Bij shock is de druk in de bloedvaten te laag om de vitale lichaamsfuncties in werking te houden. De doorbloeding en dus de zuurstofvoorziening van hart, hersenen en andere organen komen hierdoor in het gedrang, cellen gaan afsterven.
Oorzaken kunnen o.m. zijn: te weinig bloed (door verlies), (hart) pomp werkt niet (goed), leidingen zijn geblokkeerd.
Het slachtoffer voelt zich ellendig, ziet er slecht uit, heeft een vale huidskleur, is koud en klam, is dorstig en onrustig, slap en krachteloos.
Laat het slachtoffer liggen. Benen wat hoger (behalve bij hartstoornissen).
Probeer uitwendige bloedverlies te stelpen. Bescherm tegen afkoelen. Niet laten drinken of eten.
