zoutenEen zout is een chemische verbinding van positieve (kationen) en negatieve ionen (anionen), die door elektrostatische aantrekkingskracht verbonden zijn. Het is in vaste aggregatietoestand een kristallijne stof waarin de positieve en negatieve ionen in een kristalrooster zijn gerangschikt. In omgangstaal wordt met zout meestal keukenzout (natriumchloride of NaCl) bedoeld.

Veel vaste stoffen hebben een kristalstructuur, ze bestaan uit een regelmatig patroon (rooster) van moleculaire, atomaire of ionaire structuureenheden, die de bouwstenen van een kristal vormen.
Kristalstructuren worden gekenmerkt door hun symmetrie.
Naast kristallijne vaste stoffen bestaan er glasstructuren (niet gekristalliseerde stolling) en amorfe structuren. Deze laatste zijn niet vloeibaar en niet kristallijn, vb. suikerspin, bijenwas, paraffine, barnsteen, opaal, polymeren als polystyreen...


In ons lichaam vindt voortdurend assimilatie (opbouw) en dissimilatie (afbraak) van verbindingen plaats. Dit heet stofwisseling.
Vroeger werd er in de alchemie gezocht naar manieren om metalen te transformeren (in goud).
Veel stoffen kunnen nuttig gebruikt worden als ze de juiste samenstelling (en concentratie) hebben.


‘Geleerde: iemand die alles weet van wat de anderen niet weten,
en niets weet van wat de anderen wel weten.’
(Albert Einstein)

‘Vandaag de dag zijn de geneesmiddelen zo doeltreffend
dat men ze niet meer kan innemen zonder gevaar voor de gezondheid.’
(Jan Boschmans)