Zowel de kleine als de grote brandnetel hebben (iets opwaartsgerichte) brandharen aan de stengel en aan de onderzijde van het blad, nauwelijks op de bovenzijde.
Gedroogde, liefst jonge brandnetels zijn goed voer voor geiten en konijnen, vanwege het hoge eiwitgehalte. Geiten eten ze ook vers. Zeer jonge planten die nog geen brandharen hebben, kunnen vers aan konijnen gevoerd worden.
De holle naaldjes van de brandnetel bevatten onder andere acetylcholine, histamine, serotonine, moroïdine, leukotriënen en mogelijk mierenzuur. Om jeuk te verminderen kan je:
- Zoveel mogelijk haartjes verwijderen door spoelen, wrijven met een droge doek; hars of kleefband gebruiken.
- Goed schoonmaken om stekels en irriterende inhoud te verminderen: met (speeksel, urine) water en zeep.
- Wetenschappelijk bewezen of niet: azijn en plantenbladeren lijken goed te werken. (Neutraliseren? Kalkachtige naaldjes afbreken?) Te gebruiken: blad van weegbree, hondsdraf en zuring, paardenbloem, rauwe aardappel, witte dovenetel, sap uit de steel van brandnetel, springzaad.
- Verfrissen kan met zuiveringszout met wat water, vocht, speeksel, yoghurt, tandpasta (munt), koud water, ijs.
- Vooral niet krabben, wel deppen, blazen...