Drainage of ontwatering is het afvoeren van water over en door de grond om het grondwaterpeil te verlagen. In nat weiland of bos werden hiervoor lage greppels (zouwen) gegraven die bij de perceelgrenzen in diepere grachten uitmondden. Tegenwoordig worden hiervoor (machinaal) met kokos omwikkelde geperforeerde buizen ingegraven. Je kan een gracht ook vullen met takkenbossen of grint (met bitumendoek als grondkering eromheen). Het slibt langzaam wel weer dicht. Ook zouwen en grachten moeten om de paar jaar gereinigd of uitgediept worden.

zouwen(Een zouw is breed ondiep, met zeer stompe randen; een flauwe verzinking. Je kan er zelfs in maaien. Er kan door en over gegraasd en gelopen worden zonder te struikelen. Alleen bij veel neerslag staat er wat traag wegvloeiend water in. Het iets hoger gelegen deel blijft dan wel droger en begaanbaar. Ze werden in weilanden en bossen toegepast. Zouw (zoogracht of goot) heeft dezelfde stam als zode (een plag, uitgestoken kluit grasland.) )

Rabatten zijn opgehoogde plantstroken voor bomen in oorspronkelijk natte gebieden om meer doorwortelbare diepte van de bosbodem te creëren. Met de grond uit de lange greppels die gegraven worden voor afwatering, worden (doorgaans smalle, tot ca 2 meter brede) tussenliggende stroken opgehoogd.  Zo ontstaat een patroon dat een rabattenbos vormt. De methode werd reeds in 1799 vermeld.

Rabatten worden soms als boomgaard of griend gebruikt, en soms ook wel als smal tuin-of bloembed.

(Het woord slaat ook op een halfronde groef of sponning, en op de standaardkorting die een handelaar krijgt.)

Een beemd of broek is het toponiem (veldnaam) om graslandpercelen in een beekdal aan te duiden. In beekvalleien werden zouwen ook gebruikt om te bevloeien en mineralen op het hooiland te brengen. Er was geen kunstmest, en vee bleef overwegend op stal (of werd gehoed). Beken werden afgedamd, en de overloop werd gebruikt om (beurtelings) voedingsstoffen (die door hooien afgevoerd waren) aan te brengen (het ‘wetteren’).

Het vooruitzicht van een stijgende zeespiegel zorgt voor interesse in aquatische gewassen en natte teelt in mariene omgeving. Zilte landbouw (& saline agriculture) gebruikt ook zout of brak water voor de irrigatie bij drijvend planten, algen, zeewier, lamsoor, zeekraal, zeekool, zilte broccoli.