Peuren is vissen zonder haak.
Je hebt een opvangnet nodig. Dit kan ook een boot, een kinderbadje, een paraplu zijn.
Dikke pieren worden in de lengte aan een lijn geregen en in een kluwen samengebonden. Het aas wordt dicht bij de bodem gehouden. Voor de vangst moet je feeling krijgen.

palingpeurenWacht op de eerste ruk van de paling die door de stugge peurstok hard aanvoelt. Meestal zullen ze na de eerste ruk loslaten vanwege de weerstand die ze voelen. Toch kunnen ze de peur niet laten en zullen ze bij de tweede keer er mee weg willen zwemmen. Als dit gebeurd zie je de lijn zijwaarts door het water gaan. Je moet hem naar je net ‘begeleiden’. Als een paling een schok of te veel weerstand voelt zal hij de peur loslaten. Je moet de paling dus rustig, zonder een ruk te geven boven water halen en boven de boot of het peurnet brengen. De paling blijft met zijn tanden nog achter de pierenlijn hangen. Dat geeft je voldoende tijd. Boven water lost hij de peur zodat hij in de boot of het net valt.

De palingschaar of -tang &

is een bij ons verboden vistuig om aal en paling in de modder van rivieren en binnenwateren te grijpen. Soms wordt er aas gebruikt om de gladde jongens uit hun hol of tussen de kaken van de schaar te lokken. De lange tang of schaar heeft een uitstulping, zodat ze nooit helemaal kan dichtgeknipt worden.

De paling is een slangachtige vis die als een kikker ook door de huid kan ademen, en zich ook over land kan verplaatsen. Mannetjes blijven in de riviermond. Ze worden ca. 40 cm. Vrouwtjes trekken verder landinwaarts. Ze kunnen ca. 120 cm worden. Ze worden 15 tot zelfs 50 jaar. Het oudste gevangen exemplaar zou 85 jaar geweest zijn. (Ik vermoed dat die met een stok liep.) Met de jaren worden ze donkerder van kleur. Ze hebben een boeiende en deels nog onbekende levensloop. Volwassen exemplaren trekken op huwelijksreis naar de Sagassozee (bij de Bermudadriehoek) om te paaien, kuit te schieten en te sterven. De jongen maken dan een reis van ca. 6.000 km in 1 à 2 jaar, om hier een goed restaurant op te zoeken.
(Zalmen doen het andersom, zij leven in zout en paaien in zoet water.)

Paling is een alles (behalve zaden) etende nachtrover en bodembewoner. Voor zijn jacht maakt hij gebruik van geur. Vang hem ’s nachts (in het donker, niet bij volle maan) tussen april en oktober bij + 10 graden Celsius. Hij houdt een soort winterslaap in de modder.

Er is In Nederland in 2019 nog 2% van de hoeveelheid paling t.a.v. 1950.

Er was lange tijd een meeneemverbod, omdat paling vervuild, zelfs giftig was, vooral door PCB’s in zijn vet. Niet zijn schuld, maar de onze.
Let op: ze zijn letterlijk zo glad als een aal!!


Paling: Chinees gezinshoofd
‘Ik geef niets om aal, behalve als maal.’ (Ogden Nash)
Aalmoes: geplette paling (Mark Uytterhoeven)