Vroeger, toen de eerste open vuren binnenshuis van centraal onder een rookgat in het dak naar de muur werden verplaatst, werd er een gat in de muur gemaakt met een kap als rookvanger boven het vuur. Aan de zijkanten kwam er metselwerk om de overspannende steen te schoren. Een schoor is een stut of een steunpaal, zoals de schuine palen die tegen de hoekpalen van een omheining staan, of de schoren om een onstabiele muur te stutten. Maar het werkte pas goed toen er een schouw tot boven het dak op kwam. Dat rookkanaal is dus eigenlijk de schouw. De schoorsteen herken je nog in oude gebouwen en in marmeren schoorsteenmantels waar klokken en sierstukken een plaatsje kregen. Tegenwoordig wordt het woord schoorsteen ook gebruikt voor rookkanaal en het boven het dak uitstekend deel. De context maakt dit duidelijk.

Roet en vegen

Zoveel te onvollediger de verbranding, zoveel te meer aanslag je in de schouw (en de kachel) krijgt.

Zeer belangrijk bij het gebruik van een (kolen- , hout-, e.a.) kachel is een goede, regelmatig – minstens jaarlijks- geveegde schoorsteen, en voldoende ventilatie. (Zie ook CO-vergiftiging.) Handig als toegang tot de schouw om ze gemakkelijk(er) te vegen is een inspectieluikje, of bij buizen i.p.v. een bocht (ook kniestuk of elleboog genoemd) een T-stuk dat onderaan een deksel heeft.Goed roet is poedervormig en bestaat uit onverbrande koolstofdeeltjes. Als er creosoot bij is vormt dat klonters. Creosoot is teerachtig condens van verbrandingsgassen tegen de koelere wanden. Het bestaat uit hout- of kooldeeltjes, koolwaterstoffen en gassen. Bij ca 640°C vliegt de creosootlaag spontaan in brand. Zo krijg je een schoorsteenbrand. Roet en creosoot kunnen de afvoer van verbrandingsgassen belemmeren, zelfs blokkeren. 

Niet hars, maar de teervormende PAK's in de dampen van naaldhout laten een laagje in de schouw achter. Bij contact met water worden organische zuren hier opgelost en lopen als zure creosoot omlaag. Ze tasten het metaal van de kachel aan en drogen op tot een brandbaar goedje.

Het jaarlijks vegen is in veel landen verplicht bij wet en/of verzekering! Het is vaker nodig als je (harshoudende) den of grenen stookt. Gewoon een stevig touw met een gewicht aan, en een tros staaldraad, of lint, twijgen ... of een speciale veegborstel enkele keren tot beneden laten zakken. Onderaan is er meestal een (roet)luikje om roet uit te scheppen, anders moet je de kachel tijdelijk wegnemen.

Er bestaan ook soepele kunststof staken met borstels die je van onderaf in de schoorsteen aan elkaar kan schroeven en omhoog kan duwen. Daarmee kan je dus vegen zonder op het dak te komen. Aangezien je het minstens jaarlijks nodig hebt is het best een kleine investering waard. Tenzij het door een erkende schoorsteenveger moet gebeuren en je er een attest van nodig hebt.

Trek en kanaalprincipes

Trek is het stijgen van warme lucht, en het aanzuigen van lucht door onderdruk. Een goede toevoer van verse buitenlucht, en afvoer van verbrandingsgassen is nodig. Trek of tocht wordt gecreëerd om verse lucht (zuurstof) door de brandstof te voeren.

Scheuren of een schoorsteendeurtje (inspectieluikje achter de kachel) dat niet goed dicht zit geven valse trek! Een geïsoleerde schoorsteen trekt beter.

De horizontale aansluiting van de kachel op de schoorsteen moet zo kort mogelijk zijn.

Door een te lage schoorsteen ontstaat terugslag.

Terugslag door een koude schoorsteen kan je sporadisch counteren door de schoorsteen wat te verwarmen door krantenpapier tot een fakkel te rollen en in de kachel te houden totdat de trek de juiste kant op gaat.


Kan je meerdere kachels op eenzelfde schoorsteen aansluiten?

Ja, maar niet op dezelfde hoogte, dus niet rug aan rug. Maar bijvoorbeeld een broodoven in de kelder, een fornuis in de keuken en een gaskachel op de zolderkamer kan perfect. (Meer stoken betekent ook vaker vegen!) Tussen de aansluitingen moet er minstens 50 cm zijn.

De schoorsteen moet zo verticaal en recht mogelijk zijn met een minimum aan bochten.

Het gebruik van bochten in de pijp verkleint de trek. Als er bochtstukken moeten worden gebruikt heeft 2 x 45° de voorkeur boven 1 x 90°. Dat vermindert turbulentie en is ook makkelijker te vegen. Gebruik ten hoogste 2 ellebogen per rookafvoerkanaal.

Voor een houtkachel moet het rookkanaal minimum 4 en maximum 20 meter lang zijn. De binnenwand moet zo glad mogelijk zijn. Een gemetselde schoorsteen wordt dus best gecementeerd, of gevoerd met aardenwerk potten (die ook dubbelwandig bestaan). Bij een bestaande schouw kan je er eventueel ook een flexibele rvs buis doortrekken.

Een ronde pijp geeft een betere trek dan een vierkante vorm. Bij de ronde vorm is de wrijvings- en warmteuitwisselingsoppervlakte ten opzichte van de doorsnede het kleinst.

Kachelpijpen

schoorstenen2De diameter van het rookkanaal hangt af van het type kachel of haard. Als vuistregel geldt een minimum van 15 cm voor een kachel en 20 cm voor een open haard. De doormeter moet overal gelijk zijn, en mag nooit kleiner zijn dan de diameter van de afvoeraansluiting van het apparaat. Diameter van een (enkelwandige) buis: meet de omtrek (met een touwtje) en deel dit door 3,14.

Een te grote diameter is niet goed: er is dan gevaar voor het binnendringen van neerslaande lucht en

gevaar op condensatie omdat de rookgassen te snel afkoelen in het rookkanaal.

Niet ieder materiaal is even geschikt. Aluminiumbuis mag niet worden gebruikt voor houtkachels (+600°C schouwtemperatuur) omdat het smeltpunt hiervan te laag is. Voor gaskachels (250-500°C) mag en kan het wel. Gegalvaniseerd of verzinkt staal is ook niet ideaal omdat deze beschermlaag tegen roest door de hoge temperatuur deels zal verdampen. Hierdoor kunnen schadelijke gassen vrijkomen.

Er zijn dikwandige (2mm) met hittebestendige lak gecoate stalen buizen, en zelfs geëmailleerde pijpen in de handel te vinden.

Inox of rvs is het meest gebruikelijke.

Enkelvoudige buis mag je binnen gebruiken, die geeft extra warmte af. Maar niet voor de doorvoer van muren en plafonds. Daar gebruik je, net als buiten, dubbelwandige buizen.

Voor gaskachels bestaat er een gesloten verbrandingssysteem. De pijp naar buiten bestaat uit een dubbele, concentrische buis-in-buis. De verbrandingsgassen gaan door de centrale buis naar buiten, en zuurstofrijke lucht wordt via de buitenste mantel aangezogen door natuurlijke trek.

Het systeem bestaat ook voor houtkachels. Voordelen hiervan zijn dat door dit gesloten circuit in principe geen CO-vergiftiging kan voorkomen, en dat de verbrandingslucht al wordt voorverwarmd.

Condens 

Rook bevat altijd water. Het gas kan maximaal voor 100% met waterdamp verzadigd zijn. Die hoeveelheid hangt ook van de temperatuur af. Het teveel aan waterdamp condenseert bij een bepaalde temperatuur en druk, het ‘dauwpunt’, en vormt samen met roetafzetting uit de schouw een agressieve vloeistof (creosoot). Koudere lucht bevat minder vocht dan warme, en bereikt sneller zijn dauwpunt.

Het materiaal van het rookkanaal moet deze condensatie dus maximaal beperken door snel de temperatuur van de rook te bereiken. Zorg dus voor isolatie van het rookkanaal.

Als je buizen gebruikt moet je die afwaterend monteren. De smalle (manlijke) kant van de pijp moet altijd naar onderen wijzen en in de brede (vrouwelijker) kant van de buis eronder geschoven worden. Eventuele condens of regenwater dat naar beneden loopt blijft dan aan de binnenkant. Onderaan (achter de kachel) is een T-stuk (met stop) daarom ook handiger dan een gewone bocht.

Begin de opbouw vanaf de kachel naar boven, eventueel met een mof om afwaterend verder te gaan.

Het topje

De schoorsteen moet voldoende hoog zijn en minstens een halve meter boven de nok van het dak uitsteken.

Buiten, boven op de schoorsteen kan je een afdekplaat of kap maken om

  • regeninslag in het kanaal te weren. Vocht bevordert roetaanslag
  • de "trek" in de schoorsteen te vergroten (waardoor de haard beter brandt)
  • het bouwen van vogelnesten in het kanaal te voorkomen
  • uitstoot van vonken van een open haard te vermijden

Een regenkap houdt neerslag uit de schoorsteen.

Een rotorkap of draaikap is een bolvormige ventilator met spiraalachtige  door de wind aangedreven bladen. Ze voorkomt terugslag van rook en wind in de schoorsteen. Ook een H-vormige uitgang voorkomt terugslag door turbulenties.

Schoorsteenkap

Een gek & is een als een windwijzer draaibare helmvormige windkap op een schoorsteenpijp. De opening draait altijd van de wind af. Hierdoor ontstaat onderdruk, waardoor de schoorsteentrek toeneemt. Je hebt geen last meer van valwinden, en regeninslag.

Een sluitklep is een metalen plaat om de schoorsteen af te sluiten als hij niet in gebruik is, zodat er geen koude lucht binnen komt. Een sleutel is een klep in de schoorsteen boven de verbrandingskamer, om de trek te regelen. Die is nooit helemaal dicht (er is een gat in of een hoek af).

Ik heb hier eens een nest van roeken 3 meter diep uit een flauwe bocht van een gemetselde schouw moeten vissen. Ze bleven terugkomen en takken in de schoorsteen droppen. Dus deed ik er metaalgaas over. Ik ben nog een keer het dak op moeten gaan om dit vast te schroeven, ze bleven het wegrukken.

Vertrouwen: trouwen op een afgelegen plaats


Aardappelschillen tegen roet (creosoot) en schoorsteenbrand?

Het is een hardnekkig en wijdverspreid weetje: aardappelschillen in de haard of kachel stoken zou roetaanslag en de kans op schoorsteenbrand verminderen. Zelfs schoorsteenvegers, verzekeraars, kachelverkopers en brandweerdiensten verkondigen dit. Hier en daar wordt ook een halve en manke verklaring gegeven.

Aardappelschillen bevatten veel water, wat cellulose, zetmeel en een beetje mineralen.

Dat zit –behalve zetmeel- ook in hout en ander organisch materiaal. Zit het verschil dan in het zetmeel? Of misschien een minuscuul beetje van een mineraal?

Enkele fora gokken:

Gok 1: een kortstondige stuwing van verzadigde waterdamp van vochtige schillen maakt de aanslag los? Dat zou dan ook met nat hout moeten gaan.

Gok 2: de roetaanslag zou verzegeld of bedekt worden, zodat het niet meer, of moeilijk ontbrandt? Zou dan met alle zetmeel moeten lukken?

Gok 3: de droge schil zorgt voor een hetere vlam en rook. Deze temperatuurwijziging zou door de verschillende uitzetcoëfficiënt van roet en schoorsteen het roet doen brokkelen. Zou ook lukken door zink, aluminium of steenkool te stoken?

Een gefundeerde verklaring is echter nergens te vinden. Het lijkt me dus eerder een broodje aap. Misschien werkt het voor wie er in gelooft?

Ik geloof (hm) dat er wel een aannemelijke verklaring is voor het verbranden van aardappelschillen: de kiemremmers die er op gestrooid werden zijn slecht voor varkens en voor de composthoop. Tja, wat moet je er dan mee?

(De schillen eerst wassen, en eventueel ook koken voor de varkens.)

Schouwtoneel: open haard. (Hugo Olaerts)