Stroppen zijn verankerde lussen.
Gebruik metaaldraad van 0,5 mm dik, dat kan je makkelijk vorm geven. De lus is iets groter dan de kop of poot die je wil vangen, en wordt op de geschikte hoogte vastgezet.
Kleine veerkrachtige boompjes kunnen een val veel efficiënter maken. Sla een pen met een uitsparing (of verdikking) stevig in de grond. Buig een tak of boompje naar beneden en hang er met touw een gelijkaardige pen aan. Haak de twee uitsparingen aan elkaar, zodat de spanning behouden blijft. Maak de strop vast aan de bovenste pen. Door in de strop te lopen trekt de prooi je pen los, en wordt omhoog getrokken. (Je kan ook zware stenen aan een touw over een tak hangen om spanning te creëren.)
Een strik maken is makkelijk. Maar het is een kunst er iets mee te vangen: je moet het dier kennen, de wissels, de gewoonten, de reacties…
Er zijn talloze variaties waarbij pijlen, speren, stenen of boomstammen naar beneden slaan. Het aas wordt daarbij meestal op de ontspanner of trigger vastgemaakt..
Een boogval is moeilijk te construeren, gevaarlijk en vanwege de boog slechts enkele uren effectief.
Overweeg of het gedoe de inspanning waard is.
Je weet nooit wat je kunt,
tot je het geprobeerd hebt.
