Scheikunde is de wetenschap die zich bezig houdt met bouw, samenstelling en ontleding van stoffen. Als we bruikbare elementen uit mineralen willen halen of stoffen willen zuiveren en concentreren hebben we chemie nodig.

tabelMendeljev
Een stof bestaat uit zeer kleine deeltjes. Het kleinste, afzonderlijke deeltje is een atoom. Dat lijkt een beetje op een mini-zonnestelsel: als planeten cirkelen er in diverse banen elektronen (met een negatieve lading) rond de kern die bestaat uit protonen (positief geladen, hun aantal = het atoomnummer) en neutronen (geen lading, aantal <=protonen).
Een stof met slechts één atoomsoort is een element. Alle elementen staan gerangschikt in een tabel (Periodiek Systeem, tabel van Mendeljev). Ze worden ingedeeld in metalen en niet-metalen. Metalen glanzen, zijn goede geleiders voor temperatuur en elektriciteit, en hebben (behalve kwik) een hoog smeltpunt.
Een ion is een atoom dat 1 of meer elektronen heeft afgestaan of opgenomen.
Meestal hebben metalen een positief ion, niet metalen een negatief (vb. Na+Cl-). De valentie is de lading van een ionsoort. Die varieert van -2 tot 3.

Als 2 atomen een gezamenlijk bindend elektronenpaar hebben heet dit een covalente binding.
Koolstof heeft altijd 4 covalente bindingen, waterstof 1, zuurstof 2.
Door 2 of meer atomen te binden kan een groter geheel ontstaan: een molecule.
Een zuivere stof bestaat uit slechts één soort moleculen (vb. water, glucose…). Anders is het een mengsel.