Geroosterd of gedroogd zijn de bessen van lijsterbes ook als koffiesurrogaat te gebruiken: een eetlepel bessen met kokend water 10 minuten laten trekken.

Rietkoffie van de wortel van riet
Was en droog de wortels. Rooster ze en vermaal de droge resten om te gebruiken als koffie.

In tijden van hongersnood zijn de vruchten van de eik populair. Je kan er eikelpulp van maken als basisproduct voor voedselbereiding. Je kan eikels rauw of geroosterd eten. De bittere smaak wordt zoetere als eikels worden geroosterd in as. Door ze eerst te koken (eventueel 2x) of enkele dagen te laten weken en regelmatig het water te verversen kan een groot deel van de bittere looistof onttrokken worden. Gemalen eikels kunnen als meel in baksels gebruikt worden.
Er kan ook eikelkoffie van gemaakt worden. Pel de eikels en snijdt ze in stukken. Laat ze enkele minuten drogen in een matig warme oven (175 à 200°C) of bij het vuur. Rooster ze bruin en stamp ze (met een vijzel) tot poeder. Tien gram van dit eikelpoeder laat je een kwartiertje koken in 1 liter water. Dan( zeef je het mengsel en) heb je eikelkoffie.

Je hoeft niet aan een boom te hangen om een eikel te zijn.(Johan Terrijn)

Verschil zomereik - wintereik

Er zijn veel soorten eiken. Bij ons komen er 2 voor die veel op elkaar lijken. Ca. 95% ervan is zomereik, de rest is wintereik. Zijn overwicht dankt de zomereik aan het feit dat hij veel meer zaden produceert, en dus meer nakomelingen kan hebben. En dat hij door die meeropbrengst aan mast (eikels, varkensvoer) ook meer geliefd was.

zomereik

Quercus robur

wintereik

Quercus petraea

bladsteel

1-9 mm; korter dan halve breedte van de bladvoet

10-29 mm, langer dan halve breedte van de bladvoet

blad

asymmetrisch, kaal, breedste boven het midden, staat in kortloten: groepjes nabij de toppen

symmetrisch, breedste deel ligt ongeveer in het midden, glanzend donkergroen en harder, evenwichtiger verdeeld

lobben weerzijden van het blad

3-5(à 7) breed en onregelmatig,

5-7, smal en regelmatig, ondiep gelobd

oortjes (lobjes aan de bladvoet)

meestal duidelijk ontwikkeld, hartvormig

meestal onduidelijk of geen

zijnerven

onregelmatig in grootte en verloop

regelmatig verloop en geleidelijk afnemend

eikels

2-3 cm lang met 5-12 cm lange steel

kleiner, 15-25 mm lang met korte of (bijna) geen steel

jonge schors

glad en zwak grauwgroen glanzend

oude schors

diep en onregelmatig gegroefd, grijsgroen, vaak met dwarsgroeven

alleen in de lengterichting en regelmatiger gegroefd, grijsgrauw van kleur

 

 

(Ezelsbruggetje: winter = koud: we dragen een lange broek of (blader)kleed, en roken buiten een korte pijp (eikelsteeltje) (om snel terug binnen te zijn). Of, op basis van het blad, het makkelijkste en steeds te vinden kenmerk (eventueel onder de boom): zomereik zonder steeltje.)

Daarnaast komen natuurlijke bastaarden (Quercus x rosacea) van zomer- en wintereik voor.
(eikelmeel: zie noot, pit, boon…)

De Europese eik (Quercus Robur), ook wel Engelse of zomereik genoemd is een gematigde hardhout die inheems voorkomt in de meeste delen van Europa.

De Amerikaanse eik (Quercus Alba) is eveneens een gematigde hardhout die vooral voorkomt in Noord-Oost Amerika.

Beiden hebben de eigenschap om honderden jaren oud te kunnen worden.

Het blad van een Amerikaanse eik is veel groter en de bladlobben zijn gepunt in plaats van rond.

De eikels van de Amerikaanse eik zijn korter, dikker en het kapje is ondiep. Hij heeft de neiging om andere bomen te verdringen.

De bladeren van de boom zijn langwerpiger en kunnen tot 20 centimeter lang worden. De bladeren hebben vier tot vijf spitse, getande lobben.

In België gaat de geschiedenis van de Amerikaanse eik terug tot 1803, toen het eerste exemplaar werd aangeplant in Brasschaat, bij kasteel ‘De Mick’. In Nederland wordt de boom sinds 1825 aangeplant.

Omdat de boom niet inheems was waren er nauwelijks schadelijke insecten die zich aan de boom te goed wilden doen.

De schors is glad en zilverkleurig grijs. Het hout van de Amerikaanse eik is minder duurzaam en heeft een grovere structuur dan het hout van de zomereik (Quercus robur).

Lokale biodiversiteit. Op Amerikaanse eik vind je amper 20 soorten insecten, terwijl er dat op Zomereik minstens 400 zijn.

 

Vogelkers, nog een Amerikaanse exoot 

De gewone vogelkers (Prunus padus) is een boom uit midden Europa. Het blad is vanboven dofgroen, onderaan grijsgroen met haartjes in de nerfoksels. De vorm is elliptisch tot omgekeerd eirond met een fijn gezaagde bladrand. De bladsteel is gegroefd en vaak rood aangelopen met twee opvallende groene klieren. De kers smaakt bitter. De boom komt vooral voor op rijkere zand en leemgronden, met een voorkeur voor vochtige tot natte standplaatsen. Hij houdt niet van kalk.

De Amerikaanse vogelkers of bospest (Prunus serotina) heeft een onbehaard, sterk glanzend, leerachtig blad dat in een punt uitloopt. De schors op jonge stammen heeft duidelijke horizontale lenticellen en heeft bij beschadiging een sterke en goed herkenbare amandelgeur. De kersen zijn enkel smakelijk wanneer ze rijp zijn.

De soort is in Nederland en België geïntroduceerd en vanaf de jaren twintig van de twintigste eeuw als vulhout in de bossen aangeplant.

Blad en de pit van beide soorten zijn net als bij gewone kersen ook giftig.