een klein eiland … gedwongen om in vrijwel alles zelfvoorzienend te worden, maar ze beheerden hun hulpbronnen zo goed en reguleerden hun bevolking zo zorgvuldig dat hun eiland na 3.000 jaar .. nog steeds productief is.
Hoe gingen culturen om met hun dreigende einde?
Enkele patronen lijken voortdurend terug te komen. Men bleef gewoon zolang mogelijk verder doen in het bestaande patroon.
Pas als het grootste deel van de bevolking uitgestorven was, trokken kleine groepen weg om elders te proberen een nieuwe gemeenschap op te zetten, of op te gaan in een bestaande, andere beschaving. Religieuze en politieke leiders weigerden veranderingen in (hun) situatie. Als oogsten bleven mislukken ondanks zelfs mensenoffers, werden productie noch maatschappelijke structuur veranderd, maar werden er gewoon nog meer offers gevraagd. Zie ik nu (2022) een gelijkenis met: we moeten nog méér energie gebruiken, blijven investeren, produceren en consumeren? Terug steenkool verbranden, geen fossiele brandstofstop, overbebouwing, pleidooi voor oude kernenergie…?
Wat zou er binnen 1.000 of 2.000 jaar nog van onze beschaving te vinden zijn…? Ik maak me geen illusies, en heb daar vrede mee. Overal experimenteren mensen en groepjes met andere samenlevingsvormen. Een aantal daarvan kunnen zeker apocalypsachtige catastrofes counteren. Wie de juiste keuze maakt, is niet te voorspellen. Maar het leven op aarde, en zelfs de mensheid zal nog niet samen met onze ‘beschaving’ ten onder gaan. ’t Overleven is al begonnen ?
Tijdshorizon
Tijdshorizon is periode van tijd waarover een beschouwing zich uitstrekt, van kort tot generaties lang. Het wordt vaak financieel gebruikt, als de periode waarover belegd wordt. De horizon bepaalt hoe ver we kunnen kijken. Maar waar ligt die in het geval van de tijd?
Psychologen proberen er wat zicht op te krijgen: maken mensen zich zorgen over hun toekomst? (Het klimaat, vervuiling, job, pensioen..)
Het Koshu Nishiyama Hot Spring hotel aan de voet van de Zuid Japanse Alpen in de Yamanashi prefectuur werd opgericht door Fujiwara Mahito. Gebouw, inrichting en omgeving zijn sereen en rustig, met een rivier, warm waterbronnen, natuur …
Het Guinness Book of World Records vermeldt dit Keiunkan (hotel) als meest historische hotel. Het is meer dan 1.300 jaar oud, en dateert van het jaar 705. Het is al 52 generaties in dezelfde familie. Stel je voor, opa Mahito die met trots en plezier zijn levenswerk overlaat aan kinderen en kleinkinderen.
Stel je voor dat er 1 of 2 generaties het niet hadden onderhouden, hun afval er achter hadden gedumpt en hun zakken hadden gevuld. Of dat de toegankelijkheid werd verbeterd met een brede asfaltweg, een ruime parking. Of dat er nog 6 extra hotels werden bijgezet. En souvenirshops. Attracties. Einde verhaal…
Dat is hoe wij met onze aarde omgaan… en de Fujiwaras tonen hoe we ermee zouden moeten omgaan. Met respect (voor de natuur en haar draagkracht).
De Haudenosaunee (of Irokezen) stellen dat voor iedere beslissing moet gekeken worden naar de gevolgen voor 7 toekomstige generaties. Ze willen goede voorouders zijn.
Onze politici denken één verkiezing ver, om herverkozen te worden. En 3 legislaturen = 12 jaar. Dat is nog maar een halve generatie. We hebben dus een andere mentaliteit nodig.
Hoe ver denken we vooruit? Dat blijkt grotendeels bepaald door de tijdsafstand.
(In panieksituaties denken we niet (na), maar reageren met primaire reacties.)
Zoveel te verder in de toekomst we over onszelf denken, zoveel te meer onze hersenen ons zien als een andere persoon. De hersengebieden medial prefrontal cortex (MPFC) die hiermee bezig zijn worden dan geactiveerd. We hebben steeds minder voeling met ons zelf in een verdere toekomst. Problemen worden dan doorgeschoven naar Douglas Adams' SEP engine (Somebody Else's Problem).
We zijn dus meer geneigd te zorgen voor ons huidige ik, en voor onszelf op korte termijn. Verleidingen weerstaan is moeilijk, uitstellen is makkelijk. (Klinkt bekend ?.) We zullen liever nu nemen wat kan, dan later (uitgesteld) meer hebben. Die impuls om instant te nemen als het kan, lijkt door evolutionaire erfenis een vast patroon in onze hersenen te hebben. Onderzoek (Institute for the Future, nonprofit org. in Palo Alto, California) vond dat 53% van de Amerikanen aangeeft zelden of nooit over de (verre toekomst’ te denken, of over iets dat over 30 jaar kan gebeuren. Liever nú een goed gevoel, dan actie ondernemen of zelfs maar nadenken i.v.m. later.
Dit is een reden waarom het eigenbelang het voorzorgprincipe verdringt.
Zimbardo (o.a.) onderzocht hoe tijdperspectief onze emoties, percepties en acties beïnvloedt. Maar het omgekeerde zou ook interessant zijn.
Wat mensen zich blijkbaar het meest afvragen: wat eten we straks? Dit verwijst naar een tijdshorizon van slechts ca. 4 uur.
We weten dat morgen veelal ongeveer hetzelfde zal zijn als vandaag. Behalve voor de dingen die we vandaag zelf veranderen. Zoveel te verder vooruit iets is gesitueerd, zoveel te meer factoren en onzekerheden gaan meespelen, en zoveel te kleiner onze invloed is.
Algoritmen en rekenmodellen over de toekomst geloven (!) we minder dan het weerbericht.
Ik denk dat de zelfvoorzienende mens vroeger wel verder vooruit ging kijken. Maar ondertussen kunnen al onze behoeften in een (muis)klik door een commerciële organisatie worden voldaan. Als dat wegvalt …
Als je eten voor vandaag hebt, zorg je voor morgen.
Als dit ook opgelost is kan je je tijdshorizon verruimen. Zorg voor 1 à 2 jaar aan basisbehoeften. Gebruik bewaartechnieken. Leer zaaien. En oogsten. En zaad selecteren en bewaren voor een nieuwe cyclus. Differentieer: gebruik vroege en late gewassen en vruchten. Slacht op een goed moment (te weinig voer voor dieren (en mensen), wintervoorraad, ..)
Als Karp Lykov zijn rogge had opgegeten, was hij van honger omgekomen. (zie Ä Wat is zelfvoorziening)
Survival tools
De survivalindustrie geeft ook weer dat er 3 pakketformaten of soorten bruikbaar kunnen zijn.
Een zeer kleine en lichte persoonlijke set die je in principe altijd en overal bij kan hebben. Van zakmes (met tot 33 functies) tot gevulde belly bag / heuptas (ook bum-, belt-, moon-, of waistbag, of fanny pack genoemd).
In een snel mee te grissen sporttas of rugzak zouden ook al wat drinkwater, slaapzak ed. kunnen zitten. Afgeleid van ‘bug-out bag’ of ‘bail-out bag’ verwijst de huidige BOB naar een noodset die veel militaire piloten hebben (met verwijzing naar alternatieve ontmoetings- of pick-up plaatsen).
Thuis kan je een eigen voorraad kaarsen, brandhout, droge voeding ed. voorzien.
Houd er rekening mee dat ook knaagdieren 24/7 op zoek zijn naar voedsel. Gebruik dus goed sluitende metalen boxen, glazen bokalen, stevige tonnen voor de opslag. Schimmel kan je enkel vermijden door de voorraadruimte zeer droog te houden. Het is verstandig proviand gewoon te gebruiken, en steeds aan te vullen. Zo houd je controle en vermijd je grote kwaliteitsverliezen.
Als veilige plek voorzien veel rijken tegenwoordig een versterkte paniekkamer. Je sluit jezelf op en hoopt je leven te redden door je inboedel op te geven. Zelfs een zeer stevig uitgevoerde muurkast kan die functie hebben. Belangrijke voorzieningen zijn communicatieapparatuur en een ventilatiesysteem. Eventueel sanitair en drinkwater. Op civiele schepen wordt zo’n ruimte soms citadel genoemd.
De belangrijkste dingen zitten niet in je noodpakket: kennis van zaken, gezond verstand en een goede conditie.
Bonanza was een jaren ’60 tv-serie over cowboys en indianen. Hoss verzamelde ijverig brandhout voor de winter. Hij zag dat de Indianen in het dal nog meer hout verzamelden. En ging zelf ook nog extra hout voorzien. Toen hij zag dat de Indianen met hun kennis van de natuur nog meer hout gingen halen, wist hij zeker dat er een strenge winter ging komen, en trok er opnieuw op uit. Dat herhaalde zich, de stapel bleef groeien. Op een volgende tocht sprak hij een oude Indiaan aan. ‘Ik geloof dat jullie een héél strenge winter verwachten. Jullie voorzien zoveel brandhout?’ Zegt die Indiaan: ‘Toch niet, maar we zien dat er op de ranch zovéél wordt verzameld, dus doen we dat ook maar’.
Een leuke grap natuurlijk. Maar bij aanvang van de covid-19 pandemie begon iedereen massa’s Wc-papier te hamsteren. Echt enorm! Waarschijnlijk had er iemand gezien dat een klant (voor een tehuis of zo) een kar vol had liggen, en daarom maar snel hetzelfde gedaan. Gevolgd door vele andere klanten, dagenlang.
Bepaal je eigen en reële behoeften en prioriteiten.
Je kan kant-en-klare spullen kopen (dugout bag survival,vb. 72 uur, 2 personen, 400€). En er circuleren tientallen lijstjes met wat er nodig of nuttig is. Maar veel hangt af van je eigen handigheid, omgeving en behoeften.
Het heeft geen zin visgerei mee te zeulen als je een gevangen vis niet eens durft aan te raken (los te maken, schoon te maken, bereiden, op te eten). Of een radio waarvan de batterijen zijn uitgelopen en je de handleiding niet kent. Bepaal wat zinvol is voor jou.
Een piramide van Maslow indachtig begin je bij wat je het minst kan missen: gezonde lucht, drinkbaar water, beschutting (kleding), voedsel, gezelschap. Het belang van het eerste wordt mondiaal onderschat. Omdat we individueel weinig aan vervuiling kunnen veranderen. Goede mondmaskers en filters kunnen helpen. Of flessen zuurstof -zeer tijdelijk.
Alle benodigdheden kan je ook zelf maken, vinden of improviseren. Dat vind je hier allemaal onder andere hoofdstukken en artikels.
{ Heuptas survivalkit: zakmes of multitool (scheermesje, (stuk) cutter), vuurmaker (aansteker, (storm)lucifers, magnesiumstick), licht (kaars, stormlamp, knijpkat), visgerei (draad, haken), kompas (gps), water(filter, ((opvouwbare) fles, slangetje), ehbo (pleisters, ontsmettingsspul, pincet, medicijnen), veiligheidsspelden, reddingsdeken of poncho, touw (paracord-riem, ijzerdraad), draadzaag, fluitje, spiegeltje (signaal-), geld (goud), papier en potlood, ijzerdraad, smartphone (kaarten, info,.. )
{ BOB: Zonnebril, paraplu, tent, slaapzak, matrasje, radio (opwindbaar), zeep (desinfecterend), pioniersschep, bijl(tje), duct tape, naaidoosje, muggenmelk, handschoenen, landkaart (stafkaart), paspoort (kopie), verrekijker, energierepen, chocolade..
{ Thuis: rijst, droge bonen, erwten, deegwaren, voeding in blik; water, filterinstallatie; brandstof voor verwarming en koken (vervoer); regenkleding, laarzen, warme kleding; een tuin…
Maak jezelf zo weinig mogelijk afhankelijk van dingen (techniek, levering, grondstof..) die je zelf niet beheerst: elektriciteitsnet (diepvriezer..), telecom en internet, waterleiding, generatoren, gas en stookolie,..
(Waar) is er nog gezonde lucht?
Iedere vier seconden haal je adem, dus meer dan 20.000 keer per dag, goed voor circa 150 kubieke meter (!) lucht. Gezonde lucht is dus onze eerste levensbehoefte. Je zou denken dat bewuste aardbewoners hier hun belangrijkste prioriteit van maken. Helaas: niets is minder waar. Economische groei en winst bepalen nog steeds de menselijke race (naar de afgrond).
De dunste en onderste laag van de atmosfeer rond onze planeet wordt de troposfeer genoemd. Ze is bij de polen ca. 7 km en bij de evenaar 17 kilometer dik. Hierin situeert zich het weer, en alle leven van ademende dieren en planten.
Droge lucht bevat 78.09% stikstof (N2), 20.94% zuurstof (O2), 0.93% argon (Ar), 0.03% koolstofdioxide (CO2) en nog 7 andere elementen. Naast een variabele hoeveelheid waterdamp (ca. 1% van het volume) zijn er ook nog niet-gasvormige bestanddelen: aarde, pollen, bacteriën, sporen,... Een vochtigheidsgraad tussen 40% en 60% is ideaal.
Slechts 13 landen en gebieden in de wereld hebben gezonde luchtkwaliteit, België (op plaats 41 van 131) is dubbel zo vervuild dan de WHO-norm. (krantenkop 3/23) 99 procent van wereldbevolking ademt gevaarlijke (ongezonde) lucht in (april 2022, Mo). Gezonde lucht bevat maximaal 350-1000 ppm (parts per million) kooldioxide, een minimale hoeveelheid stof en biologisch materiaal en voldoende (minimaal 1000/cm³) negatieve ionen om de lucht schoon te houden. Sinds de industriële revolutie is de concentratie koolstofdioxide in de atmosfeer toegenomen van ongeveer 0,03 vol.-% naar inmiddels meer dan 0,04 vol.-% (ongeveer 401 ppmv).
Het aandeel CO₂ in de lucht ging van 280 ppm (parts per million) in 1750 naar 417 ppm in 2020 en het blijft toenemen (tot 3 ppm / jr). Omdat dit vooral toe te schrijven is aan menselijke activiteit wordt ons huidige tijdperk ook het Antropoceen genoemd. Antropo = de mens, die zelf het uitzicht van de aardkorst en omgeving grondig verandert.
Industrie, agricultuur, bewoning (verwarming) en transport veroorzaken vervuiling. Kaarten van luchtkwaliteit zijn een doorslag van kaarten van aandoeningen van de luchtwegen (en andere ziekten).
In Nederland veroorzaakt vervuilde lucht jaarlijks 12.000 vroegtijdige overlijdens en 10.000den langdurig zieken. Vaak gaat het om lucht binnenshuis, waar we gemiddeld meer dan 20u/dag zijn, waarvan meer dan de helft in de eigen woning. In België sterven jaarlijks zo’n 10.000 tot 13.000 mensen aan de gevolgen van luchtvervuiling.
Een Europese stedeling heeft één kans op vijf te worden blootgesteld aan luchtvervuiling die (ver) over de EU- limieten gaat. En die liggen al ver boven de limieten van de WHO, de Wereldgezondheidsorganisatie. Voor stikstof: 40 microgram per kubieke meter, bij de WGO is dat 20 µg/m³. (Voor fijnstof dezelfde verhouding!) In 2014 waren concentraties fijnstof verantwoordelijk voor ongeveer 428 000 vroegtijdige sterfgevallen in 41 Europese landen (+-399 000 in de EU). Er zijn sterke aanwijzingen dat Parkinson en luchtvervuiling met elkaar te maken hebben.
Luchtvervuiling is 10 keer dodelijker dan verkeersongevallen!
De maatschappelijke kost: gemiddeld 1 gezond levensjaar per Vlaming en 2% van het BBP aan gezondheidskosten.
De gezondste leefplekken vind je dus ver weg van drukte en productie.
De laagste waarde NO2 (10,9 µg/m³) werd gemeten in Remersdaal bij Voeren, de hoogste (75,3 µg/m³!) langs een druk kruispunt in Houthalen-Helchteren. Schiermonnikoog heeft de schoonste lucht van Nederland. Zuid-Spanje (Murcia) is de gezondste regio van Europa. Er worden steeds meer meetstations gebruikt die via diverse websites kunnen opgevolgd worden. Ze meten fijn stof, stikstofdioxide en roet (black carbon).
Gemeenschappelijke factoren van gezonde plekken zijn een warm klimaat (komt er aan), een actief sociaal leven, gezond eten en een traag levensritme. De Shangri-La Vallei (naam van het fictieve aardse paradijs uit de roman Lost Horizon) in Panama schijn daar goed aan te voldoen.
Lichte fijnstofdeeltjes (PM, particulate matter) kunnen zweven. Sommige zijn zo klein (één dertiende tot één vijfde van de doorsnede van een menselijke haar) dat ze diep in de longen dringen, en net als zuurstof ook in het bloed terechtkomen.
Naast de grovere fractie (van PM10) en fijn stof PM2,5 en PM1 is er ook ultrafijn stof PM0,1. De deeltjes hebben een aerodynamische diameter kleiner dan respectievelijk 10, 2,5, 1 en 0,1 µm (1µm = 1 miljoenste van een meter of 1 duizendste van een millimeter, de gemiddelde diameter van een menselijk haar is 50-70).
De termen worden niet altijd even consequent gebruikt.
Grove deeltjes komen van opwervelend wegenstof of bandenslijpsel. Kleinere deeltjes komen bij verbranding vrij. Vooral roet en ultrafijnstof (van verbrandingsreacties!) zijn zeer schadelijk voor de gezondheid. Al na 12 weken komt een foetus hiermee in contact! Prof. dr. Tim Nawrot (UHasselt) vond roetdeeltjes van vooral fossiele brandstoffen in de placenta terug, maar ook in de organen van de foetus: lever, longen en zelfs hersenen. Vooral het feit dat ze in niet volgroeide hersenen terecht komen, is onrustwekkend.
De Environmental Performance Index vergelijkt hoe landen scoren op milieuzaken. Zwitserland staat op 1 met 95.5 punten. Daarna volgen Costa Rica (90.5), Nieuw-Zeeland (88.9), Japan (84.5), Australië (79) en Mauritius (78.1).
Luchtvervuiling kan longziekten als astma, longkanker en COPD veroorzaken en verergeren. Ze kent geen grenzen, je kan ziekmakers nergens vermijden. Verspreidingsverhalen zijn gekend en gedocumenteerd i.v.m. DDT in pooldieren, microplastics van de hoogste bergen tot diepte oceaantroggen. Saharastof uit Marokko, Algerije en Tunesië (april 2019) dat hier als bloedregen of wonderregen auto’s en wasgoed kleurt. Of vulkaanstof dat vliegverkeer hindert. Asbestvezels… Er belandt elk jaar meer dan honderd miljoen ton Sahara-zand in de Atlantische Oceaan. Het kan stijgen tot aan de Saharan Air Layer (5 à 7 kilometer hoogte) en dan de oceaan oversteken (4.400 kilometer met snelheden tot 90 km/u). Meestal gaat het om stof van een paar micrometer groot. Maar een combinatie van warme lucht, turbulentie, convectie en elektrische lading kan kwartskorrels van een halve millimeter groot tot Barbados brengen. Rook van branden in Afrika en Sahara stof zijn de belangrijkste (fosfor) bemester van het Amazonebekken en de tropische Atlantische Oceaan. Zo’n 12 procent van het stof uit de Sahara komt in onze contreien terecht. Er kunnen passagiers meereizen. In de jaren tachtig was er in Groot-Brittannië een uitbraak van mond-en-klauwzeer. Het virus was ook met het Saharastof meegewaaid.
Glyfosaat wordt teruggevonden in bv. bier, moedermelk, ijs van Ben & Jerry's, oppervlaktewateren en urine, wat op een alomtegenwoordigheid van deze veel gebruikte stof lijkt te wijzen, ook in producten (van akkers of gaarden) die niét werden gesproeid.
Voor het gebruik van ‘gewasbeschermingsmiddelen’ zijn er basisregels (nl). Rondom het terrein moeten er windsingel, emissieschermen of vanggewassen in een teeltvrije zone staan. Voor driftreductie moeten ook aangepaste spuitdoppen en afstanden gehanteerd worden. Er mogen geen woningen gebouwd worden binnen 50 meter van een spuitzone. Bij fruitteelt met zijdelings en opwaarts spuiten zullen deze maatregelen onvoldoende zijn.
Kinderen hebben veel meer last van giftige stoffen in de lucht dan volwassenen. Het kan hun longen en hersenen beschadigen. Unicef (2016) stelt dat 300 miljoen kinderen (een op de zeven!) gevaar lopen, vooral in Zuid- en Oost-Azië, het Midden-Oosten, Afrika en in de regio rond de Pacifische Oceaan. Steden met de meest vervuilde lucht in de wereld zijn Onitsha (Nigeria), Zabol (Iran), Gwallor (India), Riyad (Saoedi-Arabië) en Peshawar (Pakistan). Kinderen in Europa en Noord-Amerika hebben geluk.
In 2017-2019 kreeg het effect van giftige lucht in vliegtuigen een naam: aerotoxische syndroom. De airco zuigt buitenlucht aan via de motoren en kan daar vermengd geraken met olie. Die bevat o.m. TCP, een chemische substantie die eerder al in verband was gebracht met kanker. Er ontstaat ook hersenschade: concentratiestoornissen, geheugenproblemen of een overgevoeligheid voor prikkels.
Bosbranden in de Amazone en Australië verspreiden in 2019 wereldwijd hun fijnstof. In New Delhi, Bangkok, Shangai e.a. wereldsteden waren mondmaskers al lang voor de COVID-19-crisis gebruikelijk.
Je kan er nergens voor vluchten… Gezonde lucht moet een wereldomvattende bekommernis worden. Van sjoemelsoftware naar ‘zero emissie’- transport. Ook opwaaiende bodemstof en ammoniakemissies van de landbouw, en industriële ontginning en productie zijn een belangrijke bron van fijn stof. Maar ook houtkachels en vuurwerk. Net nog ongezonder dan ademen, is stoppen met ademen.
Dwergmispel (cotoneaster) absorbeert 20% meer vervuiling dan andere struiken door haar ruwe, harige en dichte bladeren. Een 1 m haag absorbeert het equivalent van 800 km autorit. Hagen zijn best 2 m breed.
Een mens ademt in rust gemiddeld 16 tot 17 keer per minuut in en uit. Onze lucht bevat 21% zuurstof ( en 68% stikstof + 1% argon ). Bij het uitademen vermindert het aandeel zuurstof tot 17%, + 4% CO2. Volgens de Environmental Protection Agency (US) komt dat overeen met ongeveer 1 kg CO2 uitstoot per dag, vergelijkbaar met een ritje van ongeveer 7 km met een middelkleine wagen in ideale omstandigheden. En voor een jaar op ongeveer 2.500km.
Op 1 jaar dus 365 kg CO2 /jr x 7,8 miljard mensen = 2.840.700.000.000 kg of 2,84 gigaton CO2. Exclusief transporten, verwarming ed.
Na de zware industrie (414 gigaton) en de landbouw (185 gigaton) is de fysieke mens zelf dus de derde grootste klimaat vervuiler.
2012: per dag sterven er 160.000 mensen, en worden er 370.000 geboren.
Autarkie en Earthship
Autarkie (van Grieks ‘zelf’ en ‘voldoende zijn’) is het streven zo min mogelijk afhankelijk te zijn van anderen. Zelfverzorging, zelfredzaamheid of zelfvoorziening zijn synoniemen.
Ook totalitaire regimes en sekten streven vanuit eigen afscherming en wantrouwen naar autarkie.
De term wordt recent veel gebruikt in architectuur en zelfvoorzienende woonconcepten.
Vroeger was zelfvoorziening gewoon en noodzakelijk om te overleven. Tegenwoordig krijgt het een nieuw en ander karakter, met een accent op wonen zonder afhankelijk te zijn van (multinationale) energieproducenten en –distributeurs.
Industrialisatie en schaalvergroting brachten comfort en welvaart. Maar ook afhankelijkheid en kwetsbaarheid. We hebben ons eigen leven niet meer zelf in de hand. Veel mensen willen weer aarden op een eigen plek, eigen basis, eigen baas.
Het is een levensstijl, met een kostenvoordeel.
Er zijn twee autarkische stromingen te onderscheiden. De traditionele kiest voor eenvoudig leven zonder veel luxe, de ’geiten wollen sokken’ stroming. Daarnaast is er de nieuwe technologische stroming die vooral focust op eigen en duurzame energieproductie.
Maar ook zelf voorzien in voedsel, (schoon) water en afvalverwerking horen bij het concept.
Aan de Amsterdamse NSDM-werf ligt de GeWoonboot, een duurzaam drijvende woning die zelfvoorzienend is. De betonnen drijfbak is eigendom van woningcorporatie De Keyen en dient als inspiratiebron.
Al het afvalwater wordt naar het ecologisch zuiveringssysteem geleid dat als een tuin naast de woning drijft. Het wordt hier gefilterd door rietvegetatie en bacteriën, en daarna via omgekeerde osmose verder gezuiverd voor huishoudelijk gebruik. Het water voor consumptie en douchen wordt eerst tot 87 graden verwarmd.
De Gewoonboot maakt haar eigen elektriciteit met een combinatie van zonnecellen en een zuinige dieselgenerator. De warmte van de generator wordt gebruikt voor de cv en het kraanwater.
Het Brandenburgse dorpje Feldheim, tussen Berlijn en Leipzig, verklaarde zich in oktober 2010 zelfvoorzienend. Ze hebben geen Russisch gas, geen Arabische olie, en geen Duitse kernenergie meer nodig. Ze regelen alles zelf, en leven van de wind en van de mest van de eigen koeien.
De inwoners produceren met hun eigen coöperatie alle eigen (en meer) energie met (43) windmolens en mest. Ze zijn eigenaar en afnemer van de biogas verwarmingsinstallatie, en eigenaar van hun stroomnet.
De term Earthship is bedacht door de Amerikaan Michael Reynolds die als architect sinds 1969 praktiseert.
Een aardeschip is een autonoom gebouw gemaakt van afgedankte autobanden, volgestampt met aarde, meestal gemaakt in U-vorm, met de vensters aan de zonnige kant om zoveel mogelijk licht en warmte binnen te laten.
Niet-dragende binnenmuren zijn vaak gemaakt met blikjes (of flessen) als bouwstenen. De muren worden meestal dik bepleisterd met adobe, leem of kalk. Het dak wordt zwaar geïsoleerd. Meestal wordt gezorgd voor eigen energievoorzieningen.
In 2009 kwam het eerste earthship in Nederland gereed in Zwolle (een theeschenkerij).
In het najaar van 2011 werd begonnen met de bouw van een woonwijk van 23 aardehuizen in Olst. De 23 woningen zijn klaar sinds 2015.