Textiel wordt gemaakt van vezels van planten, haren van dieren, of chemische stoffen.
wasplankHet varieert dus van natuurlijke, plantaardig of dierlijke, over kunstmatige uit natuurlijke grondstof gemaakte, tot volledig synthetische vezels.
Vuil en vlekken kunnen even divers zijn. Het kan gaan om organisch vuil als vet (olie, huidsmeer..),
eiwit (bloed, etensresten..), zuren (vruchten, zweet..), zetmeel (stijfsel, sausen..), zouten, suiker.. of anorganisch vuil als metalen of roest, stof, balpen ...

De combinatie van al die soorten stof met al die soorten vuil vraagt eigenlijk om evenveel verschillende behandelingen om het vuil te verwijderen. We beperken ons tot algemene regels, met dezelfde principes als bij het schoonmaken.
Wat kan, moet je (eerst) droog reinigen: uitkloppen, borstelen, verluchten.
Daarna volgt wassen met water en zeep. (En eventueel chemisch reinigen met solventen.)

Draag je kleding (ook ondergoed ) gerust minstens 2 dagen achter elkaar. Dat scheelt een flink aantal wasbeurten per jaar, goed voor kleding, milieu en portemonnee. Heb je wol één dag gedragen? Gewoon wat laten uitluchten.
Als je pas wast nadat je iets drie keer hebt gedragen bespaar je 66 % op wasmiddel, energie en water. En de kleding verslijt minder.

Opgedroogde vlekken zijn hardnekkiger. Verwijder ze dus vers, zo snel mogelijk.

Net als bij schoonmaken zijn ook voor het wassen van stoffen dezelfde vijf factoren van invloed:

  • temperatuur: warmer wast beter, weekt meer vuil los en lost beter zeep op.
  • duur: kort wasje is minder efficiënt, moeilijk vuil laat je eerst inweken, of geef je een voorwas. Vuile kragen en vlekken kan je een half tot 3 uur vooraf met een sopje insmeren. Vroeger werd de was op zondagavond in de week gezet. De hele maandag waren de vrouwen bezig met boenen, bleken, spoelen en schuren.
  • schuurmiddel: de wastrommel, of een geribbeld wasbord (ook als muziekinstrument gebruikt). Of met de hand, textiel over elkaar schuren.
  • de mechanische beweging: draaien, roeren, knijpen, schuren.
  • het product, de zeep. En hard of zacht (regen)water.


Wasmachines2Sorteer het wasgoed volgens de wassymbolen (soort textiel, samenstelling).
Sorteer op soort textiel: gevoelige weefsels (zijde, synthetische stoffen) gescheiden van zwaardere weefsels (zoals linnen).
Sorteer op kleur: donkerbonte, lichtbonte en witte was.
Scheid erg vervuild wasgoed van minder vuil wasgoed.
Was nieuwe kleding de eerste paar keer apart. De kleur kan mogelijk nog afgeven. Dat kan ook bij stof die niet kleurecht is. Test het door op een niet opvallend stukje wat keukenpapier op het vochtige textiel te leggen en er met een warm strijkijzer over te gaan.
Doe de wasmachine vol, om geen water en energie te verspillen. Was op nachttarief.
Doe de trommel niet té vol. Je hebt dan te weinig water in verhouding tot het wasgoed. En op elkaar gepropt krijgt de kleding dan te weinig ruimte om te bewegen, en vuil om weg te spoelen.
Gebruik geen voorwasprogramma voor was die niet echt vuil is. Gewoon een kort programma voor bonte was. Gebruik de helft van het zeeppoeder, dat volstaat meestal.

Wol nooit te heet wassen of knijpen, dan krijg je vilt.

Keer alle zakken binnenstebuiten en maak ze leeg.
Keer kleding binnenstebuiten, vooral broeken (anders krijg je misschien vale strepen) en truien en shirts met opdruk.

Zorg dat je wasgoed nergens kan haperen, haken en scheuren. Sluit alle ritsen, drukknopen en haken en bind touwtjes samen.

De beste wasverzachter is een scheut azijn. Dat zorgt er ook voor dat je was zijn kleur behoudt.

Haal het wasgoed als het klaar is meteen uit de machine. Als het te lang nat blijft gaat het stinken en schimmelen. Dus ook niet opplooien of weghangen voor het helemaal droog is.
Broeken hang je best op aan de pijpen. Het gewicht haalt dan de kreuken eruit.
Gekleurd wasgoed kan verbleken in volle zon.
Witgoed werd ‘op de bleek’, in de zon op het gras gelegd om het te bleken.

Wasborden waren voor ze als zinken plaat gebruikt werden al in hout beschikbaar. In een dikke, brede plank werden groeven gezaagd of uitgestoken en geschuurd. (In het openluchtmuseum van Bokrijk zijn er nog meerdere te zien.)

Enkele wasmachine-alternatieven vindt je hier http://wordpress.bespaarenergie.com/groener-wassen

Diverse niet-elektrische wasmachines: http://www.greenevelien.com/1Eco_15schoonmaken.php#wassenzonderelektra

Voor de was gebruikten de Romeinen urine omdat de ammoniak degelijk kon schoonmaken. Daarna wreven ze de kleren in met  geurige laurier- e.a. blaadjes om de geur te maskeren.

In het wassalon maken ze hun linnen wit en hun buurvrouw zwart.
Bier zonder alcohol is als een beha aan de waslijn,
 het beste is eruit.