Een orgaan is een weefsel, een groep cellen die samenwerkt om een specifieke functie uit te oefenen in een levend wezen (dier of plant) waardoor het geheel kan functioneren. 

De huid is ons grootste orgaan met ca. 16% van ons lichaamsgewicht, inclusief het onderhuids bindweefsel is dat 15-20 kg.

De nieren zijn zondermeer bruikbaar. Je kan eventueel de taaie kanaaltjes er uit snijden.

ganzenleverDe lever is een lekkernij. Als hij zeer bleek of gevlekt is, doe hem dan liever weg. Kijk goed uit, de gal zit ook aan/in de lever. Een klein zakje met een donkergroene zeer bittere vloeistof. Mors je op vlees of lever, dan is dat quasi onbruikbaar. Snij dus liever iets van de lever mee weg, dan wel de gal stuk te maken.
Dezelfde voorzichtigheid is nodig voor de blaas. Die zal meestal wel (zo goed als) leeg zijn. Varkensblazen werden vroeger gebruikt als tabakszak, voetbal,…
De maag is pas een probleem als je de in- en uitgangen afsnijdt. Doe dat buiten het karkas, zodat de smurrie weg kan. Er zijn bruikbare buidels en waterzakken van te maken. Bij hoenders is de maag een stevige en lekkere spier. Je moet er dan wel de taaie binnenkant afpellen.

Het hart is taai. Het is een spier die altijd werkt(e).

Longen zouden ook eetbaar zijn. Ik doe ze altijd weg. Voor de hond. Idem voor ogen. Je kan ze zeker niet bewaren.

Uier (gepaneerde lapjes) en testikels zijn best lekker. Maar vertel pas na het eten wat er geserveerd werd. Het probleem zit tussen onze oren.

Orgaanvlees kan je best snel gebruiken. Het bewaart niet lang. Daarom was slachten een feest: gedurende korte tijd was er een overvloed aan snel te verwerken resten. De Brusselse triperie en Choesels au Madere zijn hiervan een voorbeeld (in Maderasaus).

Hersenen en tong zijn een lekkernij. Voor liefhebbers.

Darmen kan je binnenstebuiten keren om ze schoon te schrobben met de achterkant van een mes. Je kan ze gebruiken voor worst, snaren, touw, condoom…

Voor het versnijden laat je het vlees op een koele plek een nachtje opstijven. Enkel als het koel genoeg is.

Haggis is een typisch Schots gerecht, een schapenmaag of runderdarm, gevuld met stukjes hart, long, lever, niervet en havermout en naar smaak ui, peper, zout, nootmuskaat en foelie.
Het gerecht weerspiegelt de klassieke Schotse zuinigheid: alles gebruiken.
In onze regio worden alle minder fraaie en taaie stukken van het varken in preskop of (zure) zult (vooral vlees van de kop) en kipkap (zwoerd (huid), poten, staart) verwerkt.
Darmen worden hier ook gebruikt om allerhande worsten in te draaien (bloedworst, witte pens…)


'Ober, ik proefde geen worst in dit broodje worst!'
 'Hebt u er vast naast gebeten meneer!'
 (Max Tailler)
Nee, dank u. Geen ossetong voor mij.
 Ik wil niets dat uit de mond van een beest komt.
Geef me liever een ei.