Zeepkruid (Saponaria officinalis) is een overblijvende, tot 70 cm hoge plant uit de anjerfamilie (Caryophyllaceae). De Nederlandse naam is afgeleid van de giftige stof saponine die de plant bevat, vooral in de wortel, en die gaat schuimen bij contact met water. Een aftreksel van de wortels van de plant werd schuimig geklopt en vroeger gebruikt om wasgoed te bleken. Het gedroogde schuim wordt later weggeveegd. Stengels en bladeren schijnen beter te reinigen. Voor zeepsop kook je ca. 1 gram stukjes zeepkruidwortel 5 minuten in 1 liter water.
luzerne: 100 gram wortel per liter water.

Andere kruiden waarin saponinen in hoge concentraties voorkomen zijn onder andere de echte koekoeksbloem, lelies, agaven, (gekneusd blad van) paardenkastanje, luzerne (100 gram wortel per liter water), klimop.
klimopKook 100 klimopblaadjes 10 minuten in 2 liter water. Laat afkoelen. Zeef de blaadjes en haksel ze. Doe ze terug in het zelfde water. Opwarmen, goed roeren en zeven. Dit is een prima wasmiddel voor textiel. Sommige mensen krijgen hiervan een allergische huidreaktie. Dus wel goed uitspoelen.
Je kan natuurlijk ook combinaties van al deze planten gebruiken.

Je kan paardenkastanjes breken, en paar uur in water laten weken, en je hebt kant en klaar zeepsop.

Je kan ook sporadisch pure houtas met water gebruiken. Dit droogt de huid fel uit.

Wasnoten

De grote zeepnoot (Sapindus mukorossi) groeit in Noord-India en Nepal op 200-1500 meter hoogte. Het vruchtvlees van de grote zeepnoot bevat ca. 15% saponinen. De kleine zeepnoot (Sapindus trifoliatus) komt uit het mildere en warmere uit Zuid-India en heeft minder zeepstof. De boom groeit traag en verdraagt lichte vorst.


De Grieken schraapten het vuil met een strigil (gebogen schraper) van hun huid. De Romeinen namen dit over. Tot mijn verbazing ontdekte ik dat er nog altijd zweetmessen verkocht worden. Tegenwoordig worden die blijkbaar nog gebruikt om van paarden na een zware inspanning zweet af te schrapen.