We hebben het alleen over eenvoudige en effectieve vallen of strikken. Ze werden/worden gebruikt door stropers en trappers. Strikken zijn in de meeste landen illegaal.
De val of strik moet een dier vangen, vasthouden of doden.
De kracht aan een val of strik komt van zwaartekracht of veerkracht, de spanning van een gebogen tak of boompje.
Zet een val of strik nooit te dicht bij een hol of drinkplaats, op die plekken is een dier extra alert. Het zal bij onraad een andere route of uitweg nemen.
Verstoor de omgeving zo min mogelijk. Laat zo weinig mogelijk geuren achter. Stap niet op het wildspoor. Maak de val of strik op een andere plek, maar wel met materiaal uit de omgeving.
Raak zo weinig mogelijk de onderdelen van een val met je blote handen aan. Gebruik desnoods handschoenen, wrijf je handen en voorwerpen met aarde of modder in.
Het heeft geen zin in het wilde weg vallen te plaatsen. Zoek een wissel, een route die door de prooi gevolgd wordt. ’s Morgens vroeg, als de zon opkomt, zie je gemakkelijk sporen in bedauwd gras. Zoek een plek waar het pad vernauwt en er moeilijk van afgeweken kan worden (als een gat door een haag). Maak eventueel zelf een kanaal of een trechtervormige barrière die naar de val of strik leidt. Gebruik afgevallen takken, zodat het niet opvalt. Wacht eventueel een paar dagen tot de prooi aan de nieuwe situatie gewoon is.
Camoufleer de val. Bestrijk bleke uiteinden van afgesneden takken met modder uit de omgeving. Gebruik geen levende planten, die ruiken te sterk.
Maak een val sterk, een gevangen dier zal al zijn kracht gebruiken om weg te komen.
Het gebruik van aas maakt de kans op succes groter.
Controleer vallen en stropen vaak. Er zijn allicht kapers op de kust. En de vangst moet niet onnodig lang lijden.
Kijk uit, je zou niet de eerste zijn die in zijn eigen val trapt.
Jagen als sport is misdadig. Jagen uit behoefte niet.
De enige wettige jager is de stroper.
(Victor Hugo)
