Wereldwijd is de beschikbaarheid van zoetwater beperkt, terwijl het verbruik drastisch verhoogt. De Colorado rivier in Noord-Amerika, de Nijl in Egypte, de Gele Rivier in China en de Indus in Pakistan bereiken in het droge seizoen de zee niet meer omdat er massaal water wordt uitgepompt. Het Tsjaadmeer in Afrika is gekrompen tot 5% van zijn omvang. Het Chapalameer in Mexico verloor 80% van zijn watervoorraad. Schoon, zoet water is een steeds schaarser goed op de wereld, voor mens en natuur.

Direct en indirect watergebruik
WaterfootprintWe gebruiken water om te drinken, te koken en te wassen. De productie van alledaagse consumptiegoederen zoals voedsel, papier, katoen, enz. vraagt nog veel meer water.
De watervoetafdruk is een maat voor het watergebruik van een product, gemeten over de hele productieketen.
De watervoetafdruk van een consument, een groep of producent  is het totale volume aan zoet water dat wordt gebruikt om de goederen en diensten te maken die door hem worden geconsumeerd of door productie wordt verbruikt.

Veel (Westerse) landen hebben hun waterverbruik ge-externaliseerd door waterintensieve goederen te importeren. Dit belast de zoetwaterbronnen in de exporterende regio’s.
In functie van een duurzame bedrijfsvoering en levensstijl is daarom de in 2003 gestandaardiseerde watervoetafdruk zoals ontwikkeld door the Water Footprint Network belangrijk.

Het verbruikte zoet water wordt in 3 soorten opgedeeld:
Groen water:
in de bodem opgeslagen regenwater, dat de plant tijdens de groei gebruikt en dat verdampt.
Blauw water:
is voor irrigatie onttrokken uit oppervlakte- en grondwater en vervolgens verdampt.
Grijs water:
is het extra water dat nodig is om vervuild water zo te verdunnen dat de waterkwaliteit binnen de gestelde normen komt.

De waterexploitatie-index (water exploitation index of WEI) van een land is de verhouding tussen de totale jaarlijkse onttrekking aan zoet water en de gemiddelde zoetwatervoorraad op lange termijn.
De alarmdrempel ligt op 20 %. De indicator rekent ook koelwater (o.m. van kerncentrales) mee.
Op wereldvlak gebruikt de landbouw vandaag 70 % van het beschikbare water.
Niet enkel het verbruik per hoofd, ook het aantal hoofden stijgt sterk.

Watervoetafdruk in l (in België)
appel (150 g)                      40,0 l
blikje cola (33 cl)              208,0 l
1 snee tarwebrood , 32 g     44,0 l
300 g groenten             60,0 à 100 l
1 plakje kaas                    120,0 l
200 g rundvlees                3960,0 l
200 g gevogelte                  624,0 l
200 g aardappelen                34,0 l
klontje rietsuiker 4 g               8,0 l
klontje suikerbiet 4 g              4,0 l

1 l melk                            1000,0 l
1 ei                                    200,0 l
kopje thee                            30,0 l
glas bier                               75,0 l
1 glas wijn                          120,0 l
1kg maïs                            900,0 l
1 kg tarwe                       1.300,0 l
1kg varken                      4.800,0 l
1 kg sojabonen                1.800,0 l

Een katoenen T-shirt heeft 2.700 l water opgeslorpt als het in de winkel ligt.
Naar schatting is er gemiddeld 11.000 liter water nodig voor de productie van een kilo katoen.
Een kop koffie heeft 176 l water verbruikt.
Een sinaasappel had ongeveer 70 l water nodig.
Een gemiddelde vleesmaaltijd waarbij geen rekening wordt gehouden met seizoensproducten of bioproducten heeft al snel een watervoetafdruk tussen 2.500 en 3.000 liter.
Een vleesarme maaltijd met seizoensgroenten heeft een watervoetafdruk van ongeveer 1.200 – 1.500 liter.

Wij gebruiken 2. 700 m3/jr per Belg, of 7.400 liter, dus ongeveer 90 badkuipen, per persoon per dag. Dat is het dubbel van het mondiale gemiddelde en meer dan onze buren (Nederland 2.300 m3/pp./jaar; Verenigd Koninkrijk 1.700 m3/pp./jaar).

De Belgische watervoetafdruk is voor 75 % extern.
Onze landbouwproducten gebruiken 93,6 %. Van de 7.406 l van het Belgische dagelijkse gemiddelde heeft 6.931 l betrekking op de consumptie van plantaardige of dierlijke producten. Waterconsumptie gelinkt aan industrieproducten bedraagt 258 l (3,5 %). Rechtstreeks uit de kraan gebruiken we gemiddeld 218 l per dag per inwoner (openbare diensten inbegrepen).

Meer dan 50 % van onze externe watervoetafdruk van gewassen komt van tarwe, katoen, soja en koffie, deels uit tropische of subtropische landen.
Intern spelen vooral tarwe, suikerbiet, gerst en maïs mee.
De grootste product watervoetafdruk is voor melk, gevolgd door rundvlees, varkensvlees en gevogelte waarvan 54 % ingevoerd wordt.

Hier kan je zelf gaan rekenen:

http://calculator.watervoetafdruk.be/