Regulier gazon haalt water uit de bovenste 10 tot 15 cm, droogtegras wortelt 60 cm en dieper.

Rietzwenkgras is bijzonder sterk en wortelt diep, maar oogt ook grover en voelt iets stugger aan wanneer je er met je blote voeten op loopt.

Op erg droge zandgrond kun je kleimineralen (bentoniet, leem, klei) toevoegen.

Het succes van een grasmat die beter bestand is tegen droogte, schuilt in de bodem.

Droogtetolerantie is in de natuur vaak gekoppeld aan een lagere productiviteit, hetgeen een keuze ook moeilijk maakt.

Engels raaigras (Lolium perenne) heeft een goede voederkwaliteit, en kan ‘verbeterd’ worden naar droogtetolerantie. Rietzwenkgras (Festuca arundinacea) is droogtetoleranter maar moet dan veredeld worden tot een betere voederkwaliteit.

In de Vlaamse landbouw werd al flink geëxperimenteerd met droogtetolerante(re) gewassen als soja, kikkererwt, sorghum, luzerne.. Quinoa werd positief getest in Herent, en in West-Vlaanderen. Als je ziet hoe het inheemse neefje melganzenvoet hier succesvol blijft in hitte en droogte is dit zeker een goed spoor.

Er worden meer druiven, rode bonen, zoete aardappelen, kikkererwten en ook genetisch gemodificeerde droogteresistente graangewassen geteeld.

Dit zorgt voor risico- en financiële spreiding, meer diversiteit en rotatie en dus een betere beheersing van ziekten en plagen.

De droge en hete zomer van 2022 toont me enkele kandidaten die daar weinig problemen mee hebben. Tussen de voegen in de oprit groeit enthousiast postelein en lavendel. Droger en warmer is de trend, maar de zeer natte zomer van vorig jaar waarschuwt ook dat de afwisseling tussen hete droogte en wegspoelende regenbommen onvoorspelbaar is.

De Vlaamse monocultuur kweekt vooral veevoer: grasland (42%), voedermaïs (13%), wintertarwe (13%), aardappelen (7%), suikerbieten (4%) en korrelmaïs (4%).

Proef 2019 ILVO (Instituut voor Landbouw-, Visserij en Voedingsonderzoek): 2 percelen mais i.v.m. grondkwaliteit: op het perceel met 1,5% organisch koolstofgehalte was er geen bladverbranding, wel op het perceel met 1,1% organisch koolstofgehalte.

Veel boeren moeten nog veel leren over herstellende (regeneratieve) landbouw. Houdt de grond bedekt, en ploeg of bewerk niet of zo weinig mogelijk!

Door fotosynthese zetten planten kooldioxide en water om in suiker (glucose). Het tussenproduct bestaat bij 95% van alle planten uit een carbonzuur met 3 koolstofatomen. Ze worden C3-planten genoemd. Daarnaast zijn er nog 2 afwijkende vormen.

Een aantal grassen als mais, suikerriet, amarant, sorghum, rogge en gierst zijn C4-planten &. Zij gebruiken een tussenstap met een verbinding met vier koolstofatomen. Door verminderde fotorespiratie kunnen ze meer suikers produceren, en zijn ze beter bestand tegen droogte en hitte.

CAM-plant (& Crassulacean Acid Metabolism) slaan 's nachts CO2 op (als appelzuur) en kunnen daardoor overdag de huidmondjes gesloten houden, waardoor ze weinig vocht verliezen en in droge gebieden kunnen overleven. Vb. kaktussen, agaven en ananassen.

Postelein (Portulaca oleracea) combineert beide systemen.

Enkele zichtbare kenmerken van aanpassing aan droogte

dieper wortelstelsel, kleine blaadjes (denk aan naalden: cactus, den), vlezige bladen (zoals vetplantjes, rotsplanten, postelein), behaarde bladeren (geven schaduw, vangen dauw), wasachtige bedekking (weerkaatst licht, vermindert opwarming en verdamping).

Vaak kunnen ze hun huidmondjes sluiten om vochtverlies te beperken.

Droogteresistente groenten & zijn vaak soorten die snel volgroeid zijn. Dus ook miniatuurvariëteiten (zie Ä dwerggroenten) doen het goed. ≡

Sommige gewassen (zoals oude Franse bindsla- en bataviarassen, pastinaak, kliswortel, snijbiet,...) wortelen dieper en kunnen dus beter tegen droogte. Kerstomaten groeien en wortelen sterker dan vleestomaten.

Ook geschikt: amarant (graanachtige zaden); artisjok Jeruzalem, Globe; asperges (eenmaal opgezet); aubergine; boerenkool; ayote (Cucurbita argyrosperma, cushaw squash Groen gestreepte); boomspinazie; komkommer Armeense; (lavendel); maïs ‘Hopi Pink’, ‘Black Azteekse’; meloen 'Irokezen'; mierikswortel; mosterd; okra; paprika's; peulvruchten (eiwitgewassen): boon (Tepery, mottenboon), erwt Cowpea (zwartogige), kikkererwten (diepe wortels, kleine haartjes), limaboon ‘Jackson Wonder’, linzen (Lens culinaris), sperziebonen en stokbonen (kort groeiseizoen); peterselie; pistache; postelein; quinoa; rabarber (eenmaal rijp); rode biet; snijbiet; spinazie Nieuw-Zeelandse; tomaat, best kerstomaten; watermeloen Sugar Baby; wortelen; zoete aardappel.

Hulpmiddelen om met droogte en hitte om te gaan

Gebruik veel Ä mulch en bodembedekking (vogelmuur)

Zorg voor schaduw (-doek of planten, klimmers, maïs, hegje)

Plant in groepen i.p.v. rijen: efficiënter water te geven, minder uitdroging

Gebruik Ä olla's,

Pas het Ä doopselprincipe toe

De wortelschijf van veel bomen is -te zien na windworp- niet dikker dan 30cm. Door een overaanbod aan stikstof & moeten bomen niet diep wortelen, waardoor ze bij droogte problemen krijgen. Bovendien lossen calcium, magnesium, kalium en natrium door stikstof op en spoelen weg. De schimmelhuishouding verandert en 1.000-den bomen, veel eiken, vallen. (Natura 2000-gebied De Brabantse Wal. Nl) (Zie ook Ä Hellingbeplanting en Ä Doopselprincipe)

Op Lanzarote (wijngebied La Geria) worden druiven gekweekt in hoyos, trechtervormige kuilen (tot 3m diep en 8m doorsnede) in de zwarte vulkanische grond. In een halve cirkel met lavastenen daarrond gestapelde muurtjes (Abroyos) beschermen de plant tegen de wind, en vangen dauw en condenswater op.

Welwitschia mirabilis groeit in de kuststreken van Angola en Namibië en kan 500 tot 600 jaar, sommige zelfs tot 2.000 jaar oud zijn. De jaarlijkse regenval (1–100 mm) en condensatie van mist (50 mm equivalent) zijn onvoldoende om te overleven. De plant haalt haar water vooral uit ondergrondse waterbronnen en -stromen. In Namibië zijn er veel door verzamelaars weggeroofd. In Angola veel minder, met dank aan de landmijnen.