Bruneren: is het polijsten van een metaal door wrijving met een hoog gepolijste agaat, hematietsteen of hoogglanzend staal. Hierdoor wordt het oppervlak harder en gaat het glanzen.

Graveren: lijnen wegsnijden uit het oppervlak met een V-vormige burijn
Etsen: het oppervlak afschermen met zacht materiaal (was, vernis), daar in tekenen en deze lijnen in een zuur bad in het metaal laten uitbijten.

Emailleren: een laagsmeltende glassoort wordt op het metaal gesmolten (als glazuur bij keramiek. De producten zijn gelijkaardig, door de andere ondergrond krijgen ze een andere benaming).
Basis email wordt frit genoemd, het is doorzichtig blauw-groen. Glas heeft een hoger smeltpunt dan metaal. Om het smeltpunt te verlagen tot 700 en 850° wordt aan het standaardrecept voor glas loodmenie toegevoegd. Frit bevat samengesmolten silica, natrium- of kaliumcarbonaat en loodmenie.
Om te kleuren worden metaaloxides als pigment toegevoegd. Die bepalen ook de uitzettingscoëfficiënt die zoveel mogelijk gelijk moet zijn aan die van het metaal. Anders springt het email er door krimp en uitzettingsverschillen af. Koperoxide geeft turquoise of geelgroen, antimoonoxide geel, ijzeroxide rood, en mangaanoxide paars. Om het ondoorzichtig te maken kan tinoxide worden toegevoegd dat in combinatie met arsenoliet een wit email geeft. De eindkleur is ook nog afhankelijk van temperatuur en het afsluiten of toevoeren van zuurstof.

Het email wordt verpulverd, het metaal met zuur gereinigd, beschilderd en gedroogd. Soms is het nodig langs beide zijden te beschilderen. Dit contra-email heft spanning op tussen metaal en het email aan de andere kant.

  • Email cloisonné: kleurvlakken zijn gescheiden door dunne metalen strip of draad.
  • Email enfoncé: email wordt plaatselijk in verdiepte metalen delen aangebracht
  • Email champlevé: email ligt in geëtste of weggesneden lijnen en vlakken
  • Email fenêtré: in een draadwerk wordt email (op verwijderbare folie) gebakken zodat het doorschijnend wordt als een raam.
  • Email peint(ure): het email wordt rechtstreeks op het metaal geschilderd.

Granuleren zeer kleine bolletjes metaal op het werkstuk fixeren. De Etrusken versierden al voorwerpen met gouden bolletjes. Leg koperoxide en stijfsel (zetmeel), vervolgens granules op het werkstuk. Laat het drogen en verhit het daarna voorzichtig in zijn geheel. De koolstof in het stijfsel is een reductor die het koperoxide omgezet in koper. Door het contact met goud vormt zich een eutecticum: een legering met een lager smeltpunt dan dat van de samenstellende delen. Snippers goud werden hiervoor met houtskoolpoeder verhit, zodat ze niet konden samensmelten maar pareltjes vormden.

filigainFiligraan (filigrein) versiering met fijn (edel)metaaldraad. Latijnse filum en granum: een draad van korrels.
Bij beide technieken wordt gesoldeerd met soldeerpoeder!